geld, zonder carte de lecteur en veelal met de inventarissen op de studiezaal; het aantal bezoekers is ook veel geringer. Het kleine personeelsbestand laat meestal niet toe een gespecialiseerde ambtenaar uitsluitend met de studiezaal te belasten, zodat meerdere personen, niet-archivistisch geschoold, de bezoekers ontvangen en begeleiden. Zowel bij de Archives Nationales als bij de departementale archiefdiensten leeft bij het perso neel hetzelfde gevoel als ook in Nederland wel bespeurd wordt: wie bij de studiezaal be trokken is, wil wel eens de betrekkelijke rust van een andere afdeling proeven, wie bij een andere afdeling werkt, wil wel eens meer met het publiek in aanraking komen. De beveiliging op de studiezalen geeft grote verschillen te zien. In de Archives Nationa les zijn de regels voor Nederlandse begrippen heel erg soepel: bezoekers worden met jassen en (akte-)tassen toegelaten in de studiezaal en wij hebben meegemaakt dat een uitgebreid chips consumerende onderzoeker niet werd 'betrapt'. Van controle van de tassen bij het verlaten van de studiezaal is geen sprake en dit werd ook tijdens een dis cussie na een van de colleges als onbeleefd afgewezen. Het andere uiterste zagen we in het archief van het departement Hauts de Seine, waar de kleine studiezaal (ca. 35 plaat sen) met behulp van tv-camera's werd bewaakt. Ook in Frankrijk zijn de archivarissen in twee kampen verdeeld ten aanzien van het ko piëren van archiefstukken; zij voor wie elke kopie er een te veel is en zij die niet zo zwaar tillen aan de risico's van kopiëring. De Archives Nationales behoort tot de laatste kategorie. Wie iets gekopieerd wil hebben, loopt na het invullen en laten paraferen van een formulier zelf met de stukken onder de arm de studiezaal uit, langs de voordeur naar een vrijwel permanent bemande kopieerafdeling, laat de kopieën maken en keert terug naar zijn plaats. Vanuit de salie Clisson wordt hij bij de wandeling naar het kopieerapparaat begeleid door een depotbediende, maar die weg loopt dan ook buiten over de binnenplaats. Deze gang van zaken is goed om de vraag naar kopieën efficient en snel te beantwoorden, maar risico's voor beschadiging en diefstal van de stukken lij ken ons onverantwoord groot. Voor onderzoek in de archieven van Buitenlandse zaken, land-, zee- en luchtmacht geldt, ondanks de in de archiefwet gewaarborgde openbaarheid, voor buitenlanders ook nog de regel dat men een brief van de ambassade moet overleggen, begrijpelijk voor onderzoek in heel recent materiaal, maar o.i. overdreven voor bijvoorbeeld de be langstellende in de buitenlandse verdragen tussen Frankrijk en andere landen in de ze ventiende eeuw. Schriftelijke inlichtingen Over de schriftelijke verzoeken is in vergelijking met Nederland niets bijzonders te zeg gen. In Frankrijk wordt eveneens een toename van de hoeveelheid post gesignaleerd, logisch gevolg van de toename van de belangstelling voor archieven. De Archives Nationales bijvoorbeeld kregen in 1979 ongeveer 8500 inlichtingenbrieven te behande len. Deze vloedgolf probeert men te breken met behulp van standaard- en aankruis- brieven en korte voorgedrukte notities over bepaalde onderwerpen. In het reageren op de ook in Nederland in toenemende mate rondgezonden enquêtes van onderzoek- [186] instellingen, in de trant van 'welke bronnen berusten er bij U over...', is men terug houdend. Van inschakeling van correspondenten voor het behandelen van genealogi sche brieven is ons niets gebleken. Educatieve activiteiten In het Franse archiefwezen neemt de action culturelle een belangrijke plaats in. De Ar chives Nationales hebben al sedert het midden van de vorige eeuw een eigen museum, waar men op dit moment permanente uitstallingen heeft van de 71 belangrijkste docu menten voor de Franse geschiedenis en van archivalia betreffende de Franse revolutie. Daarnaast organiseert men tijdelijke exposities, zoals in 1983 over Louisiana. Dit mu seum beschouwt men echter als een uitzondering, die dat ook moet blijven. In de de partementale archieven, waar de professionele onderzoeker nauwelijks verschijnt en het archiefmateriaal van beperkter belang is (in Frankrijk heeft de centrale overheid im mers altijd een overheersende rol gespeeld), tracht men al vanaf de vijftiger jaren aktief de culturele belangstelling van de bevolking te wekken. Door de educatieve afdelingen, die grotendeels bemand worden door leraren middel baar onderwijs op part-time basis, wordt veel aandacht besteed aan activiteiten in en met scholen (rondleidingen, lessen, diavoorstellingen, educatieve mappen), reeds vanaf de hogere klassen van de basisschool. Voor groepen belangstellenden worden door de archiefdiensten cursussen oud-schrift en methodiek van het archiefonderzoek georgani seerd. Waar mogelijk wordt de geschiedenis, vaak letterlijk, verkocht: in de archief winkel van de Archives Nationales zijn, naast inventarissen en gidsen, ook ansichtkaar ten, reproducties van zegels en onderwijspakketten te koop. Ook schuwt men voor de productie van tentoonstellingen en dia-geluidseries, die over het algemeen van hoog ni veau zijn ('het publiek is verwend'), commerciële sponsors niet. De departementale ar chieven beschouwen de educatieve dienst als een belangrijk onderdeel van hun taak: ak tief de bevolking interesseren voor de geschiedenis en haar bronnen. Dat dit beleid suc cesvol is kan afgeleid worden uit het feit dat het gelukt is een geheel nieuw publiek naar de archieven te lokken; het aantal middelbare scholieren in Franse archieven is in onge veer twintig jaar tijd gigantisch gestegen, van 16.000 in 1956/1957 naar 203.894 in 1979/1980. In deze actieve opstelling verschillen de Franse archieven sterk van de Nederlandse rijksarchieven, voor welke de educatieve activiteiten een sluitpost zijn. Slot Het bovenstaande heeft uiteraard niet de pretentie het 'evangelie' over de Franse dienstverlening te zijn, het is slechts een neerslag van de manier waarop de Franse situa tie op ons, buitenstaanders, die een beetje achter de schermen konden kijken, is over gekomen. Wij constateerden vele overeenkomsten tussen de beide landen, maar ook duidelijke verschillen: een praktische aanpak van 'pre-archivage' en het studiezaalge- beuren in Nederland, een grote voorsprong op educatief gebied in Frankrijk. De ver schillen zijn te verklaren uit de principieel verschillende oriëntatie van de diensten, een [187]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 34