ambtsmisdrijven en de verstoring van de openbare orde en veiligheid. Zodra het Provinciaal Bestuur op reces ging, kreeg zijn dagelijks lichaam nog meer rechten. Het kon dan, namens het Provinciaal Bestuur, bijvoorbeeld ook ak ten van venia aetatis en bepaalde octrooien verlenen, collaties met vicarieën bevestigen, surséances van betaling toestaan, alsmede suspensies van rechter lijke procedures en vonnissen. De voorzitter van het comité beschikte op dat moment over het grootzegel, indien althans zijn collega van het Provinciaal Bestuur zich buiten 's-Gravenhage bevond. Om de drie maanden moest het Provinciaal Comité bij het Provinciaal Bestuur een verslag indienen, waarin het van zijn handelen verantwoording af legde. De secretaris van het Provinciaal Bestuur had bemoeienis met de op maak hiervan; evenzo was hij betrokken bij het opstellen door het comité der agendapunten voor de aanstaande vergadering van het Provinciaal Bestuur.*" Er bestonden meer relaties van institutionele aard tussen beide organen. Zo had de voorzitter van het Provinciaal Bestuur als toehoorder ieder moment den vryen toegang tot de bijeenkomsten van het Provinciaal Comité,42 ter wijl van minstens vijf leden van dit comité verwacht werd, dat ze in diezelfde kwaliteit steeds de zittingen van het Provinciaal Bestuur bijwoonden, tenzij zijn beraadslagingen het comité zelf betroffen.43 Twee leden van het Depar tement van Algemeen Welzijn en één van ieder ander departement namen de ze taak op zich. Gemengde commissies van leden uit beide lichamen bleken daarnaast geenszins uitzonderlijk. Zelfs hadden het Provinciaal Bestuur en Comité een gemeenschappelijke secretarie onder de gezamenlijke leiding van de beide secretarissen, bestaande uit commiezen en klerken.45 Met dit alles poogde men bewust de doelmatigheid van het gewestelijke bestuur te verho gen. De contacten tussen de twee organen verliepen overigens weieens stroef. Soms kwamen competentiegeschillen voor, bijvoorbeeld over de bewaring van het grootzegel46 of over het recht tot afhandeling van een bepaalde zaak.47 In de oude vertrekken van de Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwar tier, gelegen onder de zaal van de voormalige Hollandse Staten, vergaderde het Provinciaal Comité minimaal drie keer per week, op maandag, woensdag en vrijdag, van tien tot twaalf uur. In de regel beraadslaagde het evenwel iede re dag, behalve in de weekeinden. De president, secretaris en departementsse cretarissen bereidden deze bijeenkomsten voor, van negen tot tien uur. Op 6 april 1796 stelde het Provinciaal Comité zijn vergaderreglement vast.411 Dit regelde de opening en sluiting der samenkomsten, de verkiezing van de voor zitter, de werkwijze en volgorde bij de behandeling van en beslissing over kwesties. Iedere maand zat een ander lid de vergadering voor, daartoe geko zen door de overige leden. De stemprocedure binnen het comité was al op 5 fe bruari 1796 bepaald.49 Het kwam erop neer dat die overeenkwam met die van het Provinciaal Bestuur. Op 28 maart 1797 benoemde het Provinciaal Bestuur een nieuw comité, na dat het juist zelf van samenstelling veranderd was. Tal van invloedrijke leden van het vorige comité bleven nochtans aan, evenals secretaris Leemans. Het tweede Provinciaal Comité trad op 5 april 1797 in functie. De staatsgreep van 22 januari 1798 had eveneens consequenties voor dit Provinciaal Comité. Weliswaar werkte het nog enige tijd onder de naam van Comité van het voor- 188 GELYKHEIDt VRYHEID> BROEDERSCHAP lopige Intermediair Administratief Bestuur door, uiteraard zonder adviezen te verstrekken en handelingen te verrichten omtrent zaken waarvan de oplos sing soevereine macht impliceerde, maar op 4 februari 1798 gelastte het Voor lopig Uitvoerend Bewind van de Constituerende Vergadering der Bataafse Republiek toch het comité om de volgende dag permanent te scheiden, wat in derdaad geschiedde.50 5 Departementen en Commissie van Binnenlandse Correspondentie Hierboven werd gesteld dat een der motieven voor de oprichting van het Pro vinciaal Comité, als instantie tussen het Provinciaal Bestuur en de departe menten, de garantie inhield van eenheid in de beleidsuitvoering. Stellig berust te bij het comité de generaale en opperbehering der uit te voeren taken. De departementsleden overlegden en besloten gezamenlijk in de vergaderingen van het Provinciaal Comité; alleen op zijn naam en gezag werden resoluties, vonnissen, akten en betalingsopdrachten voor derden uitgevaardigd en advie zen naar het Provinciaal Bestuur gezonden. De departementen waren slechts gemaks- en ordershalve opgericht zich met specifieke taken bezig te houden. Tegelijk met de nadelen van arbeidsdeling wilde men kennelijk niet ook de voordelen prijsgeven. Vrijwel alle beslissingen en adviezen, uitgaande van het Provinciaal Comité, werden in een of meer departementen voorbereid. De ge meenschappelijke vergadering behoefde veelal slechts hun concepten te be oordelen en goed te keuren. De departementen traden alleen naar buiten, wanneer ze met ambtelijke colleges of ondergeschikte functionarissen cor respondeerden over routinewerk. Ook wel gebeurde zulks, als ze burgers toe stonden mondeling kwesties toe te lichten.51 Overige rechtstreekse contacten, 189

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 36