Archiefbeleid
1983 was het jaar van het Voorlopig standpunt van de minister van wvc met
betrekking tot de Discussienota archiefbeleid. Het voorlopige standpunt werd
in de zomer onder een groot aantal instanties verspreid. Zowel in de door de
van georganiseerde hoorzitting als in de ledenvergadering op 15 december is
op hoog niveau over het voorlopig standpunt gediscussieerd. Over de na de le
denvergadering door het bestuur gewijzigde tekst van de VAN-reactie is op 5 ja
nuari 1984 nog overlegd met het bestuur van de sod. Dit openhartige overleg
bleek nuttig om, ter vermijding van misverstanden aan weerskanten, beider
conceptreacties bij te schaven. De reacties van de van en die van andere orga
nisaties en organen zijn of worden in Nieuws van archieven gepubliceerd. Het
januarinummer is door het bestuur in vijftigvoud toegezonden aan de Vaste
Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken, die in de eerste week van april de
Decentralisatienota van de regering zal behandelen. In die Decentralisatienota
wordt ook over de organisatie van rijksarchiefdienst en provinciale archief
diensten gesproken.
Bij wvc is een departementale commissie inmiddels begonnen met de voor
bereiding van het definitieve standpunt en wel in de eerste plaats over de orga
nisatie van provinciale en rijksarchiefdiensten, opdat daarover bij de behan
deling van de Decentralisatienota in de Kamer een meer definitief standpunt
kan worden ingenomen. Overigens heeft minister Brinkman in een brief aan
het CDA-Friesland van 13 februari jl. zijn partijgenoten gerustgesteld dat er op
dit moment geen plannen op tafel liggen of voorbereid worden om het rijksar
chief te Leeuwarden op te heffen of te ontmantelen. De minister schrijft ken
nisgenomen te hebben van de commentaren op het voorlopige standpunt die
alle ervoor pleiten het beheer van zowel rijks- als provinciale archieven 'onder
één dak' te doen plaatsvinden. Minister Brinkman is, 'gelet op de eensgezind
heid van de reacties, sterk geneigd deze van grote invloed te doen zijn op mijn
uiteindelijke keuze'.
Afgezien van dit voorschot op het definitieve standpunt en afgezien van de
inbreng van wvc bij de behandeling van de Decentralisatienota, schijnt het
ministerie niet meer te denken aan een afzonderlijk bekend te maken definitief
standpunt. Wij begrijpen dat het de bedoeling is het definitieve standpunt on
derdeel te laten vormen van een memorie van toelichting bij een herziene Ar
chiefwet. Gelet op de ervaringen met wetgeving van wvc zal, zo vrezen wij, op
zijn vroegst begin 1985 die herziene archiefwet in ontwerp gereed zijn. Dat be
tekent dat het veld - dat binnen enkele maanden op het voorlopige standpunt
heeft willen reageren - meer dan een jaar zal moeten wachten totdat een defi
nitief standpunt van de minister bekend wordt. Daardoor duurt de onzeker
heid voort, neemt de kans dat er voorschotten op het definitieve standpunt ge
nomen worden toe: denk aan de tolheffing voor het raadplegen van films bur
gerlijke stand, denk aan de dreigende opheffing van de Archiefraad. Ander
zijds dreigt de aanpak van belangrijke vraagstukken nog verder te worden uit
gesteld: denk aan de kwaliteitseisen voor informatiedragers. Bij dat alles gaat
het VAN-bestuur er overigens vanuit dat de departementale commissie niet
méér dan een voorontwerp van wet samenstelt, waarover het archiefwezen
zijn mening kan laten horen. We zullen toch niet meemaken dat voor het eerst
92
in de geschiedenis een ontwerp-archiefwet buiten de van om direct naar de
Tweede Kamer gaat. Temeer niet, daar ongetwijfeld bij het formuleren van
wetteksten zal blijken dat het voorlopige standpunt ruimte laat voor verschil
lende oplossingen, die ten dele behoren tot de technische uitwerking die de mi
nister uitdrukkelijk buiten het voorlopige standpunt heeft gelaten. De nood
zaak tot het kiezen uit verschillende oplossingen is nóg een reden waarom het
bestuur er niet in gelooft dat het maken van een herziene archiefwet erg snel
zal verlopen.
CBS-enquête
In eenzelfde zalmkleurige omslag als het voorlopige standpunt publiceerde
wvc vorige maand een lijst van Nederlandse archieven: een nuttig boekje dat
een ruime verspreiding juist onder niet-gebruikers van archieven verdient.
Eveneens de vorige maand verscheen ten lange leste de publikatie van de cbs-
enquête Archieven 1980. Dit rapport trekt op grond van het cijfermateriaal in
teressante conclusies, soms vleiend voor het archiefwezen, soms met veront
rustende consequenties. Zo maakt het cbs duidelijk dat op grond van de eind
1980 bestaande plannen bij de lokale overheden voorshands geen grote uit
breiding meer is te verwachten van het net lokale archiefbewaarplaatsen be
heerd door een archivaris. Dat net - in 1977 24% van het aantal gemeenten, in
1980 34% - zal dus niet autonoom groeien, zoals de minister in zijn voorlopi
ge standpunt veronderstelt en zoals de vng in zijn reactie meent. Wat wel au
tonoom groeit is het aantal bezoekers: in 1980 in totaal 33% meer dan in 1977.
Die groei lijkt sedert 1980 zich voortgezet te hebben. De toeneming van het
personeel (tussen 1977 en 1980 nog 9%) is echter omgebogen. Nog leveren
wsw-ers en hulpkrachten een belangrijk deel: in 1980 bij de rijksarchiefdienst
37%, bij de gemeentearchieven 30%. Ook de toeneming van de beheerde ar
chieven is autonoom, maar het is opvallend dat een aanmerkelijk deel van de
archiefdiensten geen inzicht heeft in de omvang van de op grond van de wet
over te brengen archiefbescheiden. Dat is toch een blamage gelet op de vijftien
jaar die we de tijd gehad hebben om de wet uit te voeren, ook op het punt van
de inspectie.
Nederlands Archievenblad en Nieuws van archieven
Met het noemen van de vijftiende verjaardag van de Archiefwet 1962 op 1 mei
1983 ben ik teruggekeerd tot de wederwaardigheden in het afgelopen jaar. De
redacteur van het Nederlands Archievenblad verzorgde zijn laatste jaargang
op het niveau dat we van hem gewend zijn en waarmee we verwend zijn. Het
Archievenblad kreeg een International Serial Standard Number (issn). Het
bestuur hield zich intensief bezig met de financiële kant van het Archieven
blad. In de sedert 1892 bestaande verhouding met de Erven Van der Kamp wa
ren, zoals dat met langdurige relaties wel vaker gaat, enkele minder goede ge
woonten ingesleten. Om de verhoudingen weer op wat zakelijker basis te bren
gen heeft het bestuur offertes laten uitbrengen door Van der Kamp en drie an-
93