2 De Lyndon B. Johnson Library and Museum, gelegen op de campus van de Texas State University te Austin (Texas). 1 Zelden zal een archief zo nadrukkelijk publiek gemaakt zijn: het was de wens van Johnson dat zijn archief althans gedeeltelijk zichtbaar zou zijn. Aan de vanuit de imposante hal zichtbare zijde van het depot zijn de archivalia in fraaie rode archiefdozen, voorzien van het presidentiële embleem in goud, gepakt. 54 De L. B. Johnson Library is een van de zeven presidential libraries, verspreid over de Verenigde Staten. Alle zijn opgezet door financiële inspanning van de betreffende president en zijn vrienden en bewonderaars. Het personeel is ech ter grotendeels in dienst van de federale regering, aangezien de presidential libraries organisatorisch ingebed zijn in de National Archives and Records Ad ministration. De aartsverzamelaar F. D. Roosevelt was de eerste om een presidential li brary op te zetten. Twee overwegingen weerhielden hem van deponering in de National Archives: vrees dat het gebouw in Washington in oorlogstijd bescha digd zou worden en de wetenschap dat veel van het materiaal niet in direct verband met zijn regering stond. Ook de, pas na Watergate verlaten, doctrine dat presidientiële archieven geen federal records zijn, speelde mee.2 Behalve de archieven van de president en zijn omgeving kregen ook de van vreemde staatshoofden en onderdanen ontvangen geschenken een plaats in de Roosevelt Library, geopend in 1945Truman en Eisenhower volgden het voor beeld. In 1955 werd het systeem wettelijk vastgelegd. De Richard M. Nixon Library zal in San Clemente verrijzen, de Jimmy Carter Library in Atlanta, Georgia. Zo keert iedere president terug naar zijn politieke vaderland, John son uiteraard naar Texas. 2 Access to Archives and Privacy, het congres 21 Inleiding Aan de hand van een door de secretaris van de citra, dr. F. C. J. Ketelaar, vervaardigde geannoteerde agenda behandelde een vergadering van gemiddeld 80 personen het onderwerp: 'toegankelijkheid van archieven en de persoonlij ke levenssfeer' (verder: privacy). Hiervoor was als basismateriaal gebruikt een eerder als RAMP-studie versche nen tekst van Michel Duchein, Obstacles to the Access, Use and Transfer of Information from Archives, Paris 19833 (vooral de hoofdstukken getiteld 'de finition of problems' en 'access to archives: the rigt to information and its li mits'). Ter aanvulling waren door zes leden van de ICA casestudies vervaar digd. Het geheel werd terwille van de behandelbaarheid in vier hoofdonder werpen verdeeld, waardoor elk der vier zittingen van de conferentie een rede lijk samenhangend gespreksthema had. Deze worden hierna besproken. 2-2 Toegankelijkheid en privacy: uitgangspunten Ook toegankelijkheid en privacy hebben een verleden. Een verleden dat be gon met de Franse revolutie (1794), toen het 'recht van toegang van elke bur ger tot alle archieven' werd geproclameerd. Een recht dat evenwel slechts een kort leven was beschoren en desondanks bijna 100 jaar later zou worden ge volgd door de behoefte aan een ander recht, namelijk het 'recht met rust gela ten te worden' ('the right to be let alone').4 Ook al is 'het recht van toegang' in later jaren vele malen beknot geworden en soms zelfs van tafel geveegd, in veel landen werd aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog dit recht geaccepteerd voorzover het betrof onder- 55

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 28