toriële aandoeningen, waarbij dit niet mogelijk is en men voor wat betreft de herhalingskans uit moet gaan van empirische risicotabellen vermeld in de lite ratuur. 4 Het genealogisch onderzoek Een klinisch-geneticus kan genealogisch onderzoek laten verrichten wanneer: de diagnose en de daarbij in de literatuur beschreven manier van overerving niet overeenkomen met de feitelijke overervingswijze van dat ziektebeeld bin nen de familie van de adviesvrager of patiënt bij de gevonden diagnose verschillende wijzen van overerving in de literatuur bekend zijn (men noemt dit genetische heterogeniteit) het gaat om personen afkomstig uit verschillende families die eenzelfde ziek tebeeld tonen waarvan echter de erfmodus in de literatuur (nog) niet bekend is. 5 Doelstellingen Samengevat heeft genealogisch onderzoek ten behoeve van erfelijkheidsadvi- sering vier doelstellingen: 1 het leveren van een bijdrage aan het vaststellen van de erfmodus 2 het helpen opsporen van familieleden met een verhoogd risico op een aandoe ning of afwijking (het 'preventieve' doel van genealogisch onderzoek) 3 het helpen analyseren bij het onderzoek van mogelijk erfelijke 'nieuwe' aan doeningen 4 het vergelijken van stambomen en kwartierstaten van mensen met dezelfde aandoening. Door de eventuele gemeenschappelijke afstamming van patiën ten met erfelijke afwijkingen na te gaan, kan worden vastgesteld welke andere personen kans hebben op deze aandoening. 6 Bronnen De archiefbronnen zijn onmisbaar voor dit soort genealogisch onderzoek. Adviesvragers bij het Klinisch Genetisch Centrum Utrecht wordt voor de aan vang van een genealogisch onderzoek gevraagd een familieformulier in te vul len. Hierop dienen de genealogische gegevens tot drie generaties, uitgaande van de patiënt of adviesvrager(s), te worden ingevuld. Aan de hand van die ge gevens kan genealogisch onderzoek begonnen worden. De meest geraadpleegde bronnen zijn: 1 registers van de Burgerlijke Stand 2 bevolkingsregisters 3 doop-, trouw- en begraafregisters 4 persoonskaarten (sinds circa 1938 ten behoeve van het bevolkingsregister van iedere inwoner in Nederland opgemaakt) 5 genealogische bibliotheken, zoals die van het Centraal Bureau voor Genealo gie (cbg) en de verschillende genealogische verenigingen 100 6 genealogisch handschriften (vooral aanwezig bij het cbg) 7 notariële archieven 8 burger- of poorterregisters 9 lidmatenregisters van de Protestantse kerken Daar de meeste archiefbronnen alleen aanwezig zijn bij de rijks-, streek- of gemeentearchieven, zullen de genealogen van de genetische centra ook in de toekomst vaak een beroep op de Nederlandse archiefinstellingen en hun me dewerkers moeten doen. Omdat het aantal aanvragen voor genealogisch on derzoek ten behoeve van erfelijkheidsadvies de afgelopen jaren sterk is geste gen, willen de verschillende genetische centra beginnen met het opzetten van een genealogische databank. Het Klinisch Genetisch Centrum Utrecht is in de voorbereiding al in een ver gevorderd stadium. Medio 1985 hoopt men te star ten met het invoeren van genealogische gegevens. Mettertijd zal uitwisseling van gegevens tussen de verschillende centra makkelijker kunnen geschieden en zal het aantal aanvragen voor genealogische onderzoeken bij de archief instellingen en gemeentesecretarieën naar rato kunnen afnemen. Noot F.A.M.Hennekam is genealoog bij het Klinisch Genetisch Centrum Utrecht. Daarvóór was hij werkzaam als archivist bij de Gemeentelijke Ar chiefdienst Utrecht en de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. Het adres van het Klinisch Genetisch Centrum Utrecht is: a.b.c.straat 18 c, Postbus 18009, 3501 ca Utrecht, telefoon 030-320210. Literatuur j.j.m.aulbers, b.g.a. ter haar, Erfelijke aan doeningen, Utrecht, 1983. f.a.beemer, 'Het klinisch genetisch centrum', in: Huisarts en Wetenschap, 1984, Vol.27, 168-170. Erfelijkheid, wat is dat? Brochure Nederlands Antropogenetische Vereniging, Postbus 18009, Utrecht, 3e druk, 1983. j.s.fitzsimmons, A handbook of Clinical Gene tics, Londen, 1980. g.p.frest 'Genealogie en erfelijkheid,' in: Gens Nostra (1954), 170-175. h.galjaard, w.strubbe, b.van zijderveld, Voorkomen is beter dan niet genezen, Nijkerk 1978. Genealogie, wie waren uw voorouders. Uitgave pbna, 1980. r.hoppe, 'Genealogisch onderzoek ten behoeve van het medisch erfelijkheidsadvies', in: Jaar boek Centraal Bureau voor Genealogie', 33 (1979), 76-85. e.a.murphy, g.a.chase, Principles of Genetic Counseling, Chicago, 1975. a.van der tang, Stamboomonderzoek, Utrecht, 1981. 101

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 51