Het gemeentearchief
van 's-Gravenhage en het onderwijs
M. van Doorn en J. F. M. Went holt*
Vanaf 1972 doet het gemeentearchief van 's-Gravenhage gericht aan educatie.
Het doel ervan is om groepen in contact te brengen met wat het gemeentear
chief verzamelt en beheert aan archivalia, bibliotheek- en beeldmateriaal. Daar
naast tracht het gemeentearchief de Haagse bevolking bewust te maken van de
Haagse historie in al zijn facetten. Dit gebeurt door middel van tentoonstel
lingen, publikaties, lezingen, rondleidingen binnen het gebouw en in de stad,
cursussen oud-schrift, genealogisch onderzoek en historisch onderzoek en last
but not least door het geven van lessen aan scholen.
In de loop der jaren zijn met diverse scholen contacten tot stand gekomen die
vaak geheel uiteenlopend van aard en intensiteit zijn. De scholen zijn meest mid
delbare scholen, maar ook met een pedagogische academie wordt regelmatig
samengewerkt.
Al vrij snel na de aanstelling van een educatief medewerker - en enige jaren
later zelfs van de instelling van een educatieve afdeling - werd contact gelegd
met het Gymnasium Haganum. Een van de geschiedenisdocenten leek het nuttig
de leerlingen volgens de doelstelling van het geschiedenisonderwijs in de vijf
de en zesde klas van het vwo (geschiedenis niet als algemene ontwikkeling maar
als wetenschap behandelen) met de bronnen in aanraking te brengen. Wat was
meer voor de hand liggend dan de leerlingen mee te tronen naar het gemeen
tearchief en ze daar de grondbeginselen van het historisch onderzoek aan de
hand van archiefmateriaal bij te brengen? Het idee van een archiefproject als
onderdeel van het eindexamen was geboren. Bovendien beantwoordde het uit
stekend aan een van de vereisten van het geschiedeniseindexamen. Het tegen
woordige eindexamen geschiedenis bestaat uit een aantal onderdelen afgeslo
ten door het 'echte' eindexamen. Een van de onderdelen behelst het hanteren
van historisch materiaal van na de Oudheid en van vóór de twintigste eeuw.
In gezamenlijk overleg tussen het gemeentearchief en het gymnasium zijn de
doelstellingen voor dit gedeelte van het examen opgesteld. De leerlingen moe
ten hulpmiddelen zoals encyclopedieën en woordenboeken leren hanteren, het
zeventiende eeuwse schrift leren lezen en een verslag van hun onderzoek ma
ken. Als afsluiting volgt een toets die meetelt voor het eindcijfer voor het vak
geschiedenis.
Hoe gaat het project in zijn werk? Als voorbereiding voor het 'in het echt wer-
ken met archiefmateriaal leert de docent de leerlingen het oud-schrift aan de
hand van een bundel Paleografica Hagana, die is samengesteld door medewer
kers van het gemeentearchief. Tevens krijgen de leerlingen te horen wat enige
archieftermen betekenen. Verder leidt de docent zijn pupillen het rijk van de
hulpwetenschappen voor archiefonderzoek binnen, waarbij onder andere aan
dacht wordt besteed aan chronologie en genealogie. Deze onderdelen zijn sa
mengevat in de Syllabus Practicum Instructie.
Intussen zijn op het gemeentearchief ook de nodige voorbereidingen getrof
fen. Samen met de docent heeft de educatieve medewerker de onderwerpen uit
gezocht die de leerlingen in groepjes van twee of drie zullen gaan uitzoeken.
De data van de lessen worden vastgesteld, zodat de tentoonstellings- en cur
susruimte gereserveerd kan worden. Daarna worden alle betrokkenen op het
archief op de hoogte gesteld. De medewerkers van de studiezaal moeten weten
wanneer zij de extra drukte kunnen verwachten en ook de depotbediendes krij
gen te horen dat er extra aanvragen van archiefstukken zullen komen. Welis
waar zijn de onderwerpen die bestudeerd zullen worden natuurlijk van te vo
ren uitgezocht en liggen de daarvoor meest gebruikte stukken al apart, toch is
het niet te voorkomen (en dat hoeft ook niet) dat er meer of andere stukken
worden aangevraagd door de leerlingen.
Na ruim een maand voorbereiding op school komen de leerlingen voor het
eerst op het gemeentearchief. Roostertechnisch wordt voor de lessen aldaar een
blokuur met pauze uitgetrokken. In totaal komen zij een keer of acht met zijn
allen op het archief.
In de eerste les wordt aandacht besteed aan wat archieven zijn, waarom ze
bewaard moeten worden, hoe ze toegankelijk gemaakt kunnen worden, wat
er zo al op het gemeentearchief te vinden en te doen is en hoe de dienst is geor
ganiseerd. Dan volgen een rondleiding door het depot, waar veelsoortig archief-
en bibliotheekmateriaal is uitgestald, en een kijkje op de afdeling Atlas. Wat
uitgebreider komt de studiezaal aan bod, omdat daar het werkterrein van de
leerlingen ligt. Zij worden gewezen op de daar aanwezige inventarissen, de bi
bliotheekcatalogi, de handbibliotheek met de algemene naslagwerken en de
meestgevraagde Haagse historische werken, en de diverse indices en archiva
lia die op microfiche beschikbaar zijn. Meteen wordt de leerlingen verteld wat
de regels zijn die aan een bezoek aan de studiezaal zijn verbonden. Voor hen
gelden namelijk dezelfde regels als voor gewone bezoekers, met die uitzonde
ring dat zij niet op de studiezaal hun onderzoek doen, maar elders in het ge
bouw. Als zij in het kader van deze lessen buiten schooltijd het archief bezoe
ken, moeten zij in de studiezaal plaats nemen en hebben zij zich als alle andere
bezoekers te gedragen.
In de tweede les komen het werken met encyclopedieën, het middelnederlands
woordenboek en de handboeken van de Haagse geschiedenis aan de orde. Daar
na krijgen de leerlingen hun te onderzoeken onderwerp toegewezen. De docent
en de educatief medewerker leren hen hoe zij de specialistische Haagse litera
tuur moeten opzoeken in de catalogus van de bibliotheek en hoe zij de inven
taris van het Oud Archief en eventuele andere inventarissen moeten hanteren
bij hun onderzoek.
Daarna moeten de leerlingen op eigen kracht de hun opgegeven onderzoe
ken uitvoeren. De docent en de archiefmedewerker zijn steeds aanwezig om zo
42
43