Bespreking van inventarissen
Noten
1 Als aflevering 1 en 2 verschenen reeds B.M. J.
SPEET (tekst), TH. ROTHFUSZ (kaarten),
Haarlem, Delft 1982 en B. M. J. SPEET (tekst),
TH. ROTHFUSZ (kaarten), Amersfoort, Delft
1982.
2 Vergelijk naast de inleidingen in de atlassen
ook G. VAN HERWIJNEN, 'Een nieuw instru
ment bij de beoefening van de stadsgeschiede
nis', in: Holland, regionaal-historisch tijd
schrift 15 (1983), blz. 298-304.
3 H.STOOB e.a. (ed.), Deutscher Stddteatlas,
Dortmund 1973-1982.
4 K. FLINK e.a. (ed.), Rheinischer Stddteatlas,
Bonn 1972-1983.
186
j. M. m. jansen, Zevenhonderd Jaar Sint Jacobs-gas thuis te Schiedam.
St. Jacobs-Gasthuis en Gemeentearchief Schiedam 1982.
Een groot aantal instellingen in den lande, die zich bewegen op het vlak van wel
zijn en gezondheid, dragen het epitheton 'gasthuis'. Vaak wijst deze benaming
op een eeuwenoude traditie van huisvesting van hulpbevoedende, arme, be
jaarde of zieke mensen, waarbij de doelgroep soms scherp (Groot-Gasthuis te
's-Hertogenbosch voor zieken), maar in andere gevallen nauwelijks was gedefi
nieerd. Een voorbeeld van de laatste categorie was eeuwenlang het Sint Jacobs-
gasthuis te Schiedam, dat sinds de stichting in 1277 naast of na elkaar onderdak
heeft geboden aan zieken, passanten, een enkele krankzinnige, zeelieden en be
jaarden. Voor deze laatste groep is het sinds een eeuw uitsluitend bestemd.
Over dit gasthuis is een fraai uitgevoerd en van een groot aantal illustraties
voorzien boekje verschenen van de hand van de medewerker van het Schiedam-
segemeentearchief, J. Jansen, dat zowel een geschiedenis als een inventaris be
vat. Het boek opent met een, op verzoek van de huidige regenten uitgebreide,
geschiedenis van de instelling. Grondig en systematisch leidt de auteur de lezer
langs zevenhonderd jaar wel en wee, waarbij hij per periode bestuur, personeel,
bewoners en de economische situatie aan de orde stelt. Ook in het Schiedamse
blijkt de ook nu weer actuele stelling van W. Blockmans en W. Prevenier be
vestiging te vinden, dat de armenzorg wordt beperkt in tijden van crisis, waarin
de behoefte aan steun groeit, en wordt uitgebreid, wanneer de economische
groei de armoede terugdringt Tijdschrift voor Geschiedenis 88 (1975), 535).
Als bijlagen bij de inleiding treffen we vervolgens een aantal chronologische
lijsten van functionarissen van het gasthuis aan, waarna de bijlagen bij de in
ventaris volgen. Deze laatste zijn integrale teksten van een aantal van belang
geachte bronnen, die deels wel, deels niet uit het archief stammen - een plezie
rige service aan de gebruiker. De plaatsing van deze teksten voor de inventaris
zelf, die het boek afsluit, werkt verwarrend, waar inventarisnummer 245 ver
wijst naar een bijlage, die 25 bladzijden eerder te vinden is. Overigens is dit
Lantcaertboeck van het onroerend goed van het gasthuis omstreeks 1600 een
schat voor de geïnteresseerde in de regionale historische geografie.
Van minder belang lijkt mij de volledige weergave van twee getuigenverkla
ringen, die zijn afgelegd gedurende een proces, dat tijdens de nieuwbouw van
1790 tegen de aannemer is gevoerd. Zonder afbreuk te willen doen aan de histo
rische waarde van deze stukken, zou in mijn ogen de gebruiker van het archief
meer gebaat zijn geweest, indien deze zeventien pagina's benut waren geweest
voor een nadere toegang op bijvoorbeeld de notulen van de regentenvergade
ringen.
187