nen constateren en ernaar te kunnen zoeken. Met behulp van dit systematisch nummer kan aan deze behoefte op snelle wijze voldaan worden. Voorwaarde voor het gebruik van dit nummer is, dat er voor het gehele archievenoverzicht één universele rubriekenindeling gehanteerd worden. Ad 3 Naam archief of verzameling Indien het een conglomeraat met n 1 (1 ongedeeld archief) betreft, is de naam gewoon de naam van de archiefvormende instelling of persoon. De vol ledige naam moet gebruikt worden, zonodig met verkorte intern gebruikte roepnaam en gewenste afkorting. Indien het een conglomeraat met n groter dan 1 betreft (meer dan 1 archief) dan is de gekozen naam slechts te zien als een hanteerbare aanduiding voor een complex geheel. Vaak zal die gekozen naam niet juist zijn omdat daarmee het conglomeraat niet geheel gedekt wordt. In dat geval zou het aanbeveling verdienen die naam tussen aanha lingstekens te plaatsen. Tevens zal een code aangebracht moeten worden voor de onderscheiding tussen archief en verzameling. Ad 4 Periode in jaren 1 periode archiefvormer 2 periode archivalia/documentatie Beide gegevens zijn nodig om de persoon c.q. instelling exact te kunnen plaat sen in de tijd en de mate van volledigheid van het archief, wat tijd betreft, te kunnen aangeven. Bij archieven die uit niet meer dan memoires bestaan, dient uit uniformiteitsoverwegingen het jaar/de jaren van produktie van het stuk genoteerd te worden. De periode waarover de memoires handelen dient in de inhoud onder punt 6 opgenomen te worden. Soms zal een bestaansperiode niet aangegeven kunnen worden (bijvoorbeeld bij het oud-archief van een stad). Opname onder 4.1 van de nummers en data van eventuele oprichtings- en opheffingsbesluiten kan zeer nuttig zijn. Ad 5 Omvang in m' of aantallen en inventarisnummers Bij 5.1 is geen nadere toelichting noodzakelijk. Punt 5.2 geeft een nadere aanduiding van de omvang; het kan eventueel aanknopingspunt zijn voor gespecificeerde gegevens onder punt 6 en volgende of voor inventarissen en andere ingangen. Bij minder dan 0,1 m' vermelden: minder dan 0,1 m Ad 6 Inhoudelijke aanduidingen (taak, bemoeienis, functie, inhoud) Het verdient aanbeveling bij het conglomeraatsformulier met behulp van trefwoorden de taak etc. van het geheel globaal aan te duiden in plaats van de taken van alle conglomeraatsonderdelen afzonderlijk op te sommen. De tref woorden kunnen institutioneel bepaald zijn en/of aan meer algemene tref woordensystemen ontleend. Ook persoons- en geografische namen moeten kunnen worden opgenomen. Invulling van dit veld moet zich mettertijd kun- nen ontwikkelen (opname van nieuwe trefwoorden bij verbetering van kennis van het archief; opname van voor bepaalde (groepen) inventarisnummers kenmerkende trefwoorden, met specificatie van die inventarisnummers, zie ook onder de toelichting bij punt 5. Gewaakt moet worden voor het dichtslib ben van de hier geboden essentiële zoekmogelijkheden door wildgroei van trefwoorden. Aangesloten kan worden bij de ontwikkeling van vocabulaire(s) voor onderwerpsgewijze ontsluiting (zie rapport projectgroep Thesaurus). Bij het beheer van de database moet hierop steeds toegezien worden. Overigens zal het vervaardigen en bijhouden van de index verder volautomatisch ge schieden. ad 7 Beperking raadpleging Beperkende bepalingen hier opnemen, met vermelding van ontheffingsmo gelijkheden; zonodig specificeren naar inventarisnummers/type stukken (bij voorbeeld 50 jaar; personeelsdossiers 75 jaar; ontheffing via beheerder). nb De raadpleging kan beperkt zijn door bijvoorbeeld beperkende bepalin gen met betrekking tot openbaarheid, slechte materiële toestand etc. Ad 8 Toegankelijkheid De aard van de toegang wordt aangegeven (inventaris, plaatsingslijst, in dex), eventueel in codering. Op het formulier van het conglomeraat zelf moe ten slechts die ingangen worden opgenomen, die op het gehele conglomeraat betrekking hebben. Specifieke ingangen op onderdelen van het conglomeraat worden op de desbetreffende formulieren ingevuld, eventueel met de desbe treffende inventarisnummers uit de conglomeraatsinventaris. Van de toegan gen worden, indien bekend, bibliografische gegevens opgevoerd. De moge lijkheid moet worden geboden de kwaliteit van de toegankelijkheid in één woord te karakteriseren. Ad 9 Volledigheid In het begrip volledig is reguliere vernietiging verdisconteerd. Bij onvolle digheid kan eventueel een nadere aanduiding gegeven worden omtrent de aard van de onvolledigheid. Formeel gezien dient onder dit punt te worden opge nomen: de verblijfplaats van het ontbrekende deel van het archief. Uit prakti sche overwegingen kan echter ook gedacht worden aan koppeling met punt 11. Ad 10 Bronnenpublikaties en literatuur Onder dit punt wordt alleen aangegeven of deze gegevens voorhanden zijn. Indien dit het geval is, wordt verwezen naar het bij de desbetreffende dienst aanwezige aparte bestand. 232 233

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 10