Inventarisatie van archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk, inleiding uitgesproken door dr. J. P. van Doorn en met discussie samengevat door drs. J. P. Sigmond VI RESTANTEN VAN ZELFSTANDIGE ARCHIEVEN. VAN INSTELLINGEN, BROE DERSCHAPPEN EN VERENIGINGEN (DUIDELIJK MOET ZIJN, DAT ZIJ INDER DAAD ZELFSTANDIGE ARCHIEFVORMING HEBBEN GEHAD) VIIa-n STUKKEN, AFKOMSTIG VAN PAROCHIEGEESTELIJKEN (BRIEVEN, BE NOEMINGSAKTEN, TEKSTEN VAN PREKEN) VIII VERZAMELDE DOCUMENTATIE IX STUKKEN, WAARVAN GEEN VERBAND MET DE ARCHIEVEN EN COLLECTIES KON WORDEN VASTGESTELD Ten aanzien van de inventarisatie van archieven van de hervormde kerk vallen minder revolutionaire gedachten te verwachten dan wellicht bij andere sprekers het geval is. Zoals bekend is de organisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk presbyteriaal. De plaatselijke gemeente wordt geleid door de kerkeraad van waaruit afgevaardigden wor den gezonden naar de classicale vergadering, die op haar beurt deelnemers kiest voor de provinciale synode (1816-1951 prov. kerkbestuur, sedert 1951 prov. kerkvergadering) en bovendien sinds 1945 ook rechtstreeks voor de generale synode. De term Nederlandse Hervormde Gemeente werd in het verleden gebruikt ter onder scheid van de Waalse gemeente maar is nu als verouderd te beschouwen. Cesuren De vroegste datum die men voor archieven van de hervormde gemeente aantreft, is 1572. Van vroeger datum kunnen zich in het archief voor-reformatorische stukken be vinden zoals retro-acta ten aanzien van eigendomsbewijzen, aflaatbrieven e.d. Soms gaat er ook een soort parochiearchief aan vooraf. Dergelijke stukken kunnen chronolo gisch gezien het beste worden opgenomen, voorafgaand aan de stukken van de her vormde gemeente. Ze kunnen ook als gedeponeerd archief gezien worden, immers de rechten en plichten zijn overgegaan op de hervormde gemeente. Als een tweede cesuur in de archiefvorming is voorts aan te merken het jaartal 1798. Vóór die datum was het kerkgebouw te beschouwen als een stichting, beheerd door de overheid en in gebruik gegeven aan de 'heersende' godsdienst. Na 1798 werden de ge bouwen met uitzondering van de torens die in handen bleven van de wereldlijke overheden toegewezen aan hetzij de hervormde kerk hetzij de rooms-katholieke kerk. De gemeenten moesten nu zelf voor inkomsten zorg dragen en de tractementen van de predikanten fourneren. Om dat te kunnen doen, werden er meerdere commissies in het leven geroepen. [28] Een punt waarop bij de inventarisatie van archieven van hervormde gemeenten goed gelet moet worden is dat tot het jaar 1816 niet elke provincie over eenzelfde kerkorde beschikte en dat dus verschillen zijn waar te nemen in de wijze waarop een en ander ge regeld was (en diende te worden). Zo kende Drenthe bij voorbeeld zeer lang een kerk orde van 1638. Zoals in het begin al opgemerkt, is 1572 voor de meeste archieven van hervormde ge meenten een vrij scherpe cesuur; het merendeel der archieven, zeker buiten Holland en Zeeland, begint later. Voor het trekken van een grens in het heden zijn er verscheidene mogelijkheden. In 1951 werd de nieuwe kerkorde ingevoerd, maar dat betekende niet overal een administratieve cesuur. Uit praktische overwegingen valt ook 1945 aan te houden omdat de archieven van vóór die datum meestal niet meer geraadpleegd behoe ven te worden. Wijzigingen in de organisatie, bij voorbeeld door samenwerking van twee gemeenten, zijn veelal goede gelegenheden om het archief te splitsen. Schema Het schema zoals u dat hierbij aantreft (zie bijlage) is niet nieuw. Het dateert uit 1966 en is sindsdien praktisch ongewijzigd gebleven. Bij de inventarisatie behoren we te spreken over archieven - meervoud - van de her vormde gemeente. We kunnen daarbij onderscheiden het archief van de kerkeraad (predikant, ouderlingen en diakenen) met eventueel een afzonderlijk archief van de dia- konie. Daarnaast bestaat het archief van de kerkvoogden - tot de Franse tijd kerk meesters genaamd -. Veelal ontbreekt dit archief omdat ze de rekeningen door de bur gerlijke overheid lieten afhoren. Sinds 1951 kan dat veranderd zijn omdat de nieuwe kerkorde ouderlingen met bijzon dere opdracht (ouderling-kerkvoogden) kent, die zijn belast met het beheer van de ker kelijke goederen. Deze verandering heeft in een aantal gevallen geleid tot een juridische strijd omdat de kerkvoogden niet gedwongen konden worden hun reglement dien overeenkomstig aan te passen. Naast de bovengenoemde archieven kan men nog het archief van het kiescollege tegen komen en voorts gedeponeerde archieven zoals dat van de evangelisatie of van de vrij zinnig hervormden. Dan willen we nu ingaan op het schema zelf, dat begint met het archief van de kerke raad en daarin met de stukken van algemene aard: handelingen, notulen of acta etc. Daarin kan men vaak ook het zogenaamde kerkeboek onderbrengen dat alle handelin gen van de kerkeraad bevat. Daarin zijn ook te vinden de handelingen in de dienst (doop, bevestiging van lidmaten, huwelijksinzegeningen). Van deze inschrijvingen zijn later aparte registers aangelegd. Voorts treft men aan de ingekomen en uitgaande bescheiden; beter is ingekomen stuk ken en minuten van uitgaande stukken. Deze zijn vaak chronologisch geordend omdat sinds 1818 de verplichting bestond dat er een register aangelegd moest worden. In de loop der tijd zijn die registers steeds slechter bijgehouden en nu gebeurt het niet meer zo. Soms treft men hier ook aan het eigen mededelingenblad dat dan te beschouwen is als een minuut van een uitgaand stuk in gedrukte vorm (circulaire). Het blad behoort [29]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 17