woordelijk is. Het aandeel van de universitaire onderzoekers in het totale bezoekers bestand verminderde van 76% in 1969 tot 47% in 1979. Deze ontwikkeling kan wellicht voor Nederland een waarschuwing betekenen. Het vooronderzoek Evenals in Nederland heeft ook in Frankrijk de onderzoeker voor de eerste oriëntatie de beschikking over archiefgidsen. Voor de ArchivesNationales is er de recente Etat gé- néral des fonds5, waarin in vier delen een uitvoerige opsomming van de archivalia wordt gegegeven. Het beleid van de Franse centrale directie is erop gericht om ook voor alle departementale archieven binnen afzienbare tijd recente gidsen te hebben. Daar naast studeert men op de mogelijkheid om in de toekomst al deze informatie op compu ter te zetten (project Egérié). Het grote verschil met de Nederlandse archievenoverzich ten is dat de Franse gidsen per depot, dus niet per regio, zijn ingericht en ook dat een opgave van inventarissen en literatuur bij de verschillende archieven ontbreekt. De Etat général van de Archives Nationales mist ook de index nog; het is de bedoeling dat deze, in het kader van het project Egérie, direct in de computer wordt ingevoerd. Tot op het moment dat dit zal zijn gerealiseerd behelpt men zich in de praktijk met de index op de Etat sommaire5 uit 1891. Voor uitleg van de praktische gang van zaken bestaan er van verschillende diensten, on der andere de Archives Nationales, lezersgidsen, die vaak ook een kort overzicht van de bewaarde series archiefstukken bevatten7. Ook voor de archiefdiensten van het Mi nisterie van Buitenlandse Zaken en van de Marine bestaan lezersgidsen; deze diensten vallen, evenmin als de archiefdiensten van land- en luchtmacht, onder het archief- gidsenproject8. De studiezaal Voordat de bezoeker van de Archives Nationales in de studiezaal zijn onderzoek kan beginnen dient hij zich eerst te vervoegen bij de Service des renseignements, de la re cherche historique et des salles du public. Na legitimatie en opgave van onderwerp en doel van onderzoek krijgt hij een carte de lecteur, zonder welke men niet wordt toegela ten in de studiezalen. Voor het raadplegen van inventarissen bestaat een aparte 5 Etat général des fonds, 4 vols. (Paris 1978-1980). 6 Etat sommaire par séries des documents conservées aux archives nationales (Paris 1891). Voor degene die oudere docmenten wil raadplegen is een handige gids: W. Paravicini, Das Nationalarchiv in Paris. Ein Führer zu den Bestanden aus dem Mittelalter und der frühen Neuzeit (München 1980), die veel praktische tips en wél een vermelding van inventarissen geeft. 7 Archives Nationales. Guide du lecteur (Paris 1980). 8 Guide du lecteur (Paris 1977) [Ministerie van Buitenlandse Zaken]: E. Ie Maresquier, Archives de la Marine; guide du lecteur; état des répertoires et inventaires; éléments de bibliographie (Paris 1979). Zie voor een uitleg van het seriestelsel F. van Anrooij, Verslag, p. 296. [184] salie des inventaires, waar niet alleen inventarissen van de archieven die bewaard wor den bij de Archives Nationales staan, maar ook van het materiaal van alle departemen tale en gemeente-archieven. Het voordeel van een aparte ruimte voor de inventarissen is dat het gedurende enige tijd de studiezaal ontlast; het raadplegen van Franse inventaris sen is, als gevolg van een sterk analytisch karakter daarvan, een tijdrovende aan gelegenheid. Bovendien kan het de rust op de studiezaal ten goede komen. Als nadeel hebben wij ervaren dat het de onderzoeker tijd kost: men kan de tijd dat men op aange vraagde stukken moet wachten niet productief maken door verder onderzoek in de in ventarissen. In de (over vier verschillende gebouwen verspreide) studiezalen staan na melijk vrijwel geen inventarissen en slechts een beperkt aantal andere hulpmiddelen. Naast deze gemakkelijk toegankelijke inventarissenruimte bestaan er in de Archives Nationales ook nog gespecialiseerde salles des inventaires van de section ancienne en de section moderne, waar uitgebreidere toegangen, bv. kaartenbakken met indices, staan. Deze zalen kan de onderzoeker na een verzoek aan de service des renseignements bezoe ken. In de Archives Nationales bevinden zich vijf studiezalen: - de salie Soubise, de oorspronkelijke studiezaal, met 63 plaatsen, waar alle stukken ter inzage worden gegeven, die niet in andere, hierna te noemen zalen te raadplegen zijn; - de salie C/isson, 48 plaatsen, voor de raadpleging van oudere archivalia; - de kaartenstudiezaal, 10 plaatsen; - de zaal van het minutier central des notaires, voor het onderzoek in alle Parijse no tarisarchieven, 30 plaatsen; - de microfilmzaal, 22 plaatsen9. Bij het betreden van een van deze studiezalen moet de onderzoeker zijn carte de lecteur afgeven; bij vertrek krijgt hij hem dan weer terug. Aanvraagkaartjes moeten ingeleverd worden bij Ac président de salie, die deze kritisch bekijkt, parafeert en een deel van het kaartje aan de aanvrager teruggeeft. Met dit laatste kan deze na verloop van tijd zijn stukken bij een loket ophalen. De minimale wachttijd is vrij lang: in de salie Soubise ongeveer veertig minuten, in de salie Clisson dertig. Men kan meerdere aanvragen tege lijk indienen - tot een maximum van 8 per dag -, maar krijgt slechts één doos per keer op de tafel. Als er van de aangevraagde stukken een microfilm bestaat dan krijgt de onderzoeker de originele stukken niet in handen. De président de salie verwijst hem dan naar de micro filmzaal, waar hij binnen enkele minuten de gewenste film tot zijn beschikking heeft. Is het voor het onderzoek noodzakelijk het originele stuk te zien, dan moet er schriftelijk en met redenen omkleed een autorisation gevraagd worden, een procedure die een dag of drie kost. (Heeft men echter beslist geen tijd dan geeft de président de salie a la mi nute de autorisation, evenals in het geval dat er een stuk op de film ontbreekt!). In de departementale archieven is de gang van zaken in de studiezaal eenvoudiger gere- 9 Over enkele jaren hoopt men de situatie voor bezoekers van de Archives Nationales verbeterd te hebben. Een Centre d'Accueil et de Recherche des Archives Nationales (CARAN) met gespecialiseerde afdelingen moet dan zorgen voor een goede begeleiding van de bezoeker. [185]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 33