van Kappen en Coopmans nauw betrokken. Studenten en universitaire medewerkers hebben in kantongerechtsarchieven deelonderzoeken ingesteld naar de competentie en de werkwijze van de kantonrechters en het belang van hun vonnissen42. De interesse verplaatst zich nu naar de archieven van de rechtbanken43. De archivaris- inventarisator zal ook hier kunnen profiteren van het voorwerk en van de hulp van de jurist-rechtshistoricus. Verwacht kan worden dat de belangstelling voor deze archieven en daarmee voor 'law in action' zal toenemen. Er is nóg een belangrijk terrein waar Clio en Themis elkaar kunnen, zullen en moeten ontmoeten: de beoefening van de lokale en regionale geschiedenis, waarvan de rechts geschiedenis een aspect vormt. Veel van dit onderzoek is niet-universitair gebonden en geschiedt door amateurs. Daardoor is het nogal individualistisch van karakter. Het wa re te wensen dat vanuit de universiteiten door samenwerking met amateurs (zoals bv. in Groot Brittannië gebeurt44) meer samenhang in het lokale en regionale onderzoek zou worden gebracht. Gelukkig is ook aan de universiteiten zelf de belangstelling voor de regionale geschiedenis gewekt45. De Nijmeegse universiteit heeft de Gelderse rechts geschiedenis op het programma46, in Tilburg doet men onderzoek naar de rechts geschiedenis van Brabant, in het bijzonder van de Meierij van 's-Hertogenbosch47. Aan de Groningse universiteit geschiedt onderzoek naar het hof van Friesland48. Het streek- onderzoek Woerden noemde ik al. Archivarissen zijn bij uitstek aangewezen om op dit terrein van de lokale en regionale geschiedenis zelf actief te zijn en anderen te stimuleren. Rechtsgeschiedenis wordt, als component van lokale en regionale geschiedenis, 'een onderscheiden, maar niet te scheiden onderdeel van de maatschappijgeschiedenis'.49 Dit citaat is van de vroegere Rotterdamse hoogleraar H. van den Brink die in zijn stimulerende boekje 'Rechts geschiedenis bij wijze van inleiding' een pleidooi houdt voor maatschappijgeschiedenis als poging tot integrale geschiedenis. Confronteren we zijn visie op de rechtsgeschiede- 42 Rechtshistorisch nieuws, nr. 2 (juni 1978) 10. 43 L.C. van der Knoop, De rechtbank van Brielle, 1811-1877, in: Hollandse studiën 3 (Haarlem 1972) 171-190. Mr. G.W.F. Brüggeman, wetenschappelijk medewerker aan het Gerardt Noodt Instituut te Nijmegen bereidt een dissertatie over de voluntaire rechtspraak van de Amsterdamse rechtbank voor. 44 W.J. Alberts-A.G. van der Steur, Handleiding voor de beoefening van lokale en regionale ge schiedenis (Bussum 1968) [Fibulareeks 32] 124-126. 45 In 1903 sprak De Blécourt de wens uit dat er burgemeesters, secretarissen of archivarissen ge vonden mochten worden die zich zouden aangorden tot het schrijven van de ontwikkelingsge schiedenis van een bepaald dorp. De Blécourt zelf publiceerde in 1912 over Kralingen: Am bacht en gemeente. De regeering van een Hollandsch dorp gedurende de 17e, 18e en 19e eeuw (Zutphen 1912). Zijn leerlingen De Waal, Landsman, Belonje, Linthorst Homan volgden met dissertaties gewijd aan Charlois, Vlaardingen, de Zijpe- en Hazepolder en Drenthe. 46 Rechtshistorisch nieuws, nr. 2 (juni 1978) 9-10. 47 Rechtshistorisch nieuws, nr. 7 (februari 1980) 6-7. 48 Rechtshistorisch nieuws, nr. 5 (juni 1979) 8-10. 49 Van den Brink, a.w. (noot 3), 4. [224] nis met de aan het begin geciteerde opvattingen over historische rechtswetenschap, dan wordt duidelijk dat de rechtsgeschiedenis zich bevrijd heeft: 'Het onderzoek van de rechtshistorici is erop gericht de veranderingen in het recht te leren kennen en te begrij pen, dat wil zeggen dat zij maatschappelijke en culturele veranderingen correleren aan de veranderingen in het rechtssysteem'.50 Themis en Clio hebben elkaar gevonden! F.C.J. Ketelaar SUMMARY Themis en Clio. Dons and archivists as legal historians. For al long time legal history has been the domain of lawyers as part of the academic le gal training. Lawyers looked to the history of law for answers to practical legal questi ons and for a better understanding of modern law. Their attention was centered upon Roman-Dutch civil law since the 16th century. On the contrast, the archival profession were occupied by the history of institutions and of public law. In their interest for me dieval history archivists worked together with historians. While most laywers, by using published sources only, were restricted to the 'law in the books', archivists searched the legal records for the 'law in action'. Only recently legal historians within the universi ties have discovered the archives. The most important fields of academic research in le gal history are reviewed by the author: the jurisprudence of the Supreme Court of Mali- nes, criminal history, history of dykes and drainage management, diplomatics, history of the codification of the law 1798-1838, the judicial records of the 19th and 20th cen tury, local and regional history. In this last field archivists can fullfill a pre-eminent ro le. History of law as a component of local and regional history becomes a part of the history of society. At present legal historians tend to correlate changes in society to changes in the legal system. Legal history becomes increasingly history and less histori cal jurisprudence. 50 Van den Brink, a.w. (noot 3), 18. [225]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 65