Het Chinese archiefwezen De oudste historische documenten in China dateren uit de elfde eeuw voor Christus. Het zijn beschreven beenderen van dieren en zij worden in musea bewaard. Hoewel de Chinezen het papier hebben uitgevonden, zijn ten gevolge van oorlogen en natuurram pen weinig oude archiefstukken op papier bewaard gebleven. Het eerste archiefdepot werd in 2006 voor Christus gebouwd. Het oudste nog bestaan de archiefgebouw is uit de 14de eeuw. Het huidige Chinese bewind bemoeit zich intensief met de archieven. Over het hele land verspreid zijn er in totaal 2650 archiefinstellingen van nationaal, regionaal en plaatse lijk belang, waar bij elkaar ongeveer 200.000 mensen werken. Jaarlijks worden daar heen archiefstukken overgebracht volgens daarvoor geldende richtlijnen. In iedere be- heerseenheid van de overheid, de partij, het leger, het onderwijs of het bedrijfsleven is tenminste één functionaris verantwoordelijk voor de archiefzorg. Op nationaal niveau staan drie belangrijke archiefdiensten naast elkaar, die elk onge veer 250 medewerkers hebben. 1 In Peking beheren sinds 1925 het Eerste Historische Archief en het Keizerlijke Historische Archief de oudste archivalia, lopende van de 14de eeuw tot 1911. 2 In Nanking beheert het Tweede Historische Archief de voor-communistische archi valia van na 1911. 3 In Peking bestaat sinds 1959 het Centraal Archief van de Volksrepubliek China, waar de archieven van de centrale bureaux van regering en partij bewaard worden. Daarnaast hebben sommige ministeries zoals defensie, buitenlandse zaken, geologie en kunsten eigen archiefdiensten. De 29 Chinese provincies en autonome gebieden en sommige districten hebben even eens eigen archiefdiensten, terwijl dat ook met 60 van de 110 grote steden het geval is. De andere 50 grote steden hebben plannen in die richting. De Staatsarchiefdienst, waar 150 mensen werken, heeft het oppertoezicht over het ge hele archiefwezen in China, maar iedere eenheid is zelfstandig en wordt door de eigen archiefvormende instantie gefinancierd. De Staatsarchiefdienst heeft de volgende ta ken: De hier vermelde feiten zijn ontleend aan het Informatie Bulletin van de Commission on ar chival development van de International Council on Archives van januari 1983, waar verslag wordt gedaan van een voordracht gehouden door Li Fenglou, adjunct-directeur van de Chine se Staatsarchiefdienst, op 6 oktober 1982 in Ottawa. [206] 1 Het geven van aanwijzingen voor de archiefvorming overeenkomstig de door het centrale comité van de Partij verstrekte richtlijnen. 2 De voorbereiding van wetgeving op archiefgebied. 3 Het ontwikkelen van beleidsvoornemens op dit gebied. 4 Het reeds genoemde algemene toezicht op de werkzaamheden van de Chinese ar chiefdiensten. 5 Het opstellen van overzichten en studies en het rapporteren aan de Staatsraad op ar chiefgebied. 6 Het oplossen van archivalische en technische problemen bij de archiefdiensten en het toezicht op opleiding en vorming van archivarissen. In 1952 leidde de instelling van een vierjarige cursus in archivistiek bij de universiteiten ertoe dat bij acht instellingen van hoger onderwijs een archiefopleiding gevolgd kan worden. Daarnaast bestaan bijscholingscursussen voor hen die reeds in archiefdienst werkzaam zijn. Sinds 1959 krijgen het archiefbeheer en de materiële verzorging van de stukken meer aandacht. In 1980 werd het eerste nationale archiefcongres gehouden. Daar werden theoretische en praktische kwesties behandeld rond de planmatige inrichting van de ar chiefbewaarplaatsen en het conserveren van de archivalia. De laatste tijd kijken de Chinese archivarissen ook meer naar het buitenland en komt de uitwisseling van personen, documenten en informatie op gang. Volgens in 1980 opgestelde richtlijnen zijn de archieven van vóór 1949 toegankelijk voor buitenlanders. Chinese burgers mogen ook de meer recente archivalia van hun ei gen kantoor, school of fabriek raadplegen. J. H. v. d. HO [207]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 44