recte opvolgers van de huidige gedrukte provinciale archievenoverzichten. Bij een dergelijk aanpak zou gedacht kunnen worden aan een proefproject. Voor het opzetten van de provinciale projecten zouden de voormalige redactiecom missies voor de bestaande gedrukte delen van het archievenoverzicht gereacti veerd kunnen worden. Een proefproject zou zo mogelijk in 1985 van start kunnen gaan. In een volgende fase zou samenvoeging van de provinciale bestanden onder beheer van een centrale database-beheerder overwogen kun nen worden. Welke weg ook door de Stuurgroep gevolgd zal worden met betrekking tot de realisatie van een database, in ieder geval zal elke deelnemende instantie ge bruik moeten maken van hetzelfde format. Ook op andere punten zal overleg tussen de deelnemers aan de database een eerste vereiste zijn. Dit laatste voor al ook gelet op toekomstige koppelbaarheid en uitwisselbaarheid met andere systemen. Standaardformat 1 Itemnummer 2 Systematisch nummer (categorie-aan duiding) 3 Naam archief of verzameling 4 Periode in jaren 1 archiefvormer 2 archivalia/documentatie 5 Omvang 1 in meters 2 in inventarisnummers 6 Inhoudelijke aanduidingen (taak, bemoeienis, functie, inhoud) 7 Beperking raadpleging 8 Toegankelijkheid 9 Volledigheid 10 Bronnenpublikaties en literatuur 11 'Verwante' archieven 12 Aard van de informatiedrager 13 Plaats in het depot 14 Acquisitie en verlies 1 acquisities (datum, titel, herkomst) 2 verliezen (datum, titel, bestemming) 15 Referenties in het dienstarchief 16 Selectie en vernietiging 17 Materiële toestand 18 Schaduwarchiefvorming 19 (Her)ontsluitingswerkzaamheden Gekozen is voor een redelijk overzichtelijke opsomming zonder al te veel on derverdeling. Daarvoor leze men de toelichting op het format. De nummers 13-19 zijn uitsluitend bestemd voor intern gebruik. De on derstreepte nummers vormen het Minimumformat. Toelichting op de in het format opgevoerde gegeven Algemene opmerking: afhankelijk van de financiële armslag zal in meerdere of mindere mate gebruik gemaakt moeten of kunnen worden van (gebruikers onvriendelijke) codes in plaats van direct leesbare teksten. Ad 1 Het itemnummer Het itemnummer is een identificerend codegetal, bestaande uit: a een (code)getal voor de bewaarplaats, bij voorkeur toe te kennen door het systeem b een door de bewaarplaats intern vast te stellen identificatienummer (kan een gewoon volgnummer zijn). Bij gebruik van een geautomatiseerd archievenoverzicht moet elke op te ne men eenheid voorzien zijn van een nummer, en wel zo dat daarmee (interna tionaal de identiteit ondubbelzinnig vastgelegd is. Het probleem doet zich voor, dat wat als eenheid in het archievenoverzicht opgevoerd wordt, in archivistische zin vaak geen eenheid is: heel vaak is er sprake van een conglomeraat van archieven, die in meer of mindere mate met elkaar verbonden zijn, soms ten onrechte gedeponeerde archieven genoemd. Aangezien het de bedoeling is gegevens van archivistische eenheden tamelijk gedetailleerd op te nemen, komt men in de problemen wanneer men zo'n con glomeraat te lijf gaat met het format, dat opgesteld is om de volledige gege vens van één archief te kunnen registreren. Wil men namelijk alle archieven van het conglomeraat gelijk en volwaardig behandelen (voor het terugzoeken van alle informatie is dit noodzakelijk) dan ontstaan er moeilijkheden om elk benodigd gegeven te koppelen aan het betreffende archief van het conglome raat. De oplossing die de projectgroep hiervoor aandraagt is de volgende. Elke titel van het archievenoverzicht wordt geacht een archievenconglomeraat te zijn met 1 tot n archieven. Het conglomeraat zelf krijgt het itemnummer waaraan punt nul (.0) wordt toegevoegd, bijvoorbeeld 273.0. Op het formu lier voor het conglomeraat worden alleen de gegevens ingevuld die op het con glomeraat als totaliteit betrekking hebben. Voor elk van de onderdelen van het conglomeraat (bijvoorbeeld 273.1 tot en met 273.x) wordt een apart for mulier ingevuld. Eén van deze onderdelen zou natuurlijk zelf weer een conglomeraat kunnen zijn waarvoor dan dezelfde procedure als voor het eerste graads conglomeraat toegepast moet worden. Deze manier van onderverdelen kan bij een voldoen de flexibel systeem in beginsel onbegrensd worden voortgezet. Voor elk on derdeel van het conglomeraat wordt dus een apart formulier ingevuld met ge gevens die uitsluitend betrekking hebben op dat onderdeel. Ook aan niet in een openbare bewaarplaats berustende archieven moet een itemnummer wor den toegekend, bijvoorbeeld ten behoeve van het crpa. Deze records zijn desgewenst niet vrij toegankelijk. Ad 2 Systematisch nummer (categorie-aanduiding) Het systematisch nummer geeft aan in welke rubriek van het archieven overzicht het betreffende archief (of de verzameling) geplaatst is. Het geeft dus het soort archief aan. Om redenen van externe dienstverlening en intern beheer kan het handig zijn een bepaalde groep gelijksoortige archieven uit het bestand te kunnen lichten, alsmede onderlinge relaties van archieven te kun- 231 230

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 9