sluitbare doorgang van voldoende grootte. De zuurkast dient vanuit beide ruimten be reikt te kunnen worden met een verrijdbare wasbak van het in de boekrestauratie te ge bruiken type. 8.3.2. Voor het overige gelden dezelfde eisen als voor het papierrestauratie-atelier. 8.4. Perkament en leer De ruimte dient voorzien te zijn van een ééngatsthermostaatwaterkraan. Voor de retou ches is noorderlicht gewenst. In de ruimte dient een zuurkast aanwezig te zijn (zie pa pier) benevens een spuitcabine voor het verven en lakken. Het is gewenst om over een kleine ruimte te beschikken waar men de RH tot 90% kan opvoeren (strekken van per kament), uitgerust met een spanraam voor perkament. 9. Onderdeel: ruimten bestemd voor niet-overgebrachte archieven 9.0. Algemeen Deze ruimten zijn te onderscheiden in twee categorieën namelijk die voor dynamische archieven en die voor semistatische en statische, nog niet overgebrachte archieven. Bouw- en inrichtingsvoorschriften in de zin van de Archiefwet 1962 zijn in dezen niet vereist. Alleen artikel 49, 4e lid van het Archiefbesluit bevat een voorziening voor Hoge colleges van Staat, rijksadministratie en besturen van openbare lichamen als bedoeld in artikel 38 van de Archiefwet, terwijl artikel 2 van de wet alleen bewaring in goede staat vereist. Op grond van artikel 25 van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijks administratie moet de minister van binnenlandse zaken de toepassing van artikel 49, 4e lid van het Archiefbesluit aan door hem vast te stellen eisen binden, voor zover het de rijksadministratie betreft. De hier gegeven regels zijn voor dit doel bruikbaar. Voor de andere organen dan de rijksadministratie kunnen deze regels op zichzelf geen wettelijke kracht krijgen. Het materiaal in moderne archieven is even gevoelig als, en in sommige gevallen nog ge voeliger dan dat van overgebrachte. Alle milieu-invloeden tasten cumulatief de infor matiedragers aan (ongeacht samenstelling: papier, fotomateriaal, magneetbanden en -schijven). Het is dan ook gewenst, te zorgen, dat ook de thans in de ontstaansperiode verkerende archiefbescheiden in zo gering mogelijke graad van aantasting te zijner tijd de archiefbewaarplaats bereikten. In de dynamische fase moet men direct kunnen beschikken over de stukken, betrekking hebbend op de nog niet afgesloten zaken; de werkomstandigheden van de behandelen de functionaris en van het archiefpersoneel wegen zwaarder dan de eisen, die voor de bewaring van archiefbescheiden gelden. [156] Een bepaalde hoeveelheid archiefbescheiden komt na zeer korte (1 jaar) tot middellan ge (12 jaar) termijn voor vernietiging in aanmerking. Op grond van een kostenbaten- analyse is het treffen van technische voorzieningen, zoals die gelden voor archiefbe waarplaatsen in de zin van 2.1.1. niet verantwoord. Brandvrije berging, beveiliging te gen overstroming door invloeden van binnen het kantoorgebouw en tegen inbraak uit baldadigheid is wel noodzakelijk, omdat op termijn vernietigbare bescheiden vóór het verstrijken van die termijn administratieve, financiële en juridische waarde hebben. Voor de archiefbescheiden die na selectie overblijven, zouden echter op grond van de eisen, die het materiaal stelt, dezelfde bewaarcondities moeten worden bereikt als voor de overgebrachte archieven. In het onderdeel niet-overgebrachte semistatische en statische archieven is, voor zover mogelijk, verwezen naar het onderdeel archiefbewaarplaats voor overgebrachte ar chiefbescheiden. De toelichtingen zijn niet herhaald, men zie daarvoor de voorgaande hoofdstukken en de bijlagen 1 en II. De meeste beheersvoorschriften (zie bijlage III) zijn van overeenkomstige toepassing. 9.1. Situering, algemene eisen 9 11 (4.1.) Kantoorgebouwen met ruimten, waarin archieven worden bewaard, moeten voldoen aan hetgeen gesteld staat betreffende kantoren (artikel 51 en tabel 5) in de Model brandbeveiligingsverordening uitgegeven door de Vereniging van Nederland se Gemeenten. 9.1.2. (Vgl. 4.4.) Een kantoorgebouw met archiefruimten moet toegankelijk zijn voor invaliden. 9 1.3. (Vgl. 4.6.) De archiefruimten in een kantoorgebouw moeten bestand zijn tegen de volgende calamiteiten: 1. brand in de aangrenzende ruimte; 2. binnendringen van grondwater; 3 overstroming als gevolg van overvloedige neerslag; 4. overstroming als gevolg van lekkage van waterleiding of riolering in het gebouw, dan wel brandblussing; 5. inbraak als gevolg van baldadigheid. 9.2. Ruimten, waarin dynamische archieven worden bewaard 9.2.1. Archiefbescheiden dienen, zodra zij niet meer dan voor onmiddellijke afdoe ning van de zaken zijn vereist, te worden opgeborgen in kasten met een brandwerend heid van 60 minuten. Terzake dient een geldig T.N.O.-rapport te kunnen worden over gelegd. Deze bepaling is niet van kracht voor stukken met een geringe administratieve, financiële en/of juridische waarde en voor die onderdelen van een archief die bij even tueel verlies gemakkelijk reconstrueerbaar zijn. Toelichting Deze bepaling strekt zich ook uit tot alle andere afdelingen en bureaus, dan de afdelin gen interne zaken c.q. post- en archiefzaken. 9.2.2. De kasten dan wel de vertrekken waarin de in het vorige lid bedoelde archiefbe scheiden zijn opgeborgen, moeten bestand zijn tegen inbraak uit baldadigheid. [157]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 31