89 Dat ik de opvatting dat het overzicht door een tabellarische presentatie niet wordt vergemakkelijkt als generalisatie bestrijd, moge duidelijk zijn. Hierbo ven heb ik uitvoerig uiteengezet, dat een dergelijke presentatie hier juist een beter inzicht geeft in de relaties tussen de inventarisnummers waarnaar wordt verwezen. Wel verliest de beschrijving van het afzonderlijke stuk haar klassie ke geslotenheid en valt zij uiteen in de haar samenstellende elementen. De meeste daarvan vinden hun vaste vorm en plaats in de tabel zelf en vormen een soort romp- of formulierbeschrijving; de andere zijn opgenomen in noten. De noten verschillen ook in inhoud en vorm van de klassieke NB. Door hun plaatsing verstoren zij niet het beeld van de pagina, kunnen zij betrekking hebben op meer dan één inventarisnummer en zijn zij in omvang aan minder beperkingen onderhevig. Bovendien kunnen zij aanvullende gegevens bevat ten over redactie, inhoud en uiterlijke vorm, die in de traditionele inventaris in de beschrijving zelf zijn opgenomen. Wie de klassieke inventaris gewend is, zal aan de tabellarische dan ook zeker moeten wennen. Maar minder over zichtelijk dan de klassieke is de tabellarische inventaris in principe niet. De opmerkingen van Muller c.s. over plaatsruimte en esthetiek zijn in hun algemeenheid respectievelijk onjuist en subjectief en bovendien van weinig fundamentele betekenis. De kritiek van de schrijvers van de Handleiding op het tabellarisch inventa riseren wordt overigens begrijpelijker als we in aanmerking nemen welke re sultaten deze methode tot dan toe had opgeleverd. Zo is er op de chronologi sche tafel waarin Van Visvliet charters en oorkonden schreef die op het Zeeuwse rijksarchief voorhanden waren, inderdaad van alles aan te mer ken.16 Die aanmerkingen gelden echter de desbetreffende inventaris, niet het tabellarische inventariseren als zodanig. Andere toepassingsmogelijkheden De hierboven ontwikkelde tabellarische inventarisatiemethode is ontwikkeld ten behoeve van het toegankelijk maken van een gedeelte van één archief en geheel en al afgestemd op de eisen die door de eigenaardigheden van dat ar chief worden gesteld. Dat neemt niet weg, dat de methode in de een of andere vorm toepasbaar lijkt bij de inventarisatie van archieven van collegiale bestu ren en van parallelle series in het algemeen. Zo moet het mogelijk zijn van de ingekomen en minuten van uitgaande ordinaris en secrete brieven van de Staten-Generaal en de registers waarin ze zijn afgeschreven een soortgelijke inventaris samen te stellen. Bovendien zou een tabellarisch systeem kunnen worden toegepast bij de vervaardiging van ovc zichten van bestanden die niet tot hetzelfde archief behoren. Het lijkt echter verstandig een definitief oor deel hierover op te schorten tot de inventarisatie is voltooid en de gebruiker de gelegenheid heeft gehad haar op haar merites te beoordelen. Noten 1 S.MULLER FZ., J.A.FEITH en R.FRUIN.TH.AZ., Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven (Groningen 1898), 40. 2 Zie: theo Thomassen, Plaatsingslijst van de collectie Tweede Kamer, Den Haag 1982, ty poscript ara Eerste Afdeling. 3 Zie onder meer: theo Thomassen, Gere construeerde inventaris van de collectie 'Staten- 88 Generaal dubbelen', onder verwijzing naar de archieven van herkomst, Den Haag 1983, handschrift ara Eerste Afdeling. 4 De serie gedrukte resoluties die zich in het ar chief van de Staten-Generaal bevindt is hetero geen en pas later aan dit archief toegevoegd. 5 Van de laatste serie zijn alleen de delen over 1746-1758 nog op het ara aanwezig. Vernie tigd of in bruikleen gegeven aan andere archie ven zijn de 108 delen over 1703, 1705-1720, 1724-1738, 1760-1785 en 1788 (waarvan 29 de len over de vroegste jaren in hoornen en de overige in kartonnen banden) die zich in 1822 nog op het ara bevonden. Inlichtingen over hun huidige verblijfplaats worden zeer op prijs gesteld. 6 (n.m.japikse), Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, i Resolutiën, 's Gravenha- ge 1962, typoscript ara Eerste Afdeling. 7 Bij de automatische verwerking van de onder zoeksgegevens kreeg ik de onmisbare hulp van Peter Horsman. Zie voor een verslag het hier na volgend artikel. 8 Omwille van de overzichtelijkheid is de unifor miteit van de ontworpen systematiek alleen doorbroken bij de datering van de resoluties uit de vroegste periode (vergelijk afbeelding 1 met afbeeldingen 2 en 3). 9 Van mijn voornemen om de nummers met in dex vetter te laten printen zag ik af, toen dit op de tekstverwerker twee posities extra voor de instructies bleek te kosten. 10 Omnummering blijft echter tot de practische mogelijkheden behoren, doordat de inventaris ook op de diskette bewaard blijft. Te denken valt aan een omnummering van de registers die zich in restcollecties bevinden en die bij opheffing van die collecties wellicht tot ver- volgarchief van de Staten-Generaal kunnen worden samengebracht. Verbetering van de overzichtelijkheid van de inventaris van de re soluties zal hierbij dus niet het doorslaggeven de motief zijn. 11 TH.vanriemsdijk, De griffie van Hare Hoog Mogenden. Bijdrage tot de kennis van het ar chief van de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden ('s-Gravenhage 1885), 162. 12 muller, feith en FRUIN, Handleiding, 67. 13 Als boven, 62. 14 Als men niet streeft naar een doorlopende nummering en de berging van de stukken ge heel onafhankelijk stelt van de volgorde van de beschrijvingen, kan men stukken die in een chronologische volgorde zijn ingebonden met de andere bestanddelen van het archief volgens de bestaande archivistische regels systematisch beschrijven alsof het losse stukken waren, zon der de banden daadwerkelijk uit elkaar te ne men. Zie: theo Thomassen, Inventaris van de archieven van de Hollandse commissies tot de zaken van de Oostindische Compagnie, bin nenkort door het Rijksarchief in Zuid-Holland uit te geven. 15 muller, feith en fruin, Handleiding, 40. 16 j.p. van visvliet, Inventaris van het oud archief der provincie Zeeland, dl. 11, Chrono logische tafel van de charters en oorkonden der graaflijke regeering, 1119-1574, Middel burg, 1876. Directe aanleiding tot de kritiek van de opstellers van de Handleiding (die meermalen het karakter van een verkapte re censie heeft) was echter de kort tevoren ver schenen inventaris van Seerp Gratama, Inven taris van het Oud archief van Coevorden, z.pl. en z.j. Zie in de eerste jaargang van het ar chievenblad het artikel van Gratama over 'Re gelen voor de ordening en inventarisatie' en de ingezonden brief van Muller aan de redacteur (Gratama!) over het recenseren van inventa rissen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 45