een feestelijk tintje geven. Daartoe werden familieleden van prof. Lorentz en een aantal
wetenschappers uit de wereld van de natuurkunde en de geschiedenis der natuurweten
schappen uitgenodigd voor een bijeenkomst, voorafgegaan door een rondleiding door
het gebouw.
Mejuffrouw drs. F. van Anrooij heette namens de rijksarchivaris van de Tweede Afde
ling, die door ziekte verhinderd was, de aanwezigen van harte welkom en lichtte in het
kort het belang toe van particuliere archieven, die door plaatsing in openbare archie -
bewaarplaatsen en ontsluiting voor volgende generaties blijvend voor onderzoek be
schikbaar zijn.
Daarna gaf zij het woord aan de inventarisator, de heer J. M. Muller, die terugblikte op
de inventarisatie en prof. Lorentz als mens en geleerde nader profileerde.
Vervolgens hield dr. A. J. Kox, verbonden aan het Instituut voor Theoretische Fysica
van de Universiteit van Amsterdam en redacteur van de eerder genoemde uitgave van
de correspondentie van Lorentz een ook voor leken begrijpelijk en boeiend betoog over
het belang van het archief Lorentz voor wetenschappelijk onderzoek, van welke voor
dracht de tekst aan het eind van dit verslag weergegeven is.
Na het dankwoord van mejuffrouw Van Anrooij aan dr. Kox, dat vergezeld ging van
een stoffelijk blijk van waardering, reikte de inventarisator het eerste exemplaar uit aan
de kleinzoon van prof. Lorentz, de heer H. A. Leemhorst, die de familie op de bijeen
komst vertegenwoordigde.
Tot slot was er gelegenheid, onder het genot van een hapje en een drankje, tot het be
zichtigen van een fototentoonstelling over Lorentz en een expositie van stukken uit
Haarlem en Den Haag uit het archief Lorentz, waarvoor op deze plaats gaarne nog
maals dank betuigd wordt aan het Universiteitsmuseum te Utrecht voor het beschik
baar stellen en opbouwen van de fototentoonstelling en aan de Hollandsche Maat
schappij der Wetenschappen voor het uitlenen van archiefstukken.
V. van den Bergh,
archivist bij de Tweede Afdeling
van het Algemeen Rijksarchief
Het wetenschappelijk belang van de Collectie H. A. Lorentz,
voordracht door dr. A. J. Kox
Dames en Heren,
Toen mij werd gevraagd bij deze gelegenheid een korte inleiding te houden over het we
tenschappelijk belang van de Collectie-Lorentz heb ik met veel plezier aan dit verzoek
gehoor gegeven. Door mijn werkzaamheden als redacteur van de uitgave van de cor
respondentie van Lorentz heb ik gedurende de laatste jaren uitgebreid kennis genomen
van de inhoud van dit archief. Daarbij was ik in het gelukkige bezit van een kopie van
het concept van de inventaris die nu in definitieve vorm is verschenen en ik spreek dan
ook uit ervaring wanneer ik zeg dat deze inventaris een buitengewoon goed bruikbaar
hulpmiddel is.
Ik ben tijdens mijn studie van de Collectie-Lorentz zo onder de indruk geraakt van de
wetenschappelijke waarde ervan dat ik graag wil proberen om u aan de hand van een
bespreking van de inhoud van enkele stukken een indruk te geven van deze waarden. In
overeenstemming met het feestelijke karakter van deze bijeenkomst zal ik me daarbij
zo veel mogelijk onthouden van al te technisch-wetenschappelijke uiteenzettingen en
me beperken tot zaken waarvan het belang ook door een niet-specialistisch publiek kan
worden ingezien.
Zoals u uit de inventaris zult kunnen opmaken, valt de Collectie-Lorentz in drie delen
uiteen: de correspondentie, de wetenschappelijke aantekeningen en de stukken die be
trekking hebben op het openbare en persoonlijke leven van Lorentz. Omdat ik in het ka
der van mijn onderzoek het meest intensief aandacht heb besteed aan de corresponden
tie, zijn de stukken die ik wil bespreken uit dit deel van het archief afkomstig. Het zijn
bovendien stukken die om verschillende redenen tot nu toe onopgemerkt zijn gebleven.
Laat ik, voordat ik deze stukken beschrijf, eerst wat bijzonderheden over de correspon
dentie geven. De omvang van de correspondentie is zonder overdrijving ontzagwek
kend te noemen: het archief bevat ongeveer 4000 brieven, voor het grootste gedeelte
aan Lorentz gericht. Pas wanneer we de door Lorentz geschreven brieven, die, voor zo
ver ze nog bestaan, over de hele wereld zijn verspreid, ook in rekening brengen, krijgen
we een indruk van de totale omvang van de correspondentie van Lorentz. Vorig jaar
heb ik, met behulp van een computer, een inventaris gemaakt van alle mij bekende brie
ven van en aan Lorentz; deze inventaris bevat op dit ogenblik verwijzingen naar onge
veer 6000 brieven. Het valt buiten het kader van deze inleiding om in te gaan op de pro
blemen die het bewerken van een correspondentie van een dergelijke omvang met zich
meebrengt, maar ik kan u verzekeren dat ze niet gering zijn.
Ik zei al dat de Collectie-Lorentz voornamelijk brieven aan Lorentz bevat. Lorentz had
niet de gewoonte om systematisch afschriften van zijn brieven te maken of concepten te
bewaren. In het geval van een aantal correspondenten is dat zeer jammer, omdat de
brieven aan deze personen verloren zijn geraakt. Een voorbeeld is de correspondentie
met de Duitse natuurkundige Max Planck, die, op enkele concepten van Lorentz na,
eenzijdig is en ook zal blijven: het archief van Planck is tijdens de tweede wereldoorlog
bij een bombardement verloren gegaan. Een andere belangrijke natuurkundige waar
van geen correspondentiearchief meer bestaat is de Oostenrijker Ludwig Boltzmann.
Op grond van wat er tot 1978 bekend was, vormde dat echter wat Lorentz betreft geen
groot gemis. In de Collectie-Lorentz bevond zich namelijk slechts één brief van Boltz
mann (een uitnodiging tot het bijwonen van een congres) en een afschrift van het ant
woord van Lorentz waarin de uitnodiging wordt aangenomen. Toen echter in 1978 - 50
jaar na de dood van Lorentz - het zogenaamde Privé-Archief beschikbaar kwam, ver
anderde de situatie volledig. Dit Privé-Archief was in 1929 wegens het meer persoonlij
ke karakter ervan van de overige stukken afgezonderd en bij de familie gebleven. Toen
het in 1978 werd vrijgegeven bleek het echter naast persoonlijke zaken, zoals een groot
aantal foto's, ook wetenschappelijke correspondentie te bevatten, waaronder elf brie
ven van Boltzmann en vijf kladbrieven van Lorentz aan Boltzmann. (Het woord klad
brieven is hier overigens zeer toepasselijk: ze zijn geschreven in een nauwelijks ont-
[71]
[70]