republieken inspectiebevoegdheid hebben over de registratuur, de niet-overgebrachte
archieven van de instellingen van de republiek, en bijv. toestemming voor vernietiging
van daarvoor in aanmerking komende stukken moeten verlenen.
In de republieken bestaan behalve de archiefdiensten van deze republieken zélf ook nog
stedelijke of regionale archiefdiensten, meestal 'Historisch Archief' genoemd. Dit zijn
van oorsprong stedelijke archieven, waarbij zich gemeenten uit een zekere regio rondom
de stad hebben aangesloten. Deze aansluiting is op zich zelf niet verplicht, maar iedere
gemeente moet ingevolge de wet voor haar eigen archieven zorg dragen, zodat toetreden
tot een 'streekarchief', dat door de deelnemende gemeenten met elkaar wordt bekostigd,
meestal de beste oplossing is. Een de gehele republiek dekkend net van regionale archie
ven bestaat overigens nog niet. De 'historische archieven' hebben de bevoegdheid tot in
spectie van de niet-overgebrachte archieven van de instellingen van hun stad en de ge
meenten van hun regio. De Archieven van de republieken oefenen krachtens hun wetten
toezicht uit op het werk van de regionale archieven binnen de desbetreffende republiek,
niet op de organisaties als zodanig. Tot dit toezicht behoort: het aanbevelen van noodza
kelijke maatregelen aan de desbetreffende locale overheden voor een doelmatig archief
beheer, het streven naar een uniform systeem van beheer, waaronder bescherming en in
ventarisatie van archieven, zowel binnen als buiten de archiefdiensten, planning en syn
chronisatie van werkzaamheden, zoals inventarisatie, microverfilming, bronnenpubli
catie, research, educatie, informatie. In de republieken Servië en Kroatië fungeert een
Archiefraad, bestaande uit afgevaardigden van de archieven, de registratuur, het
bestuur en de historische wetenschap. Deze raad geeft directieven voor het archiefbeheer
in de republiek; anders dan in ons land is deze raad dus geen adviescollege.
In de afzonderlijke republieken bestaan verenigingen van archivarissen, werkzaam in
deze republieken. Deze verenigingen, waar alle archiefmedewerkers lid van kunnen zijn
en die zich bezig houden met de belangen van het vak, vormen met elkaar een federatief
verband van archivarissen in Joegoslavië: Savez Drustava Arhivskih Radnika Jugo-
slavije. Onder auspiciën van dit verband worden archiefoverzichten per republiek uit
gegeven, welke overzichten in de desbetreffende republieken onder toezicht van de ver
enigingen van archivarissen door de archiefdiensten worden samengesteld. Het archief
overzicht van Bosnië en Hercegovina bijv. werd in 1981 in Beograd gepubliceerd.
Met betrekking tot archiefonderzoek in Joegoslavië kan ik allereerst opmerken, dat de
overgebrachte archieven in het algemeen openbaar zijn. Als er beperkingen op de open
baarheid zijn gemaakt, kan de archiefdirecteur in bepaalde gevallen hiervan ontheffing
verlenen. Op de openbaarheid kom ik nog terug bij de bespreking van enige afzonder
lijke archieven.
Men maakt duidelijk onderscheid tussen 'Forscher', wetenschappelijke onderzoekers,
en andere archiefbezoekers, die voor kleine informaties of administratieve doeleinden
komen. Ik heb de indruk, dat alleen de eerste categorie de studiezalen bevolkt. Bij mijn
vraag naar bezoekersaantallen kreeg ik steeds een vrij exact getal van 'Forscher' te ho
ren, terwijl de opgaven van de andere categorie bezoekers vager was. Bij gebrek aan ge
nealogisch bronnenmateriaal komt genealogisch onderzoek haast niet voor.
Voor het historisch onderzoek in archieven is het van belang te weten, dat de teksten
van de stukken in veel talen zijn gesteld.
[192]
De Serven en Kroaten hebben dezelfde Servo-Kroatische of Kroato-Servische taal; de
Serven schrijven deze taal in het Cyrillische, de Kroaten in het Latijnse alfabet. Naar
gelang hun Servische of Kroatische afkomst schrijven de bewoners van Bosnië en Her
cegovina hun taal in het Cyrillische of Latijnse alfabet, terwijl vroeger ook een eigen
Bosnisch schrift werd gebruikt. Het Macedonisch en het Servisch van Montenegro
wordt in het Cyrillisch, het Sloveens in Latijns schrift geschreven. In Kroatië bediende
men zich vroeger ook van het Cyrillisch, maar vooral van het Glagolitisch, een schrift
soort waarvan de r.k. kerk in Kroatië tot ver in onze eeuw gebruik maakte. Daarnaast
komen veel archivalia voor in het Latijn (bijv. van de middeleeuwse heersers van Servië
en Bosnië), Oud-Slavisch, Italiaans, Duits, Hongaars, Turks, Arabisch, Grieks en
Frans. De aanwezigheid van deze talen staat uiteraard met de historische ontwikkeling
van het land in verband.
Door de communistische structuur van Joegoslavië zijn er geen particuliere archieven.
Terwijl de Nederlandse archivarissen zich inspannen om bijv. archieven van particulie
re verenigingen en bedrijven, die van historisch belang zijn, op basis van vrijwilligheid
te verwerven, krijgt de Joegoslavische archiefdienst dergelijke archieven van zelf op
grond van de wet, omdat ze tot de overheids- of collectieve sfeer behoren. Daarom oe
fenen de archiefdiensten er ook vóór de overbrenging toezicht op uit. Ook beheren ar
chiefdiensten vele oude familiearchieven; de kerken en kloosters bewaren hun archie
ven doorgaans zelf.
Arhiv Srbije (Archief van de Republiek Servië), Karnegijeva 2,
Beograd.
In dit archief werd ik ontvangen en rondgeleid door de directrice mevrouw Mirjana Da-
jic en door de afdelingshoofden Ljubodrag Popovic en mevrouw Ivanka Bruk. Laatst
genoemde fungeerde als tolk (Engels) en vergezelde mij ook als tolk naar de andere ar
chieven in Beograd. Het archief van Servië, met name mevrouw Bruk, organiseerde
mijn studiereis in Joegoslavië. Mevrouw Bruk is in Nederland goed bekend, o.a. door
een verblijf van enige maanden voor archiefonderzoek in het Algemeen Rijksarchief in
Den Haag.
De archiefdienst werd in 1900 als staatsarchief van het koninkrijk Servië opgericht. In
1980 vierde men het 80-jarig bestaan. Ter gelegenheid hiervan verscheen een aflevering
van Arhivski Pregled, het archievenblad van Servië, waarvan de redactie en administra
tie door het Archief van Servië wordt gevoerd. De titels van de in het Servisch gestelde
artikelen zijn in het Frans vertaald en handelen over 'Travail scientifique et professio-
nel des Archives de Serbie', maar helaas zijn er geen samenvattingen in het Frans of an
dere taal opgenomen.
Het archief is gevestigd in een speciaal voor dit doel gebouwd gebouw, dat in 1928 in
gebruik werd genomen. In de depots is geen klimatisering, hetgeen in Joegoslavië
slechts in een enkel archief voorkomt. De condities voor het bewaren van archivalia
schijnen in dit vrij zwaar gebouwde gebouw goed te zijn. Wel vielen mij de zeer hoge
archiefstellingen in de depots op. Vanwege ruimtegebrek beschikt het archief sinds 1970
[193]