op zijn kosten te doen maken en de Rijksarchiefdienst, blijkens het bepaalde in artikel 11 van meergenoemde wet, onder de bevelen van verweerder staat, is een besluit van verweerder daarom trent gericht op rechtsgevolg. Appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat verweerder ten tijde van het instellen van het be roep moet worden geacht het geven van een beschikking te hebben geweigerd. Uit de stukken is gebleken dat van de zijde van het Rijksarchief bij brief van 15 september 1980 aan appellant is medegedeeld dat fotokopieën van de stamboekinschrijving nog niet kunnen worden verstrekt omdat het archief van het voormalig departement van Koloniën over de periode na 1900 nog berust bij het Subbureau Semistatische Archieven Overzeese Rijksdelen van het Mi nisterie van Binnenlandse Zaken. Overdracht van het grootste gedeelte van dit archief aan het Al gemeen Rijksarchief zou, aldus het gestelde in deze brief, over enige weken plaatsvinden. De Afdeling is van oordeel dat uit het vorenstaande niet kan worden afgeleid dat verweerder ten tijde van het instellen van het beroep geacht moet worden op dit punt het geven van een beschik king te hebben geweigerd. Overigens is uit de stukken gebleken dat deze fotokopieën bij brief van 22 december 1980 inmiddels aan appellant zijn toegezonden. Uit meergenoemde brief van 15 september is tevens gebleken dat daarbij aan appellant een af schrift van het Gouvernementsbesluit van is toegezonden. In dit opzicht kan derhalve evenmin sprake zijn van een weigering om een beschikking te geven. Voor zover appellant in zijn brieven heeft verzocht te zijnen behoeve nader archiefonderzoek te plegen, is de Afdeling van oordeel dat appellant met een dergelijk verzoek nu rechtens geen aanspraak bestaat op het doen uitvoeren van een dergelijk onderzoek uitsluitend heeft ge vraagd om, in het kader van een door hem ingesteld genealogisch onderzoek, een feitelijke hande ling te verrichten zodat ook in zoverre van een weigering een beschikking te geven geen sprake kan zijn. Uit het vorenstaande volgt dat voor appellant geen voorziening op grond van de Wet administra tieve rechtspraak overheidsbeschikkingen openstond zodat appellant in zijn op 11 december 1980 ingediende beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Uitspraak: De Raad van State, Afdeling rechtspraak; Gezien de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en de Wet op de Raad van State; Recht doende in naam der Koningin: verklaart appellant niet-ontvankelijk in zijn beroep. Aldus vastgesteld te 's-Gravenhage op 5 januari 1982, door mr. P. J. G. Kapteyn, voorzitter, mr. J. H. Blaauw, lid en mr. P. J. Verdam, lid i.b.d., in tegenwoordigheid van mr. R. R. Winter, ambtenaar van Staat. w.g. Winter ambtenaar van Staat. w.g. Kapteyn voorzitter. Uitgesproken in het openbaar, overeenkomstig artikel 74, eerste lid, van de Wet op de Raad van State. [112] BIJLAGE II Beschikking van 7 januari 1983, nr. MMA/Ar U 5098 De minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Overwegende, dat de tarieven voor onderzoekingen en andere werkzaamheden, door of vanwege de beheerders van de rijksarchiefbewaarplaatsen ten behoeve van derden verricht, herziening be hoeven en dat het gewenst is tarieven vast te stellen voor de aan uitlening van archiefbescheiden verbonden kosten; handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken; gelet op artikel 7, tweede lid, van de Archiefwet 1962 en op de artikelen 14, tweede lid, 23 en 26, eerste lid, van het Archiefbesluit; Besluit: Artikel 1 De beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 21 augustus 1981, Directie M.M.A., Afd. Ar. nr. U-216.728 (Stcrt. 167) wordt ingetrokken. Artikel 2 Vastgesteld worden de in de bijlage van deze beschikking opgenomen tarieven voor onderzoekin gen ten behoeve van derden, door of vanwege de beheerders van de rijksarchiefbewaarplaatsen verricht, voor de in artikel 7, tweede lid, van de Archiefwet 1962 bedoelde kosten en voor de aan uitlening van archiefbescheiden verbonden kosten. Artikel 3 De in de bijlage bij deze beschikking onder a. en b. vermelde tarieven zijn mede van toepassing ten aanzien van de door het Rijk in bewaring gegeven archiefbescheiden aan een archiefbewaar plaats, niet zijnde een rijksarchiefbewaarplaats. Artikel 4 Deze beschikking, welke zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant, treedt in wer king met ingang van 1 februari 1983. Afschrift van deze beschikking zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer. De Minister voornoemd, w.g. L. C. Brinkman. Bijlage Tarieven voor onderzoekingen ten behoeve van derden, door of vanwege de beheerders van rijks archiefbewaarplaatsen verricht, voor de in artikel 7, tweede lid, van de Archiefwet 1962 bedoelde kosten en voor de aan uitlening van archiefbescheiden verbonden kosten. [113]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 59