aan een contact op basis van gelijkheid bestaat behoefte. Het gezamenlijke doel blijft immers te komen tot een zo goed mogelijk archiefbeheer. Tot slot wil ik nog aandacht schenken aan de opleiding van de archiefbeheer ders. Ik ben het eens met de stelling van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, dat er naast de wettelijke eisen, gesteld aan de opleiding van be heerders van statische archieven, ook wettelijke eisen moeten komen voor de opleiding van beheerders van dynamische en semi-statische archieven. Of dit noodzakelijkerwijs tot één opleidingsinstituut moet leiden, bijvoorbeeld, analoog aan de bibliotheekacademies, een archiefacademie, meen ik te mogen betwijfelen. De beide bestaande opleidingsinstituten, sod en Rijksarchief- school, hebben bewezen goed te kunnen functioneren. Bovendien blijven, on danks alles, het beheer van dynamische en semi-statische archieven en het be heer van statische archieven in wezen behoren tot twee verschillende vakgebieden, namelijk die van registrator en die van archivaris. Wel mogen naar mijn mening de raakvlakken van beide opleidingen nog meer nadruk krijgen dan voorheen. Het is immers een goede zaak, dat afgestudeerden we ten dat ze - weliswaar ieder op het eigen vakgebied - voor een belangrijk deel dezelfde strijd strijden. In het kader van de samenwerking, zoals die tot nu toe gestalte heeft gekregen tussen de Rijksarchiefschool en de sod ligt gelet hier op een duidelijk taak. Dames en heren, ik dank u voor uw aandacht. Noot a.f.m.schouten is chef Interne Zaken van de gemeente Roosendaal en Nispen. Geraadpleegde literatuur COMMISSIE NOTA ARCHIEFBELEID, Discussienota Archiefbeleid, 1982; f.j.duparc en f.hinrichs, De archiefwet 1962, Commentaar op de archiefwet 1962 en daar uitvloeiende regelingen, 1963; F.C.J.KETELAAR en J.D.CHR. DE VRIES, Hoofdzaken van de archief wetgeving, Rijksarchiefschool, 1977; a.w.m.koolen en w.w.van driel, 'Mag de archivaris de WA-inventaris van de registrator uiteindelijk als de zijne beschouwen'? Overheidsdocumentatie, 1982, 443 en 444; minister van welzijn, volksgezondheid en cultuur, Voorlopig standpunt met betrek king tot de Discussienota Archiefbeleid, 1983; p.noordenbos, Overheidsdocumentatie, 12e druk; SUBCOMMISSIE SEMI-STATISCHE ARCHIEVEN VAN DE PERMANENTE COMMISSIE POST- EN ARCHIEFZAKEN RIJKSADMINISTRATIE, Aspecten van beheer van semi-statische archieven, 1978 (lustrumbundel); a.c. van de vliet, 'Secretaris en archivaris', Vereniging van Gemeentesecretarissen in Nederland, nr 10/12, dec. 1983; k. van der woude, 'Commentaar op de nota archiefbeleid', Overheidsdocumentatie 1983, 84-87. Reacties op het voorlopig standpunt van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur met betrekking tot de Discussienota Archiefbeleid van: Vereniging voor documentaire informatie voorziening en administratieve organisatie sod, Overheidsdocumentatie 1984, 158-159; Landelijke kring van gemeente- en streek archivarissen, Nieuws van Archieven 2, 157-165; Vereniging van Archivarissen in Nederland, Nieuws van Archieven 3, nummer 1, 3-9; Provinciale besturen, Nieuws van Archieven 3, nummer 1, 10-13; Convent van rijksarchivarissen, Nieuws van Archieven, 3, nummer 1, 13-15; Brabantse Kring van Archivarissen, Nieuws van Archieven 3, nummer 2, 3-4; Unie van Waterschappen, Nieuws van Archieven 3, nummer 2, 5-7; 48 Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Rijksarchiefschool, Nieuws van Archieven 3, Nieuws van Archieven 3, nummer 2, 7-11; nummer 3, 4; Archiefraad, Nieuws van Archieven 3, Academische Raad, Nieuws van Archieven 3, nummer 2, 14-15; nummer 3, 5-7. 2-5 Verhouding archiefwezen-registratuur W.Hendriks* U hebt mij aangezocht om vanuit de ervaringen met het beheer van gemeente lijke archieven - gebaseerd op de ondersteuning die odrp ter zake aan de ge meenten biedt een visie te geven op de verhouding van het archiefwezen tot de registratuur. Gelet op de positie van odrp is een visie te verwachten, die ingegeven wordt vanuit de optiek van organisatie- èn registratuurbureau; de doelgerichtheid en doelmatigheid van de organisatie en dus ook van het in formatiebeheer omvat; meer eigentijds of toekomstgericht is dan naar het verleden. Ik acht me ontslagen van een beschrijving van het verleden. Anderen in deze kring zijn daarvoor meer en beter georiënteerd, odrp richt zich op het terrein van het informatiebeheer, waarvan de registratuur een onderdeel vormt, in meerderheid tot de gemeenten en ontleent daaraan in hoofdzaak zijn stand punten. De feitelijke zorg voor en beheer van archieven fluctueert met de eco nomische ontwikkelingen. Dat betekende en betekent nog: meer of minder armslag in wisselende tijden. In het vooruitzicht van herbezinning en ombui ging is daarom de plicht tot rationalisering groter dan ooit. De aandacht van bestuur en leiding voor vraagstukken rond de informatie-opslag vindt veelal haar grond in de informatiebehoefte bij het eigentijds functioneren. De zorg voor het heden overheerst die voor het verleden. Wenselijkheid en haalbaarheid zijn duidelijk onderscheiden zaken. Be roepsmatig worden wensen geformuleerd hoe aan doelstellingen inhoud dient te worden gegeven. In de formulering ervan gaan keuzen schuil. Er worden voorkeuren in uitgesproken. Zo ook in de formulering van de gewenste orga nisatie en beheer van archieven. In een samenhangende visie zal behalve aan professionele, aan politieke en bestuurlijke motieven aandacht dienen te wor den gegeven. Taakstelling en -uitvoering odrp In de veronderstelling dat niet alle aanwezigen daarvan kennisdragen, lijkt het mij nuttig summier aan te geven, wat de taak en uitvoering door odrp be helst. Behalve collectieve activiteiten voor de aangesloten gemeenten en pro vincies verricht odrp individuele diensten. Voorbeelden van de collectieve activiteiten vormen onder andere archiefcode, de handleiding opbouw van een secretarie-archief en de handleiding vernietiging van archiefbescheiden. De individuele dienstverlening bestaat uit advisering en voorlichting over alle facetten van het informatiebeheer. Daarnaast wordt sinds de vijftiger jaren op verzoek van de gemeenten bijstand verleend, welke intussen tot een om vangrijke praktijk is uitgegroeid. Uit kostenoverwegingen zijn normalisatie en rationalisering sterk hierin opgevoerd. Zij beperkt zich tot de zaaksgewijze 49

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 25