lisering van status is nodig voor de andere taak die de cpa zich ten doel heeft gesteld: het functioneren als centraal punt tussen kerkelijke autoriteiten ener zijds en beheerders van archiefbewaarplaatsen van de overheid anderzijds. De cpa heeft zich, in het licht van haar adviserende taak op het gebied van kerke lijk archiefbeheer, in 1982 gewend tot het Convent van rijksarchivarissen met het verzoek een samenwerkingsmodel te creëren ten aanzien van het beheer en de bewaring van kerkelijke en semikerkelijke archieven en de daarbij behoren de documentatie. Het Convent heeft op dit verzoek positief gereageerd. Twee leden van het Convent, de rijksarchivaris van de Tweede Afdeling van het Al gemeen Rijksarchief en de rijksarchivaris in Utrecht, zijn nu in de cpa verte genwoordigd; ook de Landelijke Kring van gemeente- en streekarchivarissen heeft een van haar leden naar de cpa afgevaardigd. Ter structurering van deze samenwerking heeft de cpa algemene voorwaar den voor het beheer van kerkelijke en semikerkelijke archieven door archief diensten van de overheid ontworpen, vervat in een zgn. Kerkelijk Archief- besluit. Dit besluit-een catechismus voor de protestantse kerkelijke archief- zorg-zal, nadat de archiefcommissies of archiefdeputaatschappen van de in de cpa participerende kerkgenootschappen hun fiat hebben gegeven, ter goedkeuring aan Convent en Landelijke Kring worden voorgelegd. Naast de vorming van de Werkgroep Afscheidingsarchieven en het succes volle zendingswerk van de cpa is er nog een derde resultaat van de vorige Con tactdag: sinds 1981 zijn verschillende kerkgenootschappen en kerkelijke en semikerkelijke organisaties overgegaan tot inbewaringgeving van hun lande lijke archieven aan het rijksarchief in Utrecht: De Gereformeerde Kerken in Nederland, Nederlandse Protestantenbond, Nederlandse Christen-Studenten Vereniging, Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme en de daarmee gelieerde verenigingen. Binnenkort zullen de Bond van Vrije Evange lische Gemeenten en de Gereformeerde Zendingsbond binnen de Nederlandse Hervormde Kerk tot inbewaringgeving van hun archieven overgaan. Behalve deze ontwikkelingen op het protestantse erf is ook in de Oud- Katholieke en de Rooms-Katholieke kerk het een en ander tot stand gekomen. De Oud-Katholieke archiefcommissie heeft het ontwerpen van een reglement voor de archiefzorg en het registreren van onder haar kerkgenootschap ressor terende archieven ter hand genomen. Zowel de cpa als het crpa zouden het toejuichen wanneer een goede vorm van samenwerking zou kunnen worden opgebouwd. Dit geldt ook voor de opbouw van de samenwerking met de Rooms-Katholieke archiefcommissie. Deze commissie heeft overigens een be perktere bevoegdheid dan haar Oud-Katholieke pendant: zij heeft slechts tot taak het adviseren van de Nederlandse Bisschoppenconferentie en de Konfe- rentie van Nederlandse Religieuzen. Het stellen van regels met betrekking tot de archiefzorg is een taak van de bisschop. Hoe deze problematiek - door dr. J. W.M.Peijnenburg, lid van die archief commissie, tijdens de vorige Contactdag uiteengezet - in de praktijk is ge bracht, wordt vervolgens toegelicht door mr. Th. J. van Rensch, lid van de werkgroep kerkelijke archieven van het bisdom Roermond. De kerkelijke archiefzorg in het bisdom Roermond, aldus mr. Th.J. van Rensch, kreeg een eerste impuls in 1946, toen mgr. Lemmens een 'Bisschoppe- 108 lijke Commissie van advies inzake kunstvoorwerpen en archief' instelde. Door gebrek aan deskundige mankracht en desinteresse van de zijde van de overheidsarchiefdiensten kwam deze commissie niet tot daden op archiefge- bied. Sinds het verschijnen in 1968 van een circulaire van mgr. Moors aan de kerkbesturen, waarin deze wees op de plicht tot het goed bewaren van archie ven en manuscripten en tevens de mogelijkheid tot inbewaringgeving aan het rijksarchief en de gemeentearchieven noemde, kwamen parochiearchieven bij de archiefdiensten van de overheid terecht; de acquisitie ervan berustte echter op toevalligheden. Van een systematische aanpak is sprake sedert in 1979 een permanente com missie voor de Rooms-Katholieke kerkelijke archieven werd opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van het bisdom Roermond, het rijksarchief in Limburg, de Limburgse gemeentearchieven en het Sociaal-Historisch Cen trum te Maastricht. Het beleid van deze commissie kenmerkt zich door het be vorderen van inbewaringgeving van kerkelijke archieven aan archiefdiensten van de overheid, wanneer een kerkbestuur niet in staat is zelf voor het archief te zorgen. De volgende verdeelsleutel wordt gehanteerd: het archief van het bisdom en de centrale diocesane instellingen (seminarie, bisschoppelijke bureaus etc.) gaan naar het rijksarchief, de parochiearchieven naar de meest dichtbij gele gen gemeentearchieven. De laatste vervullen, bij gebrek aan een dekkend net van archiefdiensten, een regionale functie. Thans is ongeveer 30% in bewaring gegeven. De omvang en ouderdom varieert: in Noord- en Midden-Limburg is de omvang vijf a twintig meter en gaan sommige stukken terug tot in de mid deleeuwen, in Zuid-Limburg dikwijls één meter en gaat de ouderdom met ver der terug dan eind zeventiende eeuw. Omdat de overheidsarchiefdiensten een te grote stroom niet kunnen verwerken, wordt aan de oudste parochiearchie ven prioriteit gegeven. Moeilijkheden bij overbrenging zijn er nauwelijks. De kerkbesturen zijn doorgaans overtuigd van het nut van een goede bewaring en blij verlost te zijn van maar last veroorzakende bezoekers. Een groter obstakel vormen de historisch geïnteresseerde pastoors! Alvorens overdracht plaats vindt, wordt getracht zo veel mogelijk archivalia-meestal op verscheidene plaatsen bewaard - op één punt bijeen te brengen; een systematische huiszoe king gebeurt dan bij de definitieve inventarisatie. Alle inbewaringgevingen zijn onderworpen aan goedkeuring van de bisschop; de goedkeuring wordt onthouden wanneer een archief in een gemeentehuis of bankkluis wordt gede poneerd. Naast het stimuleren van overbrenging van kerkelijke archieven naar de archiefdiensten van de overheid, heeft de archiefcommissie ook een sum miere handleiding voor archiefzorg ten behoeve van pastoors en kerkbesturen ontworpen. Het concept daarvan is gereed en zal binnen afzienbare tijd ver schijnen. J. Mastenbroek, sinds enkele maanden lid van de Sectie Archiefzorg van het Deputaatschap Algemeen Kerkelijke Zaken en bibliothecaris van de Theologi sche School van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord- Amerika, geeft allereerst een karakteristiek van dit kerkverband, omdat de naam op zich niet voor allen duidelijk zal zijn. Deze kerk is geworteld in de Re formatie en de Afscheiding en neemt haar positie in binnen de rechterzijde van 109

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 11