Positieve motieven vallen ook te noemen. Ten eerste verlangt een goed besluit een explicitering van de archivistische handelwijze bij reorganisaties van ge meentelijke diensten, bedrijven en instellingen. Tegenwoordig een hoogst ac tuele zaak! Ten tweede dient de verantwoordelijke registrator als centrale fi guur binnen de administratie zijn greep te versterken op de vele commissiearchieven, gerubriceerde stukken en financiële bescheiden binnen het apparaat. Juist deze leiden vaak een te afzonderlijk, onoverzichtelijk bestaan. Ten derde moet het archiefstuk meer dan voorheen integraal aange pakt worden, dit is vanaf zijn dynamische tot en met zijn statische stadium. Met name komt dit naar voren in de eisen, gesteld aan de specificaties van de te vernietigen stukken en aan de beschrijvende inventarissen. Ook de opbouw van het nieuwe besluit bevestigt deze integrale aanpak. Na een algemeen hoofdstuk wordt in de drie volgende de levenscyclus van het archiefstuk als het ware op de voet gevolgd. Dit besluit hanteert het begrip 'archiefbescheiden', zoals vervat in artikel 1 van de Archiefwet 1962. Duidelijk loopt deze omschrijving op de praktijk achter. Reeds bij de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer betoogde de toenmalige staatssecretaris, dat onder archiefbescheiden ook zaken als ge luidsbanden, computertapes, -output, microfilms kunnen vallen. De zeer snelle ontwikkeling op administratief-technisch gebied maakt het onmogelijk een uitputtende opsomming te geven van alle soorten informatiedragers, die voor deze definitie in aanmerking komen. Over enige tijd zal de verwachte wetswijziging wellicht een volgende poging doen in deze richting. Buiten kijf staat, dat dit besluit naar de geest alle mogelijke ambtshalve opgemaakte en ontvangen schriftelijke neerslag tot het begrip 'archiefbescheiden' rekent. De verantwoordelijke registrator krijgt in dit besluit ruime aandacht. Hij vormt de spil van de administratie en moet voldoen aan eisen van deskundig heid en vakbekwaamheid. Alle archiefbescheiden van het apparaat dienen door hem of in overleg met hem feitelijk te worden beheerd, dit ter bevorde ring van een uniforme gedragslijn. Hierop werd al geduid. Zijn taak neemt ook anderszins in zwaarte toe. Zo omvat deze tevens de aanleg van dossierin ventarissen voor het dynamische en semi-statische archief, de opmaak van stukkenlijsten, de vernietiging van stukken en de beschrijvende inventarisatie van tien-jarenblokken. Een enorme achterstand in de selectie, vernietiging en herinventarisatie der semi-statische archivalia moet de registrator wegwerken. Een stukkenlijst kan hierbij helpen. Dit is een gedetailleerde categoriale opga ve van archiefbescheiden die voor vernietiging in aanmerking komen, met vermelding van de te hanteren bewaartermijnen. Uiteraard geven bij de vaststelling de ministeriële richtlijnen van 1 december 1983 het kader aan, waarbinnen de betrokken gemeentelijke en intergemeentelijke functionaris sen met hun eisen moeten blijven. De rol van de gemeentearchivaris wordt eveneens versterkt. Meer dan in het verleden was voorgeschreven moet hij nu gehoord worden door of kan hij uit eigen beweging voorstellen doen aan de zorgdragers. Ook aldus blijft de gewenste uniformiteit binnen de totale organisatie beter gewaarborgd. Bo vendien is de formele mogelijkheid geschapen, dat hij desgewenst de taak der registratoren verlicht door met een speciaal revisie-, selectie- en inventarisatie team, opererend vanuit de oud-archiefdienst, de semi-statische archieven te bewerken. Thans de manier waarop de voorbereiding van de wijziging heeft plaatsgevon den. Een kleine werkgroep, gestuwd door de schrijvers, bereidde deze voor. Zij baseerde zich op het Koninklijk Besluit Algemene Secretarieaangelegen heden Rijksadministratie van 1980, het vigerende Besluit Post- en Archiefza ken, vergelijkbare, wat afwijkende besluiten van elders, literatuur, ervarin gen en gesprekken met collegae. Achtereenvolgens bespraken het Beraad Chefs Interne Zaken, de Werkgroep Welzijn en de Management Overleg groep het concept. Het beraad bestaat uit de feitelijke beheerders der post- en archiefzaken te Roosendaal en Nispen. De werkgroep is een ambtelijk- bestuurlijk adviesorgaan voor burgemeester en wethouders, terwijl de over leggroep de gemeentelijke diensthoofden als leden heeft, dus de formele be heerders. Een zekere bewustwording streefden de initiatiefnemers aldus met een na. Zodra de afdeling Juridische Zaken van de secretarie de juridische puntjes op de 'i' had gezet, kon het dagelijks bestuur van de gemeente het besluit vaststellen. Roosendaal en Nispen fungeert als centrumgemeente voor het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Voor zijn diensten heeft deze beslis sing mede consequenties. Vertegenwoordigers hiervan werden daarom ook bij de voorbereiding betrokken. Thans is het formele kader gereed. Nu komt het op de uitvoering aan. Deze zal geleidelijk geschieden. Noot Dit artikel verschijnt eveneens in het september nummer van Overheidsdocumentatie. Maande lijks orgaan van de Vereniging voor documen taire informatievoorziening en administratieve organisatie fsoDj. De auteurs zijn respectieve lijk gemeentearchivaris, coördinator semi- statische archieven en chef interne zaken van de gemeentesecretarie van Roosendaal en Nispen. Besluit post- en archiefzaken Roosendaal en Nispen 1985 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder: a gemeentelijke organen: de gemeentelijke bestuursorganen en de daarmee ge lijk te stellen commissies en functionarissen. b archiefbescheiden of stukken: de archiefbescheiden als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b, van de Archiefwet 1962. c post- en archiefzaken: de verzorging van de ingekomen en uitgaande post, de dossiervorming en -ordening, alsmede het archiefbeheer. d ordeningsplan: een schema voor de indeling van een archief en voor de rang schikking van zijn bestanddelen. e archiefcode: een code, waarin de onderwerpen die bij een overheidsadmi nistratie kunnen voorkomen, stelselmatig zijn ingedeeld ten behoeve van de rangschikking en/of het toegankelijk maken van de archiefbescheiden van dat orgaan. registrator: het hoofd van de afdeling of het onderdeel post- en archiefzaken van een algemene dienst of tak van dienst. 249 248

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 18