het overbrengen naar publieksruimten eenvoudig. Overbrengen naar andere gebouwen
of anders geklimatiseerde ruimten is dan echter niet goed mogelijk zonder een langduri
ge en zeer voorzichtige akklimatisering (het opnieuw in training brengen van het materi
aal). Ook het opvangen van storingen in de klimaatbeheersing zonder schade aan het
archiefstuk is niet meer mogelijk.
Kiest men voor een constante R.H. doch een met de seizoenen wisselende temperatuur
dan blijft het materiaal veerkrachtig. Men moet dan echter wel met akklimatisering re
kening houden. Wanneer de temperatuur tussen de publieksruimten en de bewaarplaats
te veel verschilt leidt de te snelle wisseling in temperatuur tot gevaar van condensvor-
ming. Het materiaal kan echter storingen in de klimaatbeheersing beter opvangen zon
der al te veel schade te ondervinden en zal ook makkelijker extern gebruikt kunnen
worden. Bovendien zal dit systeem van klimaatbeheersing in het algemeen veel minder
energie vragen dan een volkomen constant klimaat (verwarming en koeling kunnen veel
minder zwaar gedimensioneerd worden).
Het is echter duidelijk dat men de twee vormen van klimaatbeheersing niet kan men
gen; men kiest duidelijk voor óf de methode met alle condities constant óf de methode
met een langzame temperatuursvariatie.
Temperatuur
in depot °C2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Aangrenzende RH in
(dienst) ruimte.
Temperatuur
in °C
15
40
45
48
51
55
58
62
66
71
76
80
87
94100
16
38
42
45
48
51
54
59
64
68
72
75
82
90
95100
17
36
39
42
44
48
50
54
60
64
68
71
76
82
90
95100 -------
18
34
37
39
42
45
48
51
55
60
64
67
73
78
85
90
94100 ----- -
19
32
35
37
40
42
45
48
52
56
60
64
69
74
80
85
90 95100 - - - - -
20
30
33
35
38
40
42
45
49
53
57
61
65
70
75
80
85 90 95100 - - - -
21
28
31
33
36
38
40
42
46
50
54
58
62
66
70
75
80 85 90 95100 - - -
22
26
29
31
34
36
38
40
43
46
50
54
58
62
66
70
75 80 85 90 95100 - -
23
24
27
29
32
34
36
38
41
44
47
50
54
58
62
66
70 75 80 85 90 95100 -
24
23
25
27
30
32
34
36
38
41
44
47
51
55
59
62
65 70 75 80 85 90 95100
25
22
24
26
28
30
32
34
36
38
41
44
48
51
55
59
61 65 70 75 80 85 90 95
Relatieve vochtigheidswaarden in de annex waarbij condensatie optreedt indien een
voorwerp uit een depot komt met de in het hoofd van de tabel aangegeven temperatuur
en gebracht wordt in een aangrenzende ruimte met de links aangegeven temperatuur.
De R.H. in het depot heeft daarbij geen invloed. De temperatuur van de 'ontvangende'
dienstruimte staat in de linkerkolom. Zoek daarbij de in deze ruimte heersende relatie
ve vochtigheid. Recht daarboven staat de temperatuur waarbij en waar beneden con
densatie op het te transporteren stuk zal optreden. Praktisch gesproken zal dat alleen
bij verkeer depot-studiezaal plaatsvinden. Voorbeeld: in de studiezaal is het 18 °C bij
een R.H. van 55%. Condensatie treedt op bij transport van stukken uit een depot met
een temperatuur van 9 °C of lager.
[164]
temperatuur
Afb. Vereenvoudigd Moüierdiagram