Besluit
De verzamelde architectenarchieven en collecties zullen in het nieuwe instituut
ingebed moeten zijn in een structuur waar ze volledig tot hun recht komen,
een structuur die tegemoet zal komen aan archivistische en museale verlan
gens, die bovendien historisch onderzoek mogelijk moet maken en ook de be
roepsuitoefening van architecten dient te stimuleren. Daarmee wordt de para
dox, hierboven opgeworpen door de inhoud van &e Archief nota, beantwoord.
Het gebruik maken van de deskundigheden, door de archiefwereld ontwik
keld-hetgeen door stages van de Rijksarchiefschool geëffectueerd zou kun
nen worden, zoals dat met kunsthistorici het geval is - kan leiden tot een vrucht
bare symbiose van inzichten en methoden. Goede archiefdepots en studiezalen,
een restauratie-afdeling, een consequente inventarisatie van archieven en ca
talogisering van tekeningen moeten in het verlengde hiervan liggen. Er moe
ten afspraken worden gemaakt met de archiefwereld over wat wel en niet kan
worden verzameld. Hoe moet het bijvoorbeeld met voor het instituut interes
sante archieven van rijksinstellingen als de Rijksgebouwendienst? Deze vallen
vooralsnog onder de Archiefwet en dienen aan de archiefdiensten van de over
heid te worden overgedragen.
Willen toekomstige generaties eveneens van de rijke collecties gebruik kun
nen maken, dan dient - het zij hier als conclusie opgemerkt - vastgesteld te wor
den dat archivistische samenhang, onderzoek en presentatie, in deze volgorde,
de grondslag dienen te vormen van het beheer en de verwerving van collecties
van een nieuw op te richten instituut voor architectuur en stedebouw. Bij een
louter 'museale' of 'prentenkabinet'-presentatie-tot nog toe met name door
Rotterdamse initiatiefnemers tot verwerving van een Architectuurmuseum voor
gestaan en door sommigen in de sam ook tot ideaal verheven is niemand
gebaat. Als archief en museum zal het dan een bizondere plaats innemen te
midden van andere 'architectuurmusea'. Verzamelt het Deutsches Architek-
turmuseum in Frankfurt mooie tekeningen zonder intrinsieke samenhang met
hun context en zijn op de RIBA in Londen de tekeningen veelal los verworven
van archivalia (daar verzamelt men pas recentelijk ook hele archieven), de col
lecties van sam en ndb munten uit doordat veelal de samenhang van tekenin
gen met overige archiefstukken bewaard is gebleven, waardoor het procesma
tige karakter van (Nederlandse) 19e en 20e eeuwse architectuur op unieke wijze
bestudeerd kan worden. Dit dient zowel archivistisch als kunsthistorisch Ne
derland ter harte te gaan.
Noten
De auteurs zijn medewerkers van het Kunst
historisch Instituut van de Vrije Universiteit in
Amsterdam.
1 De laatste stand van zaken wordt samengevat
door Rob de Graaf in Archis 1986, nr 1, p. 3.
2 j.faber en b. zwaan, Inventaris van het Ar
chief van de Maatschappij tot Bevordering der
Bouwkunst 1842- 1919.
3 DIRK BAALMAN en ERIK DE JONG, 'Museum of
archief. Kanttekeningen bij de collecties van
een nieuw Architectuurinstituut', in: Wo-
nen/TABK 1985, nr 11/12, p. 30-43. Overigens
is dit nummer geheel gewijd aan het fenomeen
architectuurmuseum.
4 Afgezien van die instellingen, waarbij het aan
wezig zijn van grote hoeveelheden tekeningen
samenhangt met de uitoefening van hun func
tie (vergelijk de vele restauratietekeningen bij
de rdmz in Zeist).
5 Vergelijk j.reynaerts, 'Prijstekeningen uit het
Amsterdams bouwkundig onderwijs
1820-1844', in Bulletin knob 84 (1985), 5, p.
24
248 e.v. Voor de tekeningen van het kog zie:
c.c.g.quarles van ufford, 'Catalogus van
overwegend Amsterdamse architectuur- en
decoratie-ontwerpen uit de 18e eeuw aanwezig
in de verzamelingen van het Koninklijk Oud
heidkundig Genootschap te Amsterdam en het
Kunsthistorisch Instituut van de Rijksuniversi
teit te Utrecht', in: Jaarverslagen van het kog
in de 111e, 112e en 113e Jaarvergadering uitge
bracht, Amsterdam 1972.
6 Vergelijk de Catalogus van Christie's London,
Important Architectural Drawings and Water-
colours including the Sir Albert Richardson
Collection, 30 november 1983.
7 Deze collectie wordt momenteel geïnventari
seerd en tentoongesteld, voordat zij over een
aantal jaren geveild zal worden. Zie: Wanden
en Plafonds. Tekeningen uit de Verzameling
Lodewijk Houthakker, Catalogus Nijmeegs
Museum Commanderie van St.Jan, samen
gesteld door R. Kollewijn. Een catalogus van
de neo-klassicistische tekeningen is in voorbe
reiding.
8 Zie 'Het beheer van topografische atlassen'.
Uitgegeven door de Vereniging De Historisch-
Topografische Atlas, overdruk uit Nederlands
Archievenblad 78 (1974) nr 4, met name p.
10-12.
9 Voor definitie: zie Lexicon van Nederlandse
Archieftermen, ('s-Gravenhage 1983) 13
('Hoofdbegrippen').
10 Een voorbeeld van een geslaagde archiefinven
taris waarin architectuurhistorisch materiaal
wordt beschreven is: c. a. j.bastianen, Archi
tect Co Brandes 1900-1955, Gemeentearchief
's-Gravenhage 1984. Minder van kwaliteit, en
het tekeningenaspect eigenlijk geheel veront-
achtzamend, is: h.j.t.rullmann en m.m.m. de
mol, Inventaris van de Gemeentelijke Dienst
Bouw- en Woningtoezicht te Nijmegen (1888)
1915 -1951Nijmegen 1981.
11 Zie ook: m.kok, 'Beschrijving en ordening van
kaarten in het archief' in: j.smits, g. staal
(ed.), Titelbeschrijving van kartografische do
cumenten, Verslag Zomercursus nvk 1982,
Doorn (Nederlandse Vereniging voor Kartogra-
fie) 1983, p. 31-77.
12 In dit kader namen rijk en gemeenten in 1970
de door het Nederlands Economisch-Historisch
Archief verzamelde bedrijfsarchieven over, die
sinds 1926 door particulier initiatief waren bij
eengebracht.
13 Uitgekomen naar aanleiding van de Discussie
nota Archiefbeleid, in 1982 uitgebracht door
de Commissie Nota Archiefbeleid.
14 Zoals onder meer het geval is bij de tekenin
gencollectie van de Maatschappij tot Bevorde
ring der Bouwkunst 1842- 1919, oorspronke
lijk een integraal onderdeel van het archief van
deze instelling.
15 Maar vergelijk: m.beek, 3 Eeuwen Amsterdam
se Bouwkunst. Catalogus van de architectuur
tekeningen in de Verzameling A. A. Kok,
Amsterdam 1984. De catalogus van tekeningen
is bij dit werkje apart opgenomen in de vorm
van micro-fiches. In bewerking zijn catalogi
door Tjits van der Kooij en Constance Moes
over tekeningen-albums respectievelijk van de
laat-19e eeuwse bouwmeester A. C. Bleys en de
vroeg-19e eeuwse (landschaps)architect
J.D.Zocher jr., Vrije Universiteit 1986. Beide
albums zijn bezit van het ndb.
16 Zie noot 11.
Summary
The collections of a future institute for architecture and town planning
Two art historians plead for good archival management of architects' ar
chives. This task could be entrusted to a future institute for architecture and
town planning. In contrast to other countries, attention is given not only to
the architects' drawings but also to their records. This greatly facilitates stu
dies of 19th and 20th century architectural history.
25