2. Over zaken wordt mondeling gestemd. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen heeft een herstemming plaats. Staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Artikel 4 vervalt Artikel 5 1. De leerlingen van elke klas kiezen in de maand september uit hun midden twee klasseverte genwoordigers. Deze vertegenwoordigers vormen tezamen de leerlingencommissie. 2. De in het vorige lid bedoelde commissie vergadert afzonderlijk of gezamenlijk met de direc teur, zo dikwijls als de directeur of de meerderheid van de commissie dit nodig oordeelt, doch minstens tweemaal per studiejaar. Deze vergaderingen kunnen worden bijgewoond door ten hoogste vijf vertegenwoordigers van de docentenvergadering die een raadgevende stem hebben. 3. De leden van de in het eerste lid bedoelde commissie zijn bevoegd tot het bijwonen van de docentenvergaderingen met uitzondering van dat gedeelte dat de beoordeling van de leerlin gen betreft. Zij hebben in deze vergaderingen een raadgevende stem. Artikel 6 1. De duur van de opleiding aan de rijksarchiefschool tot het examen ter verkrijging van de hoedanigheid van hoger archiefambtenaar bedraagt ten hoogste 12 maanden. 2. De duur van de opleiding aan de rijksarchiefschool tot het examen ter verkrijging van de hoedanigheid van middelbaar archiefambtenaar bedraagt ten hoogste 12 maanden. 3. Het studie-jaar vangt aan in de laatste volle week van augustus van elk kalenderjaar. Artikel 7 1Degene, die deelneemt aan de opleiding bedoeld in artikel 6, eerste lid, dient praktisch werk zaam te zijn of te zijn geweest aan een of meer archiefbewaarplaatsen, waarvan een hoger archiefambtenaar de beheerder is. 2. Degene, die deelneemt aan de opleiding bedoeld in artikel 6, tweede lid, dient praktisch werkzaam te zijn of te zijn geweest aan een of meer archiefbewaarplaatsen, waarvan een ho ger of middelbaar archiefambtenaar de beheerder is, dan wel praktisch werkzaam te zijn of te zijn geweest onder toezicht van een provinciale inspecteur. 3De keuze van de in de voorgaande leden bedoelde archiefbewaarplaatsen en van de provinci ale inspecteur behoeft de goedkeuring van de directeur. 4. De directeur is bevoegd van de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid bedoelde verplich ting vrijstelling te verlenen. Artikel 8 1Het aantal lesuren van elk vak van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde opleiding bedraagt ten minste: a. archivistiek, waaronder begrepen moderne stelsels van archieforde ning 48 uren b. methodiek van het archiefonderzoek 4 uren c. paleografie 40 uren [146] d. historiche chronologie 6 uren e. oorkondenleer 20 uren f. inleiding tot de rechtswetenschap 4 uren g. staatsinrichting van Nederland 2 uren h. geschiedenis van de Nederlandse rechtsinstellingen 10 uren i. staatkundige geschiedenis van Nederland en geschiedenis van de Nederlandse staatsinstellingen 2 uren j. geschiedenis van de kerkelijke instellingen in Nederland 18 uren k. Middeleeuws Latijn 22 uren 1. Middelnederlands 2 uren m. hoofdzaken van de archiefwetgeving 4 uren n. materiële verzorging van archieven 4 uren 2. Het aantal lesuren van elk vak van de in artikel 6, tweede lid, bedoelde opleiding bedraagt ten minste: a. archivistiek, waaronder begrepen moderne stelsels van archieforde ning 48 uren b. methodiek van het archiefonderzoek 6 uren c. paleografie, beperkt tot teksten in het nederlands 40 uren d. hoofdzaken van de historische chronologie 6 uren e. hoofdzaken van de staatsinrichting in Nederland 8 uren f. hoofdzaken van de geschiedenis van Nederland, waaronder begre pen die van de staatsinstellingen van vóór 1813 40 uren g. Middelnederlands 16 uren h. hoofdzaken van de archiefwetgeving 8 uren i. materiële verzorging van archieven 4 uren Artikel 9 De leerlingen nemen deel aan excursies naar door de betrokken docent met toestemming van de directeur aan te wijzen instellingen. Artikel 10 Indien daartoe naar het oordeel van de docentenvergadering, gehoord het curatorium en de be trokken commissie, bedoeld in artikel 5, aanleding bestaat, kunnen lessen worden gegeven in een of meer andere dan de in artikel 8 genoemde vakken, dan wel andere dan de in artikel 9 bedoelde excursies worden gehouden. Artikel 11 Indien daartoe naar het oordeel van een docent aanleiding bestaat, kunnen met toestemming van de directeur, een of meer van zijn lesuren, dan wel een of meer excursies worden verzorgd door anderen dan de in artikel 2, eerste lid, bedoelde docenten. Artikel 12 De plaats waar de lessen worden gegeven wordt bepaald door de minister, het curatorium en de directeur gehoord. Artikel 13 1. de lessen worden gegeven op de dagen en uren vermeld in het jaarlijks door de directeur in overleg met de docenten vast te stellen rooster. [147]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 14