Discussie Rubricering Stel, in uw archiefbewaarplaats berust het archief van huize Boterbloem. Op een goede dag komt de eigenaar van huize Pinksterbloem te overlijden en zijn erfgenamen schen ken het huisarchief aan uw archiefbewaarplaats. Na verloop van tijd wordt geïnventari seerd en dan blijkt dat in het huisarchief Pinksterbloem stukken zitten, die eigenlijk be ter zouden passen in het huisarchief Boterbloem. Eén van de vroegere eigenaren van Pinksterbloem had namelijk ook Boterbloem in bezit gehad. Wat doet u? Voegt u de stukken bij het Boterbloem-archief, daarmee misschien handelend in strijd met het struktuurbeginsel? Of laat u in het Pinksterbloem-archief, wellicht op gespannen voet met het bestemmingsbeginsel? P. Brood. Twee schema's van een huisarchief Persoonlijk gedeelte Geslacht X Geslacht Y Aanverwante geslachten Zakelijk gedeelte Huis, waaronder heerlijkheid Overige goederen Stukken betreffende het Huis Stukken betreffende andere goederen Persoonlijke stukken Geslacht X Geslacht Y Mevrouw Ruitenberg wijst er nog eens op, dat vooral bij inventarisatie van familiear chieven het gevaar van overrubricering bestaat. Men moet zo sober mogelijk rubrice ren. Hiermee kan worden voorkomen dat de rubrieken elkaar niet geheel wederzijds uitsluiten, terwijl voorts de eenheid van indelingsoptiek beter valt te handhaven. Wor den onder één persoon slechts een gering aantal stukken beschreven, dan behoeft de ru bricering niet expliciet te worden vermeld. Door middel van extra witruimte kan men aangeven, dat men wel dezelfde indeling hanteert als bij de personen, van wie een meer substantiële hoeveelheid stukken wordt beschreven. [176] Verzamelde stukken Dikwijls valt niet uit te maken of stukken zijn verzameld of niet. Inventarisatoren gaan dan met hypotheses werken om het familiearchief in engere zin en de als verzameld be schouwde stukken te scheiden. In plaats van het aanbrengen van een dergelijke kunstmatig onderscheid kan men beter wat water in de wijn doen door af en toe af te wijken van het al dan niet op fictieve gronden toe te passen herkomstbeginsel en de stukken plaatsen bij de persoon, op wie de stukken betrekking hebben, ook als van deze persoon verder geen archiefbescheiden zijn bewaard gebleven. Nalatenschapsstukken Ten aanzien van deze categorie stukken wordt regelmatig afgeweken van de toepassing van het herkomstbeginsel. Wanneer niet bekend is van welk afzonderlijk familielid de ze stukken afkomstig zijn, worden ze geplaatst bij de erflater. In een ander opzicht is de plaatsing van nalatenschapsstukken ook niet geheel conse quent. Hoewel men in deze categorie stukken dikwijls zowel stukken van persoonlijke als van zakelijke aard aantreft, worden ze ondergebracht bij de hoofdafdeling 'perso nalia'. Dienovereenkomstig wordt gehandeld ten aanzien van processtukken, waarin men ook veelal realia aantreft. A Igemeen/bijzonder Rubrieken 'algemeen' dienen zoveel mogelijk vermeden te worden, maar wat te doen met series dagboeken en correspondentie? Een mogelijke oplossing is deze vooraan te plaatsen onder de kop personalia of elders, daar waar het grootste gewicht ligt, terwijl men verder werkt met verwijzingen. In ieder geval dient een herhalen van de rubriek al gemeen onder de hoofdindeling 'bijzonder' vermeden te worden. Bervoets maakt onderscheid tussen ambtelijke stukken en stukken betreffende het open bare leven. Hij wijst erop dat het begrip ambtenaar voor en na de Franse revolutie ver schillend is. Brood voelt niet voor dit onderscheid en pleit ervoor zoveel mogelijk onder eenzelfde categorie onder te brengen: stukken betreffende functies in het openbare leven. Den Teuling acht het onjuist overerfbare stukken onder persoonlijke stukken te rang schikken. Hij voelt meer voor een onderverdeling van personalia in: a. zuiver persoonlijk b. ambtelijk en openbaar leven. De rubriek zakelijke stukken zou gereserveerd moeten worden voor overerfbare zaken. Voor de goede orde wordt nog eens naar voren gehaald dat collatie- en patronaatsrech ten zakelijke rechten zijn. Stukken van echtgenoten Deze kunnen het beste bijeen worden gehouden en per echtpaar gerangschikt worden. Dat maakt bijvoorbeeld de behandeling van condoléances eenvoudiger. Mevrouw Bos pleit voor gemeenschappelijke beschrijving waarin men, indien dat be kend is, uit laat komen voor of van welke van de beide partners het stuk is. [177]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 29