'Een verzameling staatsstukken' of Bijvoegsel tot het Staatsblad
(en Officieel Journal) van het Koningrijk der Nederlanden.
1. Inleiding
Tijdens de voorbereidingen van een te houden congresvoordracht over de practijk van
de negentiende-eeuwse civiele requestprocedure (mei 1981) stuitte ik, toen ik op zoek
was naar reglementen, op verwijzingen naar het Bijvoegsel tot het Staatsblad, waarin
deze opgenomen zouden zijn. In bibliotheken in Nijmegen en nabije omgeving bleek
het Bijvoegsel niet of niet volledig aanwezig te zijn. Raadpleging van enkele bibliogra
fieën leverde een weinig bemoedigend resultaat op:
- Bibliographie retrospective des publications officielies de la Belgique 1794-1914,
door D. de Weerdt, Bijdragen I. C. H. G. nr. 30 (Leuven-Parijs, 1963): Het Bijvoegsel
wordt op p. 40 onder nr. 283 genoemd. Voor de duidelijkheid is de vrij lange tekst van
het titelblad overgenomen (echter, zo bleek later, met elf fouten).
Na de titelbeschrijving volgt: 'Dordrecht, Blussé en Van Braam, 1813-1828, 45 vol.,
8°.' Beter ware geweest: Bijv. Stbl. 1813-1824 (Dordrecht, Blussé en Van Braam, 1816-
1825) en Bijv. Stbl. 1824-1945 (Gorinchem, J. Noorduyn, 1826-1946), of, wat deze
laatste aanduiding betreft, Bijv. Stbl. 1824-1830 - en dus niet slechts tot 1828! - (Gorin
chem, J. Noorduyn, 1826-1837) zo enkel het belang voor de 'Zuidelijke Nederlanden'
in aanmerking zou komen.
- Bibliografie der geschiedenis van Nederland, door H. de Buck (Leiden, 1968 ongew.
herdr. Utrecht 1979) nr. 6369: 'Bijvoegsel tot het Staatsblad 1813- Gorinchem
enz., 1852- Vermoedelijk wordt hier de 'nieuwe uitgave' van d'Engelbronner be
doeld.
- Introduction Bibliographique a l'histoire du droit et a l'ethnologie juridique, notice
C/4 Pays Bas, par L. E. van Holk (Bruxelles, 1971): Het Bijvoegsel wordt hier niet ver
meld.
- Idem, notice C/3 Belgique et Nord de la France, par John Gilissen (Bruxelles, 1971):
Onder nr. 216 (na vermelding van het Staatsblad):
'Bijvoegsel tot het Staetsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 45 vol., Dordrecht,
1813-1828.' Een zelfde vergissing als reeds gesignaleerd bij de bibliografie van D. de
Weerdt.
Een bezoek aan de bibliotheek van het Ministerie van Justitie te 's-Gravenhage, waar
het Bijvoegsel tot het Staatsblad - en ook de zgn. 'Nieuwe Uitgave' daarvan (zie 8) -
volledig aanwezig is, was tenslotte nodig om inzicht in inhoud en indeling van de reeks
te verkrijgen en te achterhalen hoe deze het best geraadpleegd kan worden.
Ten behoeve van Nijmeegse studenten stelde ik tenslotte, hier en daar in archieven en
bibliotheken in de regio Nijmegen-Arnhem 'plukken' van de reeks gevonden hebbende,
een lijst op, waarin nagezien kon worden waar in de evenbedoelde regio de verscheide
ne delen geraadpleegd kunnen worden (deze lijst is hieronder ook als bijlage afgedrukt,
doch hier zonder aanduiding der onderscheidene bibliotheken, waar de diverse delen
geraadpleegd kunnen worden). Door het vele 'snuffelwerk' - noodzakelijk voor het
opstellen van genoemde lijst - heb ik wat meer inzicht in inhoud en samenstelling van
het Bijvoegsel tot het Staatsblad gekregen. Ik oordeelde het nuttig, mede gezien de on
volledige informatie die gerenommeerde bibliografieën verschaffen, de verzamelde in
formatie aan een ruimere kring van belangstellenden mede te delen.
2. Bijvoegsel tot het Staatsblad.
Wie zich met negentiende-eeuws (rechts)historisch onderzoek bezighoudt, zal niet ont
komen aan raadpleging van de alstoen gevigeerd hebbende wetgeving. De verzameling
bij uitstek, waarin die wetgeving te zoeken is, is het Staatsblad van het Koningrijk der
Nederlanden, waarvan de instelling werd geregeld bij 'Souverein' besluit van 18 decem
ber 1813.1 Dit besluit bepaalde in art. 1: 'Er zal, van gouvernementswege, ten koste en
ten behoeve van den Lande, een Staatsblad der Vereenigde Nederlanden worden uitge
geven, te beginnen met den 1 Januarij 1814'. Daarin 'zullen alleenlijk geplaatst worden,
alle wetten, proclamatien, publicatien en voorts zoodanige besluiten van den Souve
rein, als waarvan de publiekmaking noodig of nuttig wordt geoordeeld', (art. 2). Men
bemerkt hierin al twee beperkingen; ten eerste zou het Staatsblad slechts besluiten 'van
den Souverein', niet van andere overheden, bevatten, en ten tweede zouden slechts dié
wetten en besluiten, 'waarvan de publiekmaking noodig of nuttig wordt geoordeeld',
erin opgenomen worden.
Ter zelfder tijd werd voorzien in de verschijning van de Nederlandsche Staats-courant
bij Souverein Besluit van - eveneens - 18 december 1813.2
Daarin zouden 'met volstrekte uitsluiting van alle particuliere stukken, nieuwstijdingen
en advertissementen, worden geplaatst:
1°. Alle besluiten, benoemingen en aanschrijvingen van de ministers en van alle nati
onale kollegien en ambtenaren, civiele en justitiële, welke dezelven aan het pu
bliek willen mededeelen.
2°. Alle advertissementen en annonces van dezelve kollegiën en personen.
3°. Zoodanige diplomatieke stukken, officiële tijdingen en verdere berigten, als het
gouvernement wil hebben medegedeeld.
4°. Annonces en advertissementen van departementale en plaatselijke besturen en
ambtenaren, voor zooverre die de plaatsing daarvan, tegen betaling van het gewo
ne advertentie-geld, mogten verlangen', (art. 2).
Voorwaar een breed terrein. Doch ook hier dient men weer op de aangebrachte beper
kingen te letten: 'welke dezelven aan het publiek willen mededeelen' (sub 1°), en 'als
1 SB 18 december 1813, nr. 5 (Stbl. 1814, 1).
2 SB 18 december 1813, nr. 6. Kennelijk is de publiekmaking van dit soeverein besluit niet nodig
of nuttig geoordeeld; het is niet in het Staatsblad verschenen. M.b.t. de Staatscourant is zeer
illustratief J. J. van Bolhuis, Publiciteit van Regeeringswege, in: Nederlands Administratief
Recht. Handleiding (zgn. Oppenheimbundel), Haarlem 1919, pp. 617-628.
[202]
[203]