maar zonder wettelijke basis. Deze taak behield het Archief van Servië ook voor de fe derale archieven van direct na W.O.II, tot bovengenoemde wet van 1950. De archieven worden in het algemeen na 30 jaar, soms ook eerder overgebracht. Thans wordt in de depots van de dienst 15 km bewaard, maar in de bureau's van de registra tuur bevindt zich 40 km, die ook op overbrenging wacht. De dienst neemt de archieven ongeschoond over. Niet alle archieven van de federale organen komen hier; zo hebben de communistische partij en het leger een eigen archiefdienst. In het algemeen zijn de archieven, ouder dan 30 jaar, openbaar; als er beperkingen op de openbaarheid zijn gesteld, dan kan het desbetreffende federale orgaan over de raad pleging beslissen. Ca. 300 personen, wetenschappelijke onderzoekers, bezoeken per jaar het archief; meestal brengen ze meerdere bezoeken. Het depotgedeelte van het oude, zwaar gebouwde gebouw, heeft geen klimatisering, maar de condities voor het bewaren van archieven zijn goed, zo werd mij verteld. De ca. 80 medewerkers van de archiefdienst zijn verdeeld over twee sectoren, die elk verschillende afdelingen en onder-afdelingen tellen. 1) Toezicht op en bescherming van de archieven, die nog niet zijn overgebracht, zorg voor vernietiging en overbrenging; inventarisatie; informatiedienst, educatie, tentoonstellingen, studiezaal, filmzaal, pu blicatie. Het hoofd van de afdeling informatie etc., de heer Boza Bojovic, leidde mij rond bij een foto-tentoonstelling over het leven van Tito, een reizende tentoonstelling, die o.a. naar China gaat. Tot de educatie behoort het geven van lessen voor schoolklassen in het archiefgebouw, medewerking aan radio- en t.v. programma's, e.d. 2) 'Legal and technical protection', welke sector door bovengenoemde adjunct directeur wordt geleid. Tot deze sector behoort het atelier voor conservering en restau ratie van archivalia en het foto-atelier. Dit laatste zorgt voor het schaduwarchief, maar vervaardigt ook microfilms van beschadigde stukken voor de raadpleging. Men ge bruikt 16 mm film. Ook de administratie behoort tot deze tweede sector. Tenslotte wil ik nog op een bijzonderheid op het gebied van de educatie wijzen, n.l. de ar chiefopleiding voor de middelbare scholieren. Het Joegoslavische basisonderwijs telt acht leerjaren, de middelbare school vier, waarvan in de laatste twee jaar bepaalde rich tingen kunnen worden gekozen. Een van deze richtingen is die van museum, archief en re gistratuur. Daarbij hoort ook praktisch werk in het archief, met name op het gebied van conservering en restauratie van archiefstukken. Ik zag een schoolklas van 15 leerlingen, die onder leiding van het hoofd van de restauratie, een vrouwelijke scheikundige, ieder een stuk op materiële eigenschappen moesten bestuderen en beschrijven. Ook moesten ze zelf hun stuk lamineren, een methode die in Joegoslavië veel wordt toegepast. Istorijski Arhiv Beograda (Historisch Archief van Beograd), Palmira Toljatija 1, Novi Beograd. Bij deze archiefdienst werd ik ontvangen door de directeur Bozidar Draskic. [196] Vóór de Tweede Wereldoorlog werden archivalia van de stad Beograd bewaard in het museum en de bibliotheek van de stad. In 1945 werd een archiefdienst opgericht, aan vankelijk nog in het museum, later in een eigen gebouw gehuisvest. Sinds 1973 beschikt de dienst over het huidige, speciaal als archief geconstrueerde moderne gebouw. Het werd aangeprezen als het modernste en best georganiseerde archief van heel Joegosla vië. In 1980 vierde men het 35-jarig bestaan, waarvan een herinneringsspeldje mij werd gegeven. Oorspronkelijk was deze instelling het gemeentearchief van Beograd, maar thans is de dienst een regionaal archief voor deze stad en 16 gemeenten, waarvan 10 in Beograd zelf zijn gelegen. De dienst heeft toezicht op de registratuur, maar ik heb de indruk dat men méér doet dan alleen inspectie. Er wordt advies en hulp gegeven bij inventarisatie; alleen geïnven tariseerde en geschoonde archieven worden door de dienst overgenomen. Een ander aspect van de bemoeienis met de registratuur is, dat de archiefdienst zelf een bepaald soort archiefdoos maakt, die ook aan de administraties wordt verkocht, zodat alle ar chieven op uniforme wijze worden bewaard. Het Historisch Archief van Beograd beheert thans 9 km archiefmateriaal, merendeels uit de 20e eeuw. In de Turkse tijd is zeer veel archief verloren gegaan. Het oudste ar chief is dat van de magistraat van Zemun, ten noorden van Beograd gelegen, waartoe het stadsgebied vroeger behoorde, lopend van 1749 tot 1934. Ook van het stadsbestuur van Beograd uit de 19e-20e eeuw is archief aanwezig. Andere belangrijke archieven zijn die van de gilden (1810-1911) en van de rechtbank (1842-1944). Het rijkste materiaal is uit de periode 1918-1944, de periode van de moderne ontwikkeling van de stad. Onder de overgebrachte archieven bevinden zich die van communistische partij-organisaties van de regio. Doop-, trouw- en begraafboeken zijn er niet; de registers van de burgerlij ke stand en het bevolkingsregister zijn van na 1945 en nog te jong om over te nemen. Ook het verzamelen van documentatie en fotomateriaal vindt niet plaats, want dergelij ke zaken worden van zelf met de archieven overgenomen. De inspectie ziet erop toe dat dit soort materiaal niet verloren gaat en particuliere archieven bestaan niet. Men be heert wel een collectie oude foto's. De bibliotheek beheert ook kranten en periodieken. De depots hebben, ik meen als enige in Joegoslavië, klimatisering. De studiezaal heeft als bijzonderheid, dat er tafellampen met vergrootglazen zijn aangebracht. Er komen 1000 a 1500 bezoekers per jaar. De openingstijden van de studiezaal zijn als de werktij den van het personeel, 's zomers tot 14.30 uur. Het aantal personeelsleden bedraagt 67, waarvan ongeveer een derde deel archivist en archief-'Techniker' is. De medewerkers zijn verdeeld over drie afdelingen: 1) bescherming van archieven, zowel binnen als bui ten de dienst, restauratie, fotografisch atelier. Dit laatste beschikt over een automati sche ontwikkelmachine. Ook het maken van kleurenfoto's is mogelijk. In het atelier worden microfilms vervaardigd, voor schaduwarchivering en raadpleging, waarbij men beschikt over de apparatuur om films positief af te drukken. 2) inventarisatie, infor matiedienst, publicatie, vooral van bronnen, waarvan een serie van 25 delen bestaat, en educatie. Onder dit laatste verstaat men de zorg voor tentoonstellingen, ook reizende, lezingen en lessen tbv het onderwijs, hulp bij het onderzoek door studenten en prak tisch werk voor de archiefopleiding. Men beschikt over een fraaie vergaderzaal. [197]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 39