(13) OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Hierbij wordt ook gedacht aan schutterijen en exercitiegenootschappen, hoe wel die ook een defensietaak hadden. Voorts 'politie' in de moderne zin des woords. (14) RUIMTELIJKE ORDENING, VOLKSHUISVESTING Zoals afgesproken vallen milieuzaken onder (5). Dit deelgebied zal nagenoeg uitsluitend relevant zijn in de archieven van na 1900. 15) MAATSCHAPPELIJKE AANGELEGENHEDEN Hierin zeker de armenzorg en arbeidsaangelegenheden (VNG-code: -1.84 en -1.83). Vakbonden en politieke partijen vallen hier ook onder. (16) VERKEER EN VERVOER Samenvoeging met (17) zou tot een te groot deelgebied leiden. Onder verkeer zal ook moeten worden verstaan berichtenverkeer en telecommunicatie. (17) WATERSTAAT Hierbij wordt gedacht aan waterkering, waterbeheersing. Zoals op elke indeling is ook op bovenstaand voorstel kritiek mogelijk. Anders echter dan bij classificatie is het niet buitengewoon belangrijk waarbij een onderwerp wordt ingedeeld, als er maar duidelijke afspraken worden gemaakt. Verwijzingen en toelich tingen zullen altijd noodzakelijk blijven. Daaruit volgt weer dat het archiefwezen heel weinig heeft aan één of twee deelthesauri. Als er wordt besloten tot thesaurusbouw zal ervaring moeten worden opgedaan met enkele proefprojecten, waarna de zaak met voortvarendheid zal moeten worden aangepakt en voltooid. 4.5 Start van één of meer proefprojecten Al betrekkelijk snel stond het voor de projectgroep vast dat het deelgebied Waterstaat (17) zich als geen ander zou lenen voor proefproject thesaurusbouw. Enige argumenten daarvoor luiden als volgt: - Er zijn op dit gebied voldoende archiefinventarissen voorhanden, al zijn er slechts enkele voorzien van een index op onderwerpen. - Er is op dit gebied een uitvoerig woordenboek beschikbaar (Beekman) van termen die voor 1795 in zwang waren. - Bij het departement van Verkeer en Waterstaat wordt gewerkt met de standaard code voor de (rijks)overheid, een code, analoog aan de VNG-code, maar veel verder uitgewerkt. Bij datzelfde ministerie bestaan concrete plannen voor thesaurusbouw met behulp van een computer. De mogelijkheid van samenwerking tussen archief wezen en ministerie dient serieus te worden onderzocht. - Bij de CAS te Winschoten zullen de archieven van Rijkswaterstaat worden aange pakt. Volgens ons verdient het aanbeveling bovendien een tweede deelgebied aan te vatten. De gedachten gaan uit naar een verwant deelgebied, te weten Verkeer en Vervoer (16). De projectgroep meent dat twee groepen elkaar kunnen stimuleren; bovendien zal het probleem van overlapping onder ogen moeten worden gezien en opgelost. [162] De ervaringen moeten goed worden gedocumenteerd en ten dienste van latere projecten worden gesteld. De leden van werkgroepen thesaurusbouw dienen deskundig te zijn op het betreffende deelgebied. Zeker zal iemand zitting moeten hebben die op het betref fende ministerie werkzaam is in het dynamisch archief. 4.6 Organisatie en coördinatie Uit ervaringen van anderen is gebleken dat thesaurusbouw alleen kan slagen wanneer gezorgd wordt voor een sterke organisatie en coördinatie. Er dient een projectleider te worden aangewezen met vergaande bevoegdheden. Bij projecten van grote omvang heeft de coördinator een volledige dagtaak. Hij/zij - heeft zitting in alle werkgroepen; - bewaakt de planning en de voortgang; - ontwikkelt de criteria; - bewaakt de standaarden; - beschikt over de bronnenregistratie en de documentatie; - heeft het laatste woord bij de keuze van descriptoren; - beheert de computerfaciliteiten; - is zeer deskundig op het gebied van indicering, doch behoeft geen informatie- of automatiseringsdeskundige te zijn. Kennis van het archiefwezen is wel nodig, een di ploma archiefambtenaar niet. Gedacht wordt aan iemand met een zgn. C-diploma literatuuronderzoek. 5 Conclusies De projectgroep is van mening dat er op het ogenblik in het Nederlandse archiefwezen een zekere ombuiging bespeurbaar is. Langzaam maar zeker krijgt de inhoudelijke ont sluiting meer aandacht; wellicht zal dit enigszins ten koste (moeten) gaan van de klassie ke manier van inventariseren. Gezien deze tendens kunnen thesauri van veel nut zijn voor archiefdiensten: - De vraagstelling van de onderzoeker en het antwoord van de archivaris worden op elkaar afgestemd. - De indiceerder krijgt een instrument waarmee hij snel en consequent kan werken. Dit geldt voor indicering van stukken die inhoudelijk voldoende zijn beschreven in de inventaris, maar ook bij de onderwerpsontsluiting van archivalia die als serie zijn gevormd. - De inventarisator gebruikt thesauri bij de beschrijving van de inhoud van de stuk ken en bespaart daarmee veel tijd. Bij het inventariseren in teamverband wordt een tamelijk grote uniformiteit bereikt wanneer de leden een thesaurus hanteren. Wan neer het indiceren van inventarissen een standaardprocedure wordt kan er worden bezuinigd op het minutieus indelen van inventarissen, een procedure die thans vaak geweldige hoeveelheden tijd verslindt. Natuurlijk heeft deze medaille een keerzijde. Alvorens te kunnen beginnen aan thesau rusbouw zullen enige archivarissen zich moeten specialiseren op de gebieden van thesaurusbouw, classificatie en geautomatiseerde informatieverwerking. Ook de kennis [163]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 22