Kroniek Ligue des Bibliothèques Europeènnes de Recherche (liber), Groupe de Cartothècaire-conferentie in Nederland, 15-19 oktober 1984 Door de LlBER/GDC-reünie in 1982 was het thema voor deze conferentie gesteld op 'Catalogiseren en Automatiseren'. Het aantal deelnemers (de meeste uit nationale en universiteitsbibliotheken en musea, en vier uit archie ven) was 59 uit 12 landen (Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frank rijk, West-Duitsland, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zwitserland, Groot- Brittannië), waarvan 46 buitenlanders. De eerste dag werd bijgewoond door 25 belangstellenden van de Werkgroep Kaartbeheer van de Nederlandse Vere niging voor Kartografie. In zijn welkomstwoord schilderde dr. C. Reedijk (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag) de ontwikkelingen met betrekking tot kaartbeheer in de afgelopen vijftien jaar op internationaal niveau (de ifla Geography and Map Libraries Section, conferenties van de gdc) en nationaal niveau: het werk van de Werkgroep Kaartbeheer, de uitgaven van carto-bibliografieën en lijstenboe ken voor kaartcollecties en topografisch-historische atlassen, de zomercursus 1982 van de nvk (titelbeschrijven van kartografische materialen). Verder het verschijnen van publikaties in de afgelopen jaren (vooral in het Engels), die het vak van kaartbeheerder op een meer wetenschappelijk niveau trachten te brengen. Na een korte inleiding door de Présidente van de gdc, Monique Pelletier, gaf mevrouw Riet Clement-van Alkemade (Vrije Universiteit Amsterdam) een lezing over de ontwikkelingen van de ontsluiting van kartografische mate rialen (km), in het bijzonder voor de kaartencollectie van de vu van 1880 - heden. Om van de KM-ontsluiter een professional te maken droegen in het bijzonder bij: 1 aanstelling van kaartbeheerders in Amsterdam, Leiden en Utrecht 1967 -1974 2 oprichting van de Nederlandse Stichting Informatie- en Documentatiecen trum voor de Kartografie (nsidk) in 1976, dat een Bureau cck (Centrale Ca talogus voor Kartografie) opzette 3 ontstaan van de Werkgroep Kaartbeheer binnen nvk in 1975. De automatisering van het catalogiseren van km in samenwerking met Bu reau cck startte in 1975, de resultaten tot nu toe zijn bemoedigend. In de volgende lezing stelde drs. Dick de Vries (Rijksuniversiteit Leiden) de vraag: 'Moeten we de kaart catalogiseren of de inhoud van de kaart classifice ren?'. Standaardisatie van de hoofdcatalogus door de Paris Principles (1961) 290 en het UBC-programma (Universal Bibliographic Control) is gebaseerd op de hoofdfunctie van de catalogus, het lokaliseren van een document. De CCK heeft echter (naast productie van catalogi etc.) als einddoel om informatie- retrieval mogelijk te maken (vooral van bovenlokaal belang); verwezenlijking ervan hangt af van financiële mogelijkheden, huidige behoeften en bereidheid om te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen naar een volwaardig informatie-retrieval systeem. Dat elementen voor informatie-retrieval, geïn corporeerd in beschrijvingen voor het maken van catalogi etc. geproduceerd worden, kwam ook terug in de lezing van Jan Smits (Koninklijke Bibliotheek Den Haag). Voldoende kennis van kartografie, geografie en documentatie is voor de beschrijver een vereiste. KM uit boek- en periodieke publikaties (circa 70% van beschrijvingen in de Bibliografie van in Nederland verschenen kaar ten) dienen zo systematisch mogelijk ontsloten te worden. Hij hield een plei dooi om bij onvoldoende middelen professionele mankracht gezamenlijk te bekostigen ter ontsluiting van in ieder geval een deel van het potentiële materi aal. Monique Pelletier (Bibliothèque Nationale, Paris) gaf een door Edwige Ar- chier opgestelde inleiding over de nieuwe regels voor onderwerpontsluiting bij de Bibliothèque Nationale, gebaseerd op de regels van de Bibliothèque de l'Université Laval, Quebec (afgeleid van de Library of Congress-regels). Zij ging voornamelijk in op de geografische ontsluiting. De geografische aandui dingen zijn voornamelijk afkomstig uit de Grand Larousse Encyclopédie, met uitzondering van namen van landen van een IFLA-Iijst (1981). Alle geografi sche ingangen bevatten een fysische (waterloop, berg, eiland etc.), een admi nistratieve/religieuze (canton, staat, diocees etc.), en eventueel een geografi sche specificatie (Franse ingangen het arrondissement, niet-Franse de naam van het land). De systematische catalogus kent hoofdingangen, 'zie-' en 'zie ook'-verwijzingen en terugverwijzingen naar 'zie-' en 'zie ook'-verwijzingen. Na de lunch volgde een lezing van drs. Edzer Bos (itc, Enschede), voorzit ter van de nvk. Na ontstaan en activiteiten van de nvk en haar werkgroepen geschilderd te hebben, werd de Werkgroep Kaartbeheer onder de loep geno men, waarbij het verschijnen van de Gids voor kaartenverzamelingen in Ne derlanden de Zomercursus 1982 als belangrijke feiten gememoreerd werden. Verder hield hij een pleidooi voor het tot stand komen van een goede informa- tiepolidek met betrekking tot carto/geo-informatie. Daarna vertelde dr.Franz Wawrik (Oesterreichische National Bibliothek, Wien) iets over het begin van de herinrichting van kaartcollectie en Globe Mu seum van de Nationale Bibliotheek. Door verhuizing van een aantal afdelin gen wordt de werk-, berg- en publieke ruimte uitgebreid van 1.120 tot 1.600 m2. Tevens wordt er een lift in het oude keizerlijke paleis geïnstalleerd die de bereikbaarheid verbetert. Het uiteindelijke doel moet zijn een geografische collectie, die voldoet aan de huidige en toekomstige behoeften. Vervolgens ging drs. Han van Snellenberg (Geografisch Instituut, Utrecht) in op de problemen van onderwerp- en geografische classificaties voor karto grafische informatie. Deze gaan in tegenstelling tot die voor boeken, die uit gaan van rationele en logische analyses, uit van het concreet weergeven van phenomena. De drie op te lossen hoofdproblemen zijn namelijk die van on derverdeling, taal en tijd. Het aan deze classificaties ten grondslag liggende 291

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 39