Schema voor archieven van rooms-katholieke parochies vanaf ca. 1800
tot ca. 1960
2. Kerkbestuur
- instelling, benoemingen, ontslagen, reglementen, geschillen
3. Armbestuur
- idem
C. TOEZICHT OP DE INSTELLING (hiërarchisch)
n.b. eventueel splitsen in bisschoppelijk en dekenaal
1Algemeen
- correspondentie, reglementen, algemene dispensaties, verslagen pastoorsvergade
ringen
2. Bijzonder
a. verstrekken van inlichtingen
- statistische opgaven, inventarissen
b. registratie t.b.v. informatieplicht
aa. algemeen
- liber memorialis
bb. bijzonder
aaa. van parochianen
bbb. van verrichte kerkelijke bedieningen
- DTB, communicantenlijsten etc.
D. VERHOUDING MET ANDERE INSTELLINGEN
1. Geestelijk
2. Wereldlijk
II UITVOERING TAKEN
A. Zielzorg en kerkelijke bediening
1. door de pastoor (of parochiegeestelijkheid)
- encyclieken, herderlijke brieven, casuele dispensaties, afleesboeken, aanteke
ningen voor preken catechisatie
2. idem met lekeninbreng
- stukken betreffende zangkoor, godsdienstige verenigingen, congregaties, broeder
schappen
3. door derden
- stukken betreffende toediening H. Vormsel, Missies, Tridua e.d.
B. Beheer der kerkfabriek
1 verwerving, vervreemding -I- overzichten van het bezit geschillen daarover
n.b hier titels van eigendom, de bewijsstukken w.o. testamenten legaten
desgewenst splitsen naar roerend/onroerend goed en/of lichamelijk/onlichamelijk
2. inning der inkomsten/betaling uitgaven
- b.v. huren, pachten, renten, dividenten, collectegelden, bankgelden, begraaf-
gelden
dus: manualen, kasboeken, kwitanties, rekeningen (nota's)
3. verantwoording van het beheer
- begrotingen, jaarrekeningen, balansen, exploitatieoverzichten
[20]
C. Armenzorg
1. stukken betreffende de feitelijke uitoefening
(meestal amper aanwezig)
2. vermogensbeheer
- naar analogie van B
D. Onderwijs
n.b. hier niet archief schoolbestuur, tenzij kerkbestuur tevens schoolbestuur is
III STUKKEN ZONDER VERBAND MET HET ARCHIEF
1. Persoonlijke stukken van pastoors/kapelaans
2. Toevallig bewaard gebleven of verworven middeleeuwse archiefbescheiden
Inleiding
Anders dan bij diverse protestants-christelijke kerken bestaat er ten aanzien van de ar
chiefordening van archieven van de katholieke parochies nog geen min of meer gestan
daardiseerde werkwijze, en is 57 van de Handleiding nog geen recht gedaan. Een ge
volg hiervan is, dat wat er aan inventarissen van R.K.-parochies wordt gepubliceerd,
een uiteenlopende systematiek volgt, hetgeen het werk voor aspirant-archief
ambtenaren, die deze archieven veelal als werkstuk voor het examen krijgen, bepaald
niet vergemakkelijkt. Ook de raadpleger van het archief is hiermee niet gediend.
Meestal neemt men als voorbeeld dan maar de protestants-christelijke methode, wat
vanwege het verschil in organisatie en in historische ontwikkeling van die organisatie
nogal eens tot onjuiste oplossingen leidt. De zielzorg geschiedt in de katholieke kerk
door de pastoor, die daarvoor alleen aan de bisschop verantwoording schuldig is; in de
protestantse kerken ligt de verantwoordelijkheid bij de kerkeraad. die de predikant als
uitvoerend ambtsdrager aanstelt.
Het tot nog toe ontbreken van een gestandaardiseerde werkwijze bij parochie-archieven
maakt het mogelijk om enkele systeemfouten te vermijden, die de protestantse werkwijze
kenmerken, maar die men ook bij nieuwere inventarisaties blijft volhouden, omdat de
uniformiteit van het systeem erg plezierig is voor de gebruikers van de inventarissen.
Ik bedoel hier het splitsen in het archief van de kerkeraad van stukken betreffende de
interne organisatie van de gemeente: reglementering, benoeming van functionarissen
enerzijds en financiën en eigendommen anderzijds; het slijk der aarde wordt in de pro
testantse archieven naar de staart verbannen (waar zich ook het venijn pleegt te bevin
den) en bijgevolg ook wel in parochie-archieven; men moet moraaltheologie en archi-
vistiek echter niet verwarren; één wetenschap is al moeilijk genoeg. Een tweede veel ge
maakte fout is het als apart archief vermelden van het diakonie-archief over een pe
riode, dat de diakenen niet apart vergaderden en notuleerden en ook de corresponden
tie op autoriteit van de kerkeraad plaatsvond. Het beheer van de diakoniegoederen
werd vaak wel gescheiden van dat van de overige kerkelijke eigendommen, maar aparte
fondsen leiden nog niet tot aparte archieven: aparte archieven kunnen uitsluitend door
[21]