Het is te hopen dat U te eniger tijd werkelijk iets zult merken van het contact dat het
bestuur heeft gezocht met de Vereniging van docenten in geschiedenis en staatsinrich
ting in Nederland. Binnenkort zullen delegaties van beide besturen over plannen spre
ken.
Dat het bestuur zonder succes heeft geijverd tegen de toepassing van de wet tot behoud
van cultuurbezit op archiefstukken, is U allen bekend. Een eigenaardig amendement is
aangenomen waarin wordt bepaald dat archiefstukken geen dertig, maar pas vijftig
jaar na vererving krachtens de voorkeursbepaling van de wet in overheidshanden kun
nen vallen. Een artikel over deze wet in Overheidsdocumentatiewaarin de schrijver
kennelijk niet het standpunt van de Archiefraad en de VAN deelt, lijkt in zijn bewoor
dingen sterk op de departementale taal.
Het zal U zijn opgevallen dat het Nederlands Archievenblad en zijn redacteur nog niet
aan de orde zijn geweest. De redacteur vierde op 1 juli 1982 zijn 25-jarig jubileum bij de
gemeentelijke archiefdienst van Amsterdam, bij welke gelegenheid ik mr. J. H. van den
Hoek Ostende vanwege zijn redacteurschap lof kon toezwaaien. Zijn aankondiging on
langs, dat hij in 1984 in deze functie wil aftreden, heeft ons aan het denken gezet dat
opvolging niet eenvoudig zal worden. Hier en daar moeten wij nog wennen aan de ver
deling van de kopij tussen Nederlands Archievenblad en Nieuws VAN archieven.
De publicatie van enkele uitkomsten van de Archiefenquête 19805 is één van de vele be
langrijke publicaties in ons degelijke vakblad!
Voor het eerst is voor de cursus 1983-1984 het maximale aantal leerlingen van de ar-
chiefschool vastgesteld: 6 aspirant hogere en 42 aspirant middelbare archiefambtena
ren. De cijfers, welke destijds zijn bekendgemaakt geven voor 1983 10 hogere archief
ambtenaren en 38 middelbare archiefambtenaren aan.6
Het is triest dat vrij abrupt de sollicitatie-oproepen in aantal zijn teruggelopen. Bij vele
diensten is een vacaturestop en in slechts een enkele provincie vonden nog uitbreidingen
plaats. Het reglement voor de Rijks Archiefschool werd aan de huidige praktijk aange
past. De studiedagen, welke van de school uitgaan, zijn goed ontvangen.
Wanneer je in een sombere bui rijdt langs troosteloze kantoorgebouwen verwacht ik
steeds het driehoekige waarschuwingsbord met uitroepteken in het midden en met het
onderschrift 'Archiefvorming'. Immers na kortere of langere tijd komen de archieven
een keer bij ons. In de bekende rede van de toenmalige algemene rijksarchivaris, Jonk
heer dr. D. P. M. Graswinckel,7 is ons archivarissen duidelijk de weg gewezen naar de
nieuwere en nieuwste archieven, het terrein van U, meneer Van der Woude! De figuur
van Hercules heeft mij niet losgelaten. Een van de hem opgedragen taken was het
4 S. A. Goedbloed, 'Ontwerp van wet tot behoud van cultuurbezit' in Overheidsdocumentatie
37 (1983), 20-22.
5 Door J. Singeling, NAB 86 (1982), 302-314.
6 D. J. Tilborghs, De behoefte aan op te leiden hogere en middelbare archiefambtenaren. Een
poging tot vooruitberekening (Tilburg 1979), 45-46.
7 'Hercules op de tweesprong?' in NAB 55 (1950/51), 107-116.
doden van de negenkoppige hydra van Lerna. Voor iedere afgeslagen kop kwamen er
twee terug. Dat lijkt sterk op ons inventariseren: voor iedere gereedgekomen inventaris
komen twee (of meer) ongeïnventariseerde archieven binnen. Nog een ander karwei van
Hercules spreekt mij aan: het reinigen van de stallen van koning Augias. In 30 jaar was
de stal voor 3000 runderen niet schoongemaakt en dat was aan Hercules opgedragen
om in één dag wel te doen. Een archief met 3000 inventarisnummers is bij ons meestal
in 50 jaar niet gereinigd, zij het dat wij er gelukkig langer dan 24 uur over mogen doen.
Wat mij van het hart moet is, dat de Vereniging voor documentaire informatievoorzie
ning en administratieve organisatie (SOD) er alles aan doet om deze onthutsende
toestanden uit te bannen: door de opleidingen in het bijzonder wijs ik op de voortge
zette vorming archiefbeheer door de studiedagen in Lunteren en het jaarlijkse con
gres (waarbij wij steeds van harte zijn ontvangen) en door Overheidsdocumentatie
waarin een revolutionair artikel van collega Van Albada is afgedrukt.8 Nauwere samen
werking acht ik voor de nabije toekomst noodzakelijk. Hier wil ik graag verklaren, dat
ik de contacten van ons met de SOD zeer belangrijk acht en van harte heb gewaardeerd.
Het lijkt er op, dat de bedrijfsarchivarissen er evenzo over denken.
Nog voor enkele ogenblikken wordt Uw geduld gevraagd. Ik neem U nog even mee
naar het buitenland. De rijksarchiefdienst en enkele andere archiefdiensten doen veel
en goed werk in het buitenland. Een jaar geleden heb ik U daarover mededelingen kun
nen doen. De Algemene rijksarchivaris heeft als vertegenwoordiger van de vereniging
zitting in de Raad van de Nationale Unesco-commissie en in de werkgroep Communica
tie van de Raad.
Aan de 21ste Table Ronde des archives vorig jaar in Kuala Lumpur heeft de Nederland
se vertegenwoordiging ontbroken. In nauw overleg tussen de Algemene rijksarchivaris
en het bestuur is besloten dat geen Nederlander de zitting zou bijwonen toen bleek dat
de regering van Maleisië niet aan alle deelnemers visa wilde verstrekken. Wij achten het
van groot belang dat een niet-politiek lichaam als de Internationale Archiefraad alle
krachten bundelt om het archiefbezit waar ter wereld te doen beschermen en de moge
lijkheden voor goed beheer aan te dragen. Dit kan slechts indien alle beroepsbeoefena
ren aan de bijeenkomsten van de raad en zijn commissies kunnen deelnemen. Ons
standpunt is door de Verenigde Staten van Noord-Amerika en Zweden gedeeld.
Reeds nu wil ik alle collega's oproepen van harte aan de archiefweken 1984, welke in tal
van landen worden gehouden, bij te dragen. Het bestuur heeft de hulp van een coördi
natiecommissie ingeroepen en verschillende projecten zijn in voorbereiding. Onze stu
diedagen zijn daarom één jaar verschoven.
Het is geen overzicht over vijf jaren geworden noch een visionaire blik naar voren, het
geen in de mist rond des ministers voorlopige standpuntbepaling ook niet wel mogelijk
is. Daarvoor ben ik overigens ook te jong. Dat er nog veel te doen is spreekt vanzelf. Er
komt voor mij echter weer wat meer tijd beschikbaar. Misschien vinden wij bij onze be
zoeken aan de gemeenten iets bijzonders, zoiets als een symfonie van de prille Mozart
8 J. N. T. van Albada, 'Het toezicht op beheer van nog niet naar een archiefbewaarplaats over
gebrachte archiefbescheiden' in Overheidsdocumentatie 36 (1982), 437-440.
[129]
[128]