Kroniek
Buitenlandse archivistische literatuur
Archives et Bibliothèques de Belgique Archief- en Bibliotheekwezen in België,
51e jaargang (1980)
Van deze jaargang verscheen in april 1981 slechts het dubbelnummer 1-2. Deze 333
bladzijden omvattende aflevering bevat echter een schat aan bijdragen.1.
De 51e jaargang vangt aan met een uitvoerige Inventaire des papiers de Vladimir
Mitrofanovic Puriskevic (années 1907 a 1920) conservés aux archives de l'Université li-
bre de Bruxelles, verzorgd door J. Blankoff. Deze papieren werden verworven in 1971,
na eerst enige tijd berust te hebben bij het 'Séminaire d'histoire contemporaine'. Vladi
mir Puriskevic (1870-1920) was o.a. een extreem-rechts, monarchistisch lid van de doe-
ma. Hij is vooral bekend door zijn deelname aan de moordaanslag op Raspoetin in de
cember 1916.
In een voorwoord zet A. Uyttebrouck, archivaris van de Brusselse vrije Universiteit,
uiteen hoe één en ander in het Frans is vertaald en hoe de namen in westers schrift zijn
omgezet, terwijl hij tevens vermeldt, dat de dateringen altijd zijn gegeven zoals die in de
documenten voorkomen, d.w.z. nu eens volgens de Juliaanse, dan weer volgens de Gre
goriaanse kalender. Daarbij wordt ook een korte uitleg gegeven over de daarmee sa
menhangende problemen, met als voorbeeld dat de Oktober-revolutie volgens onze ka
lender plaatsvond in november. De Sovjets besloten zodra zij aan de macht waren de
Gregoriaanse kalender in te voeren en decreteerden, dat 31 januari 1918 onmiddellijk
gevolgd werd door 14 februari. De 'Witten' namen dit uiteraard niet onmiddellijk over.
De zeer gedetailleerde inventaris heeft een ingewikkelde nummering. De 137 nummers
zijn voor een groot deel omslagen. Een aantal daarvan is weer onderverdeeld, één keer
(inv.nr. 42) zelfs in 33 onder-nummers. En waarom alle nummers voorafgegaan moeten
1 Ook om die reden ben ik er bijzonder gelukkig mee te mogen berichten, dat de reddingsactie
voor dit tijdschrift naar alle waarschijnlijkheid geslaagd is. Een nieuwe redactie of liever een
nieuw bestuur, bestaande uit de heren E. Persoons, voorzitter, J. M. Duvosquel en J. Roe-
giers, ondervoorzitters, T. Verschaffel, secretaris, en A. Vanrie, penningmeester, hoopt zo
snel mogelijk de redactionele en administratieve problemen, die de laatste jaren zijn ontstaan,
te kunnen oplossen en nog dit najaar (1983) een goed gevulde aflevering te verzorgen.
[214]
worden door '2 Z' is mij niet duidelijk. Misschien is dit het nummer van deze collectie
en houdt het verband met een opname van de index op deze papieren in een grotere in
dex.
H. Baillien beschreef in een Inventaris van het fonds Baron Marcel de Schaetzen de
Schaetzenhoff op het stadsarchief te Tongeren de Aanwinsten 1977, die een kostbare
aanvulling vormen op de reeds langer aanwezige stukken, waarvan de auteur in 1975
een uitvoerige inventaris uitgaf.
F. de Nave maakte bij Het register van denombrementen van leengoederen genaamd
'Spechtboeck' en zijn kopie, Enkele kritische aanmerkingen. Zij constateert o.a. dat
dit bekende register niet, zoals de beschrijving vermeldt, tot stand is gekomen in 1374,
maar in de periode 1374-1381. Verder toont zij aan, dat de kopie die zich bevindt in het
archief van de Rekenkamer (register nr. 543) en die tot nu toe niet als zodanig werd her
kend, wel degelijk een kopie van het Spechtboek is. Het is verder het werk van één af
schrijver, dat gedateerd kan worden op 1404-1405. Een derde opmerking betreft het
feit, dat het Spechtboek rond de eeuwwisseling (14e 15e eeuw) slecht was bijgehou
den, waardoor noch het origineel noch de kopie exact de toestand weergeeft. Ondanks
deze kritiek kan volgehouden worden, dat het Spechtboek en zijn kopie uitermate
belangrijke informatie verschaffen over de Brabantse leengoederen in het laatste kwart
van de 14e en het begin van de 15e eeuw.
D. Debaecke publiceert in 'Revue de Bruxelles' (1837-1850) een Bijdrage tot de studie
van de Brusselse pers in de eerste helft van de 19de eeuw.
T. Verschaffel biedt een korte schets over Het kunst- en letterkundig tijdschrift 'Het
Overzicht' (1921-1925), dat mij vooral intrigeerde omdat een van de stichters Fernant
Berckelaers was die zich als kunstenaar Seuphor (een anagram van Orpheus) noemt.
M(ichel) Seuphor (geb. 1901) is een kunstenaar die velen bekend zal zijn, maar van wie
niet iedereen zal weten, dat hij een geboren Antwerpenaar is.
Een bijzonder interessante studie is die van L. van den Branden over De Antwerpse
boekverkoper en drukker Jan Gymnicus 1502-1568). Voor de biografische gegevens
is uitgebreid archiefonderzoek gedaan. Daarbij is niet aan het licht gekomen waar of
wanneer deze is geboren. Een relatie met het Keulse drukkersgeslacht met dezelfde
naam is niet gevonden. Vanaf 1530 is hij bekend als boekverkoper, sinds 1532 tot zijn
dood woonde en werkte hij in het huis Bruynenbaert in de Cammerstraat. In totaal
moet hij een zestigtal werken hebben gepubliceerd. Van 47 uitgaven zijn exemplaren
bewaard. Daarvan wordt een uitvoerige bibliografische beschrijving gegeven. Een lijst
je van 23 (andere?) werken, die slechts uit gedrukte of geschreven bronnen bekend zijn,
een stamboom en een uitvoerig register maken deze bijdrage tot een voorbeeld-studie
over een zestiende-eeuwse drukker.
[215]