4.4 Deel thesauri Een belangrijke vraag waarvoor de projectgroep zich zag gesteld luidt: Moet er worden gestreefd naar één thesaurus voor het archiefwezen of is het wenselijk dat er deel- thesauri komen, die elk een bepaald onderwerpsgebied bestrijken? Wij kunnen nu niet overzien, hoe (on)werkbaar een overkoepelende thesaurus zou worden, maar het is wel duidelijk dat de bouw van dergelijke gigant niet tot de reële mogelijkheden behoort. Daarentegen is het wel realistisch om de bouw van deelthesauri te onderzoeken. Daar toe zal het dus nodig zijn de onderwerpen, die in archieven kunnen voorkomen, te ver delen in een aantal rubrieken of deelgebieden. Op den duur zal het vermoedelijk wense lijk blijken, toch twee of meer deelthesauri samen te voegen, bijv. omdat de deelgebie den zo sterk aan elkaar verwant zijn (elkaar in sterke mate overlappen) dat ineensmel ting de hanteerbaarheid zou vergroten. Daarom moeten alle deelthesauri worden ge construeerd volgens dezelfde normen en criteria. Het is de projectgroep gebleken dat archivarissen bij het inelkaar zetten van inventaris sen van archieven van gemeentelijke en provinciale besturen vaak gebruik maken van 15 20 onderwerpsrubrieken, die qua spreiding en naamgeving nogal eens aanleunen tegen de VNG-code. De projectgroep stelt zich bij de bouw van deelthesauri iets soort gelijks voor; gedacht wordt aan de volgende indeling: (1) BESTUUR(SINRICHTING) Dit gebied moet zeer eng worden opgevat: alleen organisme, geen taken. moeten zijn afgestemd op studenten en bezoekers met een middelbare schoolopleiding, hoewel het opleidingsniveau van bezoekers van archiefdiensten uiteenloopt van mensen met alleen lagere school tot en met hoogleraren. De gedetailleerdheid van inventarisbeschrijvingen is sterk wisselend. Bij de beschrijving van losse stukken en dossiers wordt de inhoud tamelijk specifiek beschreven, bij series komt men aan de onderwerpen niet toe. Als regel dient er ontsloten te worden tot op het niveau van het afzonderlijk inventarisnummer. Bij bescheiden die als series zijn be schreven (notulen, besluiten, notariële protocollen e.d.) is nadere ontsluiting gewenst, tot op het niveau van de afzonderlijke besluiten of akten. Bij series financiële beschei den (rekeningen, begrotingen, grootboeken), die in de praktijk zelden worden geïndi ceerd, ware in dit verband te denken aan ontsluiting tot op het niveau van de diverse 'hoofden van rekening'. De trefwoorden moeten dan ook tamelijk specifiek worden gekozen. De 'specificiteit' van de thesaurus moet dus zover gaan dat men kan indiceren met descriptoren van het niveau 'tafels' en 'stoelen' en men niet beperkt is tot het niveau van 'meubilair'; evenzo kunnen woorden als 'tuinbouwprodukten' en 'fruit' te globaal zijn, men moet kunnen kiezen voor appels 'peren' en 'tomaten'. Worden namelijk de trefwoorden te globaal gekozen, dan wordt de onderzoeker opgescheept met lange lijsten verwijzingen die hem weinig of niets zeggen. Het is hier ook de plaats om te waarschuwen tegen het te intensief indiceren. Het toe kennen van teveel trefwoorden aan een stuk of akte leidt tot onoverzichtelijkheid. In de praktijk van de documentatiewereld is gebleken dat gemiddeld drie, hoogstens vier onderwerpsdescriptoren per document voldoende is. Te denken valt aan interne organisatie, personeel, verkiezing van leden, be- heersvoorschriften, reglementen en statuten, kortom alles wat men bestuurs inrichting te maken heeft, van zowel overheids- als particuliere organen. (2) BELASTINGEN Omdat er in archieven (zeker in overheidsarchieven) enorm veel stukken voorkomen over belastingheffing lijkt een aparte rubriek 'belastingen' nodig, al zijn er veel raakpunten met (4). Onder belastingen worden mede begrepen retributies en gedwongen leningen. (3) BEVOLKING Hiermee wordt bedoeld de registratie van de bevolking in de ruimste zin, o.a. voor demografische doeleinden. Er zijn raakpunten met (2) in verband met bevolksingsadministratie ten behoeve van de belastingheffing. (4) FINANCIËN EN EIGENDOMMEN Hieronder te verstaan financieel beheer, begrotingen, rekeningen, balansen etc. Eigendommen van particulieren, maar ook domeinen en heerlijke rechten. (5) GEZONDHEIDSZORG Hierbij inbegrepen milieuzaken en ook ziekenhuizen (in afwijking van de code-VNG). (6) HANDEL EN NIJVERHEID De code-VNG kent de rubriek 'economische aangelegenheden' (-1.82), die voor ons doel veel te ruim is. Splitsing in afzonderlijke rubrieken Handel en Nijverheid lijkt niet wenselijk. Onder deze rubriek worden ook de nutsbedrij ven gerekend. (7) JUSTITIE Hierbij wordt gedacht aan het hele justitiële apparaat, dus de rechterlijke or ganisatie en het gevangeniswezen. De politie (in de moderne betekenis) valt onder deelgebied (13). (8) KERKELIJKE ZAKEN Het begrip moet eng worden opgevat. Het kloosterwezen valt er ook onder. (9) KUNST EN CULTUUR Het begrip cultuur zeer ruim op te vatten, o.a. inclusief sport, verenigings leven en welzijn, met uitzondering echter van politieke partijen en vakbon den; deze kunnen beter worden geplaatst in rubriek (15). (10) LANDBOUW, VEETEELT, JACHT EN VISSERIJ Dit is een soort vergaarbak, maar de combinatie komt vaker voor. Verdeling in meer rubrieken lijkt niet erg zinvol. (11) MILITAIRE ZAKEN Hierin kan men alles plaatsen wat met defensie te maken heeft. Voorgesteld wordt, schutterijen e.d. onder te brengen in rubriek (13). (12) ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Eventueel zou wetenschappen ookjiL(9) kunnen worden gebracht, maar er wordt geadviseerd tot handhaving in deze rubriek. Het begrip 'onderwijs' dient alle vormen van onderwijs te omvatten, dus kunstacademie, zeevaart school, militaire academie, rijksarchiefschool, etc. [161]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 21