letter- en cijfercoderingen, classificatie- en plaatsingskenmerken, zowel als voor spreekwoorden en gezegden is het misschien even wennen. Toch gelden de ABC-regels ook voor het rangschikken van dergelijke eenheden. In een apart hoofdstuk worden de diverse uitgangspunten behandeld en de noodzakelijke afspraken vastgelegd. Die afspraken zijn vooral bedoeld om eenheid te brengen in een grote verscheidenheid van mogelijkheden. Zonder dergelijke afspraken, die los staan van het eigenlijke rangschikken, zou het rangschikken een chaos worden. Het betreft hier niet alleen het vaststellen van wat moet worden verstaan onder karakters (letters, cijfers, getallen, spa ties en tekens), maar ook hoe deze bij het vergelijken dienen te worden behan deld. Hetzelfde geldt voor woordverbindingen, samentrekkingen en verkor tingen. Dat dergelijke afspraken geen overbodige luxe zijn, bewijst de dagelijkse praktijk wel. Dat ook een uniforme schrijfwijze voorwaarde is, zal wel niemand in twijfel trekken. Hierbij speelt uiteraard de schrijfwijze van de betrokkene, evenals de voorkeurspelling volgens het Groene boekje, een be langrijke rol. In het belangrijke vierde hoofdstuk wordt het eigenlijke rangschikken be handeld. In tegenstelling tot voorheen wordt niet meer uitgegaan van het ver- gelijkingswoortf, maar van vergelijkingse/ewe«/e«, die veelal uit meer dan één woord bestaan. Hierdoor kunnen, zoals wenselijk bleek, alvorens tot het eigenlijke rangschikken wordt overgegaan, delen van de naam-in een vast gestelde volgorde - worden vergeleken met delen van andere namen. In tegenstelling tot voorheen worden nu nog slechts vijf soorten namen on derscheiden: persoonsnamen (persoonlijke eigennamen), zakelijke eigenna men (eigennamen van collectiviteiten), zaaknamen (namen van collectivitei ten die geen eigennaam bevatten), complexe namen (namen die naast een of meer eigennamen ook andere naamdelen bevatten) en ten slotte andere na men, waaronder te verstaan de namen van al die zaken, waarvan de drager geen natuurlijk persoon of een collectiviteit is, zoals namen van straten of na men van begrippen (trefwoorden). Toch is de behandeling van de verschillen de naamsoorten in principe identiek. In alle gevallen dient vóór het vergelij ken eerst het kenmerkend deel van de naam te worden bepaald. Dit is de basis van het vergelijken en het rangschikken. In de meeste gevallen zal het kenmerkend deel zijn dat deel van de naam, dat aanvangt met het eerste bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord, dat de dra ger van de naam of diens activiteit specifiek kenmerkt. Dit zal bijvoorbeeld zijn persbureau' in de naam Algemeen Nederlands Persbureau of 'chemische vereniging' in Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging. In persoons namen wordt als kenmerkend deel beschouwd dat deel van de naam, dat aan vangt met de eerste achternaam. Nieuw is hierbij dat alles wat op het eerste woord van het kenmerkend deel van de naam volgt tot het eerste vergelijkingselement wordt gerekend. Dit is belangrijk omdat hierdoor een splitsing ontstaat tussen het kenmerkend deel van de naam en wat daarvóór staat in de naam. Met de invoering van het kenmerkend deel van een naam als belangrijkste vergelijkingselement kon in de nieuwe regels het moeilijke artikel 12.5 van de oude regels vervallen. De behandeling van de naam van een collectiviteit die geen eigennaam is of bevat, wordt nu geregeld in hoofdstuk iv-2.3 Zaakna men. 298 Het meest eenvoudig was wellicht geweest het bij die scheiding te laten. Elke naam zou dan uit ten hoogste twee delen en dus slechts twee vergelijkingsele menten kunnen bestaan: het kenmerkend deel en het daaraan voorafgaande deel. Echter om ingewortelde rangschikkings- en zoekgewoonten geen geweld aan te doen en om zo goed mogelijk in de pas te blijven met de 'Sorteerregels' (deel 6 van de Regels voor de Titelbeschrijving), worden in de diverse namen toch nog meer naamdelen onderscheiden. In persoonsnamen zijn dat de voor namen en/of voorletters, de voorzetsels en/of lidwoorden (voorafgaand aan de achternaam) en eventuele predikaten, waaronder te verstaan aanduidingen van titels, onderscheidingen, functies, dan wel van burgerlijke staat of ver wantschap. De term predikaat brengt duidelijk tot uitdrukking dat het hier gaat om aanduidingen die aan het kenmerkend deel van de naam voorafgaan. Voor zover dergelijke aanduidingen volgen op de achternaam, worden zij tot het kenmerkend deel van de naam gerekend. In zakelijke eigennamen is wel de tweedeling toegepast, maar hier betreft het doorgaans uitsluitend voorzetsels en/of lidwoorden, zoals de in 'De Ko renbloem' of du in 'Du Commerce'. In zaaknamen bleek het gewenst de soortaanduiding (aanduiding van de beheers-, organisatie- of rechtsvorm) af zonderlijk als naamdeel in beschouwing te nemen. Door de ruime inhoud van het kenmerkend deel van een zaaknaam, kan de soortaanduiding als tweede vergelijkingselement in aanmerking komen. In complexe namen worden eerst de daarin voorkomende eigennamen in de volgorde, waarin zij in de desbe treffende naam voorkomen - in aanmerking genomen en pas daarna de ove rige naamdelen. De eigennamen worden dan als zodanig (persoonlijke of za kelijke eigennaam) behandeld en het overblijvende deel als zaaknaam. In alle andere namen wordt de eerder genoemde tweedeling toegepast. Het eigenlijke rangschikken komt tot stand door steeds het eerste vergelij kingselement van een naam (het kenmerkend deel van de naam in zijn geheel) te vergelijken met het eerste vergelijkingselement van andere namen. Dit ver gelijken geschiedt dan karakter voor karakter van links naar rechts. Het eerste verschil bepaalt dan de volgorde. Zijn van twee of meer namen de eerste vergelijkingselementen geheel gelijk, dan pas vindt vergelijking van volgende vergelijkingselementen plaats. Bij het vergelijken is de aard van het vergelijkingselement in het geheel niet van belang, daar slechts de karakters worden vergeleken. Hieruit volgt dat niet alleen de vijf genoemde naamsoorten, maar ook hun varianten, in één rangschikking kunnen worden gebracht. Wanneer derhalve in een gegevens bestand - ongeacht of dit nu een kaartsysteem dan wel een andere geheugen- vorm is alle 'namen' in één rangschikking beschikbaar zijn, is het mogelijk daaruit elke gewenste specifieke lijst in de goede alfabetische volgorde af te leiden, mits bij de namen de nodige indicatie-kenmerken zijn aangebracht. De regels geven hiervoor geen aanwijzigingen. Het produceren in lijstvorm (bibliografie, register enz.) van het gehele bestand zal zelden worden gevraagd, maar op het beeldscherm is zowel het zichtbaar maken van (een gedeelte van) het gehele bestand (alle namen in één rangschikking) als het tonen van specifieke groeperingen, zoals straatnamen, mogelijk. In een bijlage van de handleiding is een voorbeeld gegeven, waarin een aan- 299

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 43