lijk vonden, en anderen daar juist plezier in hadden. De positieve geluiden over heersen duidelijk. Er was maar één leerling die archiefwerk maar niets vond. De rest was tamelijk tot zeer enthousiast. De meesten vonden dat je zoiets minstens éénmaal in je middelbare-schoolperiode zou moeten doen. Ook bij de docenten en de archivaris overheerste de tevredenheid, maar som mige punten bleken voor verbetering vatbaar te zijn: Vooral de groepen die zich met veeteelt en akkerbouw bezighielden, zijn te veel met cijfers bezig geweest, en daar raakten sommigen toch wat op uitgeke ken. Bij een volgende gelegenheid moet er nog meer gerichte literatuur aanwezig zijn. Het was wellicht beter geweest als van te voren in de klas de algemene litera tuur bekeken was. Dus van het algemene naar het bijzondere werken in plaats van andersom, zoals nu het geval was. Misschien moet een volgende keer de duur van het archiefonderzoek beperkt worden. Tenslotte had de gemeentearchivaris nog enkele suggesties die voor het mid delbaar (geschiedenis-)onderwijs bijzonder nuttig kunnen zijn. Hij stelde voor om in de klas eens iets te vertellen over de methodiek van het archiefonder zoek. Dus: hoe moet je de belangrijkste zaken uit de bronnen halen? Hoe moet je de stukken lezen? Bovendien zou hij op school eens een paar lessen in oud schrift kunnen geven; dan kun je ook materiaal uit een wat verder verleden bestuderen. Omdat men het archiefwerk niet opvatte als iets vrijblijvends, werden er ook cijfers gegeven. Nadat de drie docenten de werkstukken zelf bekeken hadden, werd er een vergadering belegd om de eindprodukten met elkaar te vergelij ken. De drie klassen hadden ten slotte dezelfde onderwerpen. Door vergelij king kon je dan een aardig beeld krijgen van de gegevens die men had kunnen vinden en verwerken. Daarnaast was de conclusie belangrijk: wat werd nu uit al die cijfertjes opgemaakt? Het cijfers geven bleek een moeilijke zaak. Hoe wel bij voorbeeld van bepaalde groepen bekend was dat enkele leden in het archief veel ijveriger gewerkt hadden dan anderen, kwamen we toch tot de con clusie dat er een groepscijfer gegeven moest worden. Daarnaast echter hadden de docenten voor zichzelf genoteerd hoe elke leerling gewerkt had. 5 Conclusie De conclusie van mijn bijdrage kan niet anders luiden dan dat scholen eigen lijk veel meer gebruik moeten maken van archieven. In veel gevallen zal dat dan het gemeentearchief of een streekarchief zijn. Gelukkig komt er de laatste twintig jaar verandering in de manier waarop men tegen het archiefwezen aan kijkt. Hoe langer hoe meer komen ook de scholen tot het besef dat het archief materiaal niet alleen in het archief ligt om bewonderd te worden, maar dat het ook door de leerlingen gebruikt kan worden voor onderzoek. De ervaringen van de educatieve dienst van het gemeentearchief van Den Haag7 wijzen erop dat deze ontwikkeling zich zal voortzetten. Ook mijn ei gen ervaringen met het Westland College en het Naaldwijkse gemeentearchief 40 zijn bijzonder positief. De uiteindelijke resultaten waren wel niet van hoog we tenschappelijk gehalte, maar vooral de wijze waarop de leerlingen gewerkt heb ben, doet vermoeden dat er toekomst zit in de relatie school-archief. Het is te hopen dat het archiefonderzoek ingebouwd kan worden in het 'nor male' lesprogramma en dat het ook aan kan sluiten op onderwerpen uit het leerboek. Dan heeft het mijns inziens de meest ideale functie, namelijk door archiefonderzoek de plaatselijke situatie doorgronden als verduidelijking van de algemene lijn, die in het geschiedenisboek wordt aangegeven. Noten De auteur is leraar aan het Westland College in Naaldwijk. 1 r.a.d. renting, 'De taak van de gemeentear chivaris', nab 69 (1965) 188. 2 a.m. van der woel, 'Onderwijs en archieven', nab 82 (1978) 324. 3 j. beetsma, 'Wat gaat het archief de school aan als de school het archief aangaat', nab 83 (1979) 358. 4 Sprekend verleden. Een geschiedenis van de wereld, onder redactie van l. g. dalhuisen en p.d.m.latour. 5 c. j. van horzen, 'Lokale en regionale geschie denis', in: L.G. DALHUISEN, J.G. TOEBES en d.h. verhagen, Geschiedenis op school, deel 1 (Groningen 1982) 242. 6 van der woel, 'Onderwijs', 328. 7 Zie 42-47. Summary Archives and school The author, teacher in history, describes a project in which grammar school students participate in archival research. 41

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 21