5 I Ni TALL 14 ara. Het hydraulisch systeem, schematisch 15 ara. Bediening van de vouwluiken onder de weergegeven. Gas- en electromotor, pomp, middenlantaarn. Te zien is de drijfas (zelf accumulator en kranen bevinden zich in de aangedreven door één der 'motorenmet machinekamer, de 'motoren' in het depot. daarop 2x2 kabelwielen voor de luikbeweging. Tekening E. J. Nusselder. Ter weerszijden van de kabelwielen kussen- blokken met smeerpotten. Foto E. J. Nusselder. ^|lliiliiiiiiliiillllllilllllllllillllllllllllillilllllllillllllillllllilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuMillllllllMllllllllll|i|llli|||i||ll|illiiiiiiiiii||i||ii|i||iiiiii|jllli]P,[' looi" Jil/IIJIIlT, PtN I^OO 16 Foto uit Rijksarchiefgebouwen in Nederland Parijs (de BibliothèqueNationale) en aan Münster (Staatsarchief); bij het Rot terdamse gebouw wordt het Münsters systeem ('kop-hals-romp') dan ook toe gepast. In essentie bestaat het complex nog, echter het depot is inwendig drastisch gewijzigd; van de oorspronkelijke ijzerconstructie is weinig over. 1900 Eveneens te Rotterdam wordt bij het gerechtsgebouw een nieuw depot opgericht. Architect is Justitiebouwmeester Metzelaar. Metzelaar is kennelijk hardleers: dezelfde fouten die hij in Amsterdam maakte (Notarieel ar chief, 1890) herhaalt hij hier. Het gebouw bestaat nog; vergelijking met de dan gebruikelijke magazijnen gaat eigenlijk niet op. 1900 Door Van Lokhorst wordt een uitbreiding van het Groningse rijks- archief-depot gerealiseerd. Hij past daarbij zijn vertrouwde systeem toe. Zo als besproken bij de behandeling van het oude gedeelte (1881) is van de oor spronkelijke binnenstructuur niet veel over. Naast de specifieke bibliotheek- en archiefdepots zijn er, met name door Van Lokhorst zelf als Rijksbouwkundige voor het onderwijs, verschillende gebou wen ontworpen die qua constructie enigszins vergelijkbaar zijn (ijzerconstructie, roostervloeren etc.) Nader beschouwd wijken deze gebouwen echter te veel af van het behandelde type om op deze plaats te worden besproken. Ter illustra tie wordt een tweetal toch vermeld; het betreft twee gebouwen die van na de bouw van het ARA-depot dateren en die beide zijn ontworpen door Van Lok horst. 1902 Spiritus-magazijn en magazijn voor grote zoogdieren van het museum voor Natuurlijke Historie, Rijksuniversiteit Leiden. 1903 Museum voor het Pathologisch Anatomisch Laboratorium, Rijksuni versiteit Groningen. Conclusie Het voorgaande representatieve overzicht van Nederlandse depotgebouwen uit het eind van de 19e eeuw maakt duidelijk dat het ARA-depot een bijzondere plaats inneemt tussen de vergelijkbare objecten. Dat bijzondere is niet gelegen in de verschillende in het gebouw toegepaste technieken; het unieke wordt be paald door de schaal waarop de toenmalige technische verworvenheden toe passing vonden en door de combinatie en perfectie van die techniektoepassin gen. Bij alle andere genoemde gebouwen zijn op enkele of meerdere punten concessies gedaan die maakten dat het in Den Haag bereikte ideaal niet werd gehaald. Naast het feit dat het gebouw een belangrijke plaats inneemt binnen de 'familie' van laat-19e-eeuwse depotgebouwen, zijn er ook meer specifieke gronden aan te geven voor een hoge 'monumentenwaardering' van het com plex en het depot daarbinnen. Zo is daar het belang voor de geschiedenis van het archiefwezen in Neder land, samenhangend met het feit dat het hier de eerste formele behuizing van het Algemeen Rijksarchief betreft (vgl. Monumentenwet art. 1 sub b punt 3). 355

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 27