Archives (Internationale Ronde-tafelconferentie van het Archiefwezen) in het leven, die voor het eerst plaats vond in Parijs in 1954. Van dat jaar af werden ze regelmatig gehouden in de jaren tussen de congressen. Aanvankelijk was de Ronde tafel autonoom. In 1964 werd zij opgenomen in de statutaire structuur van de ica, maar behield tot op de dag van heden een zekere administratieve en financiële autonomie. Terwijl een Congres in principe toegankelijk is voor iedere archivaris, is dat niet het geval voor de Ronde tafels: sedert 1973 is de deelneming beperkt tot twee per land (drie voor de federale staten) wat, samen met de vertegenwoordigers van internationale organisaties en uitgenodigde experts en observateurs, zo een 70 a 90 deelnemers geeft uit 40 a 45 landen. De Ronde tafels snijden thema's aan die ook wel op de Congressen worden be handeld; meestal zijn ze evenwel minder ruim. Gewoonlijk gaan de discussies uit van een rapport door de secretaris opgemaakt aan de hand van een vragen lijst gestuurd naar tientallen landen. De handelingen van de Ronde tafels wor den ook gepubliceerd in een speciale reeks. 22 Handelingen vullen thans 17 volumes. Een index beslaat 19 Ronde tafels. Er dient nog opgemerkt dat tot nu toe de Handelingen alleen in het Frans gepubliceerd werden, op één uitzon dering na (1971). Verleden jaar zijn tweetalige handelingen verschenen. Die tamelijk originele formule van Congressen afgewisseld met Ronde ta fels heeft haar deugdelijkheid bewezen. Niemand in de ica wenst ze gewij zigd te zien. Voor de laatste Congressen wordt gepoogd zeer algemene onderwerpen aan te snijden, dat wil zeggen onderwerpen die zoveel mogelijk alle archieven en archivarissen in alle landen kunnen interesseren. Ook wordt er naar gestreefd die onderwerpen alleen nog in plenaire zittingen, waar dus alle deelnemers kunnen aanwezig zijn, te bespreken. Sedert het Congres in Moscou (1972) worden inderdaad geen sectievergaderingen meer in het programma opgeno men. Er is een tendens ook om alleen nog één thema te behandelen of ten minste om gemeenschappelijke noemers te vinden: zo had men in Washington (1976) het thema: 'De archivistieke revolutie van onze tijd', met vier aspecten daarvan (pre-archivistieke revolutie: records management; technologische re volutie; revolutie in toegang en gebruik; geo-archivistieke revolutie). In Lon den (1980) werden alle facetten belicht van het 'gebruik van archieven' in drie plenaire zittingen, aangevuld met een plenaire zitting gewijd aan de 'ica, zijn realisaties, zijn toekomst'. Een hoofdthema: 'De uitdaging van het archief: toenemende verantwoor delijkheden (taken) en beperkte middelen', en een speciaal onderwerp: 'Bila terale en internationale ruil van archieven door middel van reprografie', wa ren aan de orde in het Congres te Bonn. Redactie Spreker behandelt vervolgens drie basisrapporten, die werden besproken tijdens drie plenaire zittingen. Het eerste basisrapport van Oscar Gauye (Zwitserland) poogt het thema 'de uitdaging aan het archief' te ontle den, de andere twee, van Michael Swift (Canada) en B.Brachmann (ddr) formuleren elk een antwoord op het gestelde probleem: het beheer en de mo derne technologieën, het beheer en de menselijke hulpmiddelen. Aangezien hieraan in het verslag van het congres in Bonn in Nederlands Archievenblad 88 (1984), 281-313 al aandacht gewijd is, wordt dit deel van de rede van 10 dr.Wyffels niet hier gepubliceerd, maar wordt verwezen naar het tijdschrift van onze Belgische zustervereniging, waarin de gehele toespraak gepubliceerd wordt. Wel volgen nog de aanbevelingen, die door de Algemene Vergadering in Bonn zijn goedgekeurd. Recommandaties van het Congres Hoe komen op het Congres resoluties en aanbevelingen tot stand? De pro- jekten van een aantal resoluties en aanbevelingen die aan de Algemene Verga dering op het eind van het Congres ter goedkeuring worden voorgelegd, wor den opgesteld door een resolutiecomité, dat in het algemeen een 25-tal leden telt, benoemd door de voorzitter van de ica na raadpleging van het Uitvoe rend Comité, en dat het geheel van de professionele belangen van de internati onale archivistieke gemeenschap vertegenwoordigt. De recommandaties, op professioneel vlak, zijn gezaghebbend voor zover zij de in overleg gevormde opinie weerspiegelen van het geheel der ledenlan- den van de ica, maar zonder dat zij anderzins bindend zijn. De door de Algemene Vergadering in Bonn goedgekeurde aanbevelingen op professioneel vlak, in verband met de eerste drie plenaire zittingen, zijn de volgende. Eerste plenaire zitting 1 Het 10e Congres beveelt een bredere internationale uitwisseling van informa tie aan tussen de archiefdiensten en de professionele verenigingen van archi varissen over de te geven antwoorden op de nieuwe uitdagingen waarmede ze thans geconfronteerd worden ingevolge de onvermijdelijke ongelijkheid tus sen de materiële en menselijke hulpmiddelen en de toenemende verplichtingen die hen als behoeders van het archivistisch wereldpatrimonium ten deel vallen en ingevolge de taken die in toenemende mate van hen geëist worden door de administratie en het publiek. 2 Het Congres wenst dat de ica en de Unesco alle steun zouden verlenen aan de landen die bezig zijn met de aanleg of de modernisering van hun archivistieke infrastructuur, met het oog op de voorbereiding van systematische en realisti sche archivistieke programma's die het best de voorhanden potentiële hulp middelen kunnen gebruiken ter beantwoording van de uitdagingen. 3 Om reden van de actuele structuurwijzigingen in de bestuursmechanismen strekkend tot een toenemende centralisatie of decentralisatie en hun directe of indirecte weerslag op de archiefdiensten, die een aanzienlijke aanpassing noodzakelijk maakt van het werk van die diensten, wordt aangeraden dat de ica van de Unesco tot opdracht krijgt, in het raam van het RAMP-program- ma1, om richtlijnen en modellen uit te werken steunend op de ervaring van verschillende landen, ten einde de aanpassingen volgens de behoeften te ver gemakkelijken. 4 Ten einde een scherper bewustzijn te wekken van de uitdagingen waarmede de archiefdiensten geconfronteerd zijn en ten einde een beter begrip te bevorde ren van de waarde van de archiefdiensten, wordt de nationale archiefdiensten en de professionele verenigingen van archivarissen gesuggereerd een regelma- 11

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 6