Het eerste wat dan opvalt is dat dit alfabetisch-fonetische systeem afwijkt van dat uit de inventaris van Raad en Rekenkamer: Y en IJ bijvoorbeeld komen, als het beginletters zijn, onder de I5. Zijn Y en IJ geen beginklank, dan worden deze beschouwd als ei. Waarom dit onderscheid tussen beginletters en niet-beginletters gehanteerd wordt is mij een raadsel. Daarnaast is ook het onderscheid tussen open en gesloten lettergrepen van belang. In het eerste geval worden aa, ee, oo en uu beschouwd als een enkele letter, in het tweede geval worden a, o en u, gevolgd door e of i ter verlenging van de klank, be schouwd als een dubbele letter6. Waaterman (open lettergreep) komt dus na Waerden- burg (gesloten lettergreep). De uitspraak van de lange a is in open en gesloten lettergre pen echter vrijwel gelijk. Een ander voorbeeld: 'de au-klank geschreven als ou of au, komt indien geen beginklank, onder de o-u'7. In de toelichting klinkt dit heel begrijpe lijk. In de praktijk wordt het een rommeltje. De letters ou kunnen namelijk als oe of als au uitgesproken worden. Ze worden dus op twee plaatsen gealfabetiseerd, zoals blijkt uit twee rijtjes uit de index: ....Botfinckhuijsen, Boubert, Boudaen, Boede, Boedel ham, Boeddingh, Bouffken.... (in al deze gevallen wordt de ou uitgesproken als oe) en .Bouaerts, Boudaen, ....Boudius, Baudon, Bouman, Bausel.... (in al deze gevallen wordt de ou uitgesproken als au). De oplettende lezer zal het niet ontgaan zijn dat in beide rijtjes de naam Boudaen voorkomt; het gaat in beide gevallen om een Hans Bou daen, de eerste keer gevolgd door de nummers 138, 1506, 1535, de tweede keer alleen door nummer 121. Over uitspraak valt dus, zoals gezegd, te twisten! Dat blijkt ook uit het volgende voorbeeld: Oertwegh, Ouseel, Oetelaar (Outelaar) zijn gealfabetiseerd on der oe, Oultremont (toch ook een oe-klank?) onder ou8. Uit deze voorbeelden blijkt wel dat alfabetisch-fonetisch indiceren gemakkelijk aanlei ding geeft tot fouten en daarom alleen al afgeraden moet worden. Bovendien is een der gelijke index voor de gebruiker en daar wordt een index toch voor gemaakt een ramp: het is toch te dwaas dat iemand een hele cursus indiceren moet doorlopen voor dat hij vindt wat hij zoekt? Een snelle blik in recent verschenen delen uit de inventarisreeksen van de andere rijks archieven leverde mij nog één voorbeeld van een alfabetisch-fonetische index op, dit maal uit Gelderland9. Daar heeft men voor de variatie de Q niet 'op klank' bij de K on dergebracht, zoals in Brabant, maar keurig na de letter P geplaatst. Nog een voorbeeld van de varianten waartoe dit systeem aanleiding geeft. 5 W. M. Lindemann/Th. F. van Litsenburg, Raad van Brabant, band 6, p. 3, punt 1. 6 Ibidem, p. 3, punt 2 en 3. 7 Ibidem, p. 3, punt 5. 8 Wellicht zijn buitenlandse namen van het alfabetisch-fonetische systeem uitgesloten, analoog aan de Handleiding (zie hieronder). In de toelichting is hierover niets te vinden. 9 A. P. van Schilfgaarde, Het archief van de huizen Waardenburg en Neerijnen (Arnhem, 1980). [62] Een dergelijk gebruik ontstaat natuurlijk niet zomaar. Ik kan hierbij wijzen op para graaf 82b van de Handleiding die luidt: 'Nederlandsche familienamen zijn te alphabeti- seren op den klank af, volgens uitspraak; letters, die niet worden uitgesproken, zijn als niet geschreven te beschouwen'10. In hun toelichting gaan Muller, Feith en Fruin echter veel minder ver dan de Brabantse inventarisatoren. Hun bedoeling was slechts 'namen die in grond gelijkluidend of gelijkbeduidend zijn, in de index bij elkaar te plaatsen'11. De reden waarom dit systeem in Brabant wordt gebruikt zal wel zijn het feit dat de spel lingswijze van eigennamen in oude teksten niet vaststaat. Maar dat dan de vermoedelij ke uitspraak (in het Nederlands van heden, niet in het locale dialect van de 17e, 18e eeuw enz.) een beter alfabetiseringscriterium is dan het overal gebruikelijke alfabetisch- lexicografisch systeem geloof ik niet. Bovendien is het probleem van variabele spelling middels verwijzingen in een alfabetisch-lexicografische index veel eenvoudiger op te lossen12. Wellicht is er nog een andere verdediging van het alfabetisch-fonetische systeem te bedenken. Maar dan nog. De argumenten moeten wel heel zwaarwegend zijn om een dergelijke drastische afwijking van een gangbaar systeem te rechtvaardigen. Want laten we duidelijk zijn: het alfabetisch-fonetische systeem kent geen uniforme re gels, heeft voor de gebruiker veel meer na-dan voordelen en past niet in het streven van archivarissen om de inventarissen en andere hulpmiddelen meer 'gebruikersvriendelijk' te maken. De alfabetisch-fonetische ziekte heeft zich nog niet ver buiten Brabant verspeid. Het is te hopen dat anderen niet besmet raken en dat de Brabantse patiënt snel geneest. J. A. M. Y. Bos-Rops SUMMARY In the indexes of three inventories, recently published by the State-archives in Noord- Brabant, names are alfabetized according to a phonetic system. This system however gives rise to many inconsistencies and faults, because there are no fixed rules. It would be advisable to solve problems in the making of an index, which are caused by the vari able orthography of older names, by placing cross-references in a lexicographically ordered index. 10 S. Muller Fz., J. A. Feith en R. Fruin, Handleiding voor het ordenen en beschrijven van ar chieven (Groningen, 19202), p. 132. 11 Ibidem, p. 134. De toelichting is trouwens zeer onvolledig en niet altijd foutloos (de regel ae beschouwe men als aa gaat zeker niet op bij de ook in de toelichting voorkomende naam Aegi- dius, die ook als patroniem kan voorkomen). 12 Vergelijk Richtlijnen voor het uitgeven van historische bescheiden samengesteld in opdracht van het Nederlands Historisch Genootschap en van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Ge schiedenis (Utrecht/'s-Gravenhage, 19755) nr. 80: 'In het algemeen verdient het aanbeveling om de onvermijdelijke moeilijkheden bij het indiceren van persoonsnamen op te lossen door zoveel mogelijk verwijzingen Auuerquerc, zie Nassau-Ouwerkerk, H. van) en nr. 77. Als norm voor de spelling van geslachtsnamen geldt de wijze waarop iemand zijn eigen naam schrijft. Bij verschil in de spelling der geslachtsnamen wordt de naam in de index opgenomen naar die spelling die de bewerker het minst ongewoon voorkomt'. [63]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 34