onder redactie van de 'Griffier en Archivist ter Algemene Staats Secretarie'. De in de
Staatsalmanak vermelde gegevens hadden zowel betrekking op Nederland als België.
De Belgische Opstand leidde niet alleen tot de definitieve breuk tussen de beide landen,
maar ook tot stopzetting van de Staatsalmanak.
In 1859 werd door minister jhr. mr. J. G. H. van Tets van Goudriaan besloten om op
nieuw tot uitgave van de Staatsalmanak over te gaan. Bij Koninklijk Besluit van 16 juli
1859, no. 50, werd besloten:
1Er zal opnieuw jaarlijks een Staatsalmanak worden uitgegeven, behelzende hoofd
zakelijk eene opgave der personen, in de verschillende takken van het Staatsbestuur
werkzaam.
2. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken wordt gemagtigd tot regeling van al het
geen betreft de wijze van samenstelling, redactie, toezigt en uitgave van dien alma
nak.'
Bij de behandeling van de staatsbegroting van 1861 bleek de Tweede Kamer van mening
dat de totstandkoming van de Staatsalmanak aan de 'bijzondere nijverheid' moest wor
den overgelaten. Daarop besloten jhr. mr. W. Six, (1829 - 1908), op dat moment secre
taris van de Rijkscommissie voor Statistiek, en H. J. Bool (1828 - 1898), commies bij
het Departement van Binnenlandse Zaken, aan de regering vergunning te vragen de uit
gave voort te mogen zetten. Minister S. van Heemstra besloot in januari 1861 aan hun
verzoek te voldoen en bepaalde dat 'zij zich, tot het bekomen der opgave welke zij tot
het bewuste doel meenen te behoeven, zullen kunnen wenden tot de Heeren
Secretarissen-Generaal bij de verschillende Departementen, die zijn of worden uitgeno
digd aan de deswege tot hen te rigten verzoeken zooveel mogelijk te voldoen.' Hoewel
Bool reeds twee jaar later naar Batavia vertrok, is de uitgave van de Staatsalmanak tot
1940 zonder onderbrekingen verlopen.
De heruitgave van de Staatsalmanak werd opnieuw verzorgd door de Gebr. Van Cleef,
deze keer in samenwerking met drukkerij Gebr. Belinfante. Martinus Nijhoff nam het
spoedig van hen over en heeft tot 1958 zorg gedragen voor de uitgave van de Staats
almanak (tot 1920 in samenwerking met uitgever J. G. Broese). De Tweede Wereld
oorlog leidde tot stopzetting van de uitgave. Tussen 1942 - 1944 verscheen de Bestuurs-
almanak voor het bezette Nederlandsche Gebied. Uiteraard onder Duitse supervisie
verscheen deze almanak tweemaal bij de Algemene Landsdrukkerij. In 1946 zette Mar
tinus Nijhoff de uitgave van de Staatsalmanak voort, een taak die in 1958 door de
Staatsdrukkerij is overgenomen.
In 1956 gaf minister van Binnenlande Zaken mr. L. J. M. Beel opdracht om tot een her
overweging van de vorm en de inhoud van de Staatsalmanak over te gaan.
Hiertoe werd een commissie in het leven geroepen. Deze redactie-commissie stond on
der leiding van mr. J. M. Kan, secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken. Ondanks het feit dat de Staatsalmanak in de nieuwe opzet in 1958 voor het eerst
verscheen, bleek een aantal aanvullende herzieningen dermate veel tijd in beslag te ne
men dat in 1959 geen uitgave van de Staatsalmanak mogelijk was.
Sinds 1960 is de uitgave van de Staatsalmanak zonder onderbrekingen verlopen. (Op
dit moment kent de Staatsalmanak een oplage van 9.500 exemplaren.) Binnen de
C.A.S. is de Staatsalmanak, in de vorm van microfiches, aanwezig.
[152]
Nut van de Staatsalmanak bij historisch onderzoek
Kort gezegd geeft de Staatsalmanak een overzicht van het staatsapparaat. Dit betreft
zowel de organisatievorm van het staatsapparaat als de personen die binnen dit staats
apparaat werkzaam zijn: de (belangrijkste) ambtenaren. In de Staatsalmanak staan niet
alleen gegevens over de verschillende departementen maar ook gegevens over bijvoor
beeld de Staten-Generaal, de Raad van State en provinciale en gemeentelijke besturen.
Als toegang op de Staatsalmanak kan het best de hoofdstukkenindeling (per departe
ment etc.) en het zaakregister gebruikt worden. Een persoonsregister is voor het eerst
verschenen in de Staatsalmanak van 1961. Hierin werden de namen van de hoofdstuk
ken betreffende de Rechterlijke Macht, de Provinciën, de Gemeenten, de Waterschap
pen en Veenpolders en de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties niet opgenomen. La
ter zouden tevens de namen van de hoofdstukken betreffende Gewesten en Pre-
Gewesten en de Territoriale Openbare Lichamen niet in het persoonsregister voor
komen. Vanaf 1958 staat aan het begin van de departementale hoofdstukken een (sum
mier) organisatieschema. In de periode 1960 - 1976 verscheen bovendien in de Staats
almanak een overzicht van relevante literatuur waarin aanvullingen op de Staats
almanak gevonden kunnen worden.
Het werken met de Staatsalmanak biedt historici de mogelijkheid zich op een snelle ma
nier een beeld te vormen van de organisatievorm van een overheidsorgaan.
Ook wetenschapsbeoefenaars uit andere wetenschapsdisciplines (politicologie etc.)
zouden met gegevens uit de Staatsalmanak zeker hun voordeel kunnen doen bij de in
ventariserende fase van hun onderzoek. Bij het werken met de Staatsalmanak moet
echter wel met een aantal beperkingen rekening gehouden worden.
In de eerste plaats is het vaak moeilijk de hiërarchische plaats van een bepaalde afdeling
vast te stellen. Het ontbreken van de organisatieschema's vóór 1958 en het summiere
karakter van de schema's daarna maakt het moeilijk de precieze plaats van een afdeling
binnen de organisatie vast te stellen. Hierbij moet echter vermeld worden dat de hiërar
chische plaats van een afdeling, bureau etc. enigzins kan worden afgeleid uit de corps
grootte en/of vetheid van de gebruikte letter.
Omdat dit veelal een interpretatiekwestie is, kunnen onjuistheden in het beeld van de
organisatie ontstaan. Alleen de vergelijking met andere bronnen kan dit soort onjuist
heden voorkomen.
In de tweede plaats is het ontbreken van een persoonsregister voor 1961 een groot na
deel bij het opzoeken van relevante gegevens. In de derde plaats valt het te betreuren
dat rond 1960 de taakomschrijving van de verschillende afdelingen gedeeltelijk is weg
gelaten. Vooral ten aanzien van lagere afdelingen is het moeilijk vast te stellen in hoe
verre taken zijn veranderd. Bestudering van de Staatsalmanak geeft dan ook vooral wat
betreft de laatste twee decennia een beeld te zien van de formele structuur van een over
heidsorgaan.
Als eerste kennismaking met de organisatie van de overheid kan ik iedereen echter ze
ker aanraden om eens de Staatsalmanak ter hand te nemen.
H. Woldendorp
afdeling documentatie en bibliotheek Centrale Archief Selectiedienst.
[153]