ticuliere Archieven hoopt binnenkort tot een afronding te komen. Deze projectgroep
heeft zich mede beziggehouden met het beheer van archieven in archiefbewaarplaatsen
d.m.v. de computer. Hierbij is door het gemeentearchief van 's-Gravenhage en het
KDC te Nijmegen medewerking verleend. Een programma van eisen en de bijbehoren
de kostenberekening worden thans opgesteld. Ook is er een projectgroep buitenland in
gesteld, voorshands bestaande uit de heren drs. M. van Driel, drs. J. Hofman, drs.
O.W. Hoogerhuis en dr. F.C. J. Ketelaar, die een onderzoek zal instellen naar de opera
tionele systemen op dit gebied in het buitenland. Er zal naar gestreefd worden om arti
kelen in buitenlandse media over de ontwikkelingen op dit gebied te signaleren in
Nieuws VAN archieven. Ten slotte is er een projectgroep Thesaurus ingesteld, die gaat
onderzoeken in hoeverre bestaande thesauri voor het Nederlandse archiefwezen ge
schikt zijn (te maken). Deze bestaat uit mevrouw mr. B.J.M. Asberg-Schermer en de
heren P. Nieuwland, drs. F.J.M. Otten, C.P. Pronk (van het ministerie van VRO) en
dr. J.P. van de Voort (van Mardoc). De stuurgroep hoopt vele collegae blijvend voor
deze materie te interesseren.
6. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
7. Hierna houdt mevrouw dr. Y.M. Donkersloot-de Vrij een inleiding over 'Ontslui
ting van topografische kaarten vóór 17502'.
8. Daarna houdt drs. A.J. Geurts een inleiding over 'Handschriften en handschrift
fragmenten in archiefbewaarplaatsen: een vergeten groep middeleeuwse bronnen3'.
Naar aanleiding hiervan vraagt de heer J.M.F. IJsseling of er ook samenwerking tussen
de drie genoemde instellingen bestaat. Drs. Geurts antwoordt dat er wel een nauw sa
menwerkingsverband is, maar dat Nederland niet in drie blokken opgedeeld is. Drs.
G.J.W. Steijns vraagt wat men met muziekfragmenten dient te doen. Drs. Geurts
meent dat meestal sprake zal zijn van liturgische muziek. Te Nijmegen is ook iemand
die zich daar meer speciaal mee bezighoudt, zodat dat soort fragmenten zeker niet bui
ten beschouwing gelaten dient te worden, al zijn de fragmenten van juridische aard het
best ontsloten. Ook in de catalogi van Groningen en Zutphen zijn alle soorten fragmen
ten opgenomen.
Op de vraag tot hoever de middeleeuwen geacht worden te lopen, antwoordt drs.
Geurts dat dit soms moeilijk ligt, daar er 16e eeuwse boeken zijn die nog helemaal een
middeleeuwse sfeer ademen. Er is dan ook geen strikte grens gesteld. Mej. G.M. van
Aalst informeert wat men moet aanvangen met de fragmenten op het soort van mapjes
dat men wel aantreft om zegels van charters, en op de stroken waaraan de zegels be
vestigd zijn. Drs. Geurts bepleit ook deze te bewaren, zodra de beschrijving voltooid is.
Ook hele oorkonden werden wel als omslagmateriaal gebruikt, en ook die zijn uiter
aard van belang.
Dr. Ketelaar vraagt wat het jongste stuk is waarin nog middeleeuws materiaal verwerkt
is. Drs. Geurts antwoordt dat in een Zutphens boek van 1702 middeleeuws materiaal
gevonden is, dat mogelijk zelfs al meerdere malen hergebruikt was.
Dr. L.P.L. Pirenne informeert of ook nog in goede staat verkerende boekbanden ge-
2 Zie hierna blz. 108.
3 Zie hierna blz. 111.
[98]
inspecteerd moeten worden op fragmenten. Drs. Geurts raadt dit af en kant zich sterk
tegen het slopen van nog goede banden omwille van de fragmenten.
De heer L.C.J.M. Rouppe van der Voort signaleert dat fragmenten van documenten
ook wel aangetroffen worden op windladen van orgels. Drs. Geurts zegt dat deze in
eerste instantie niet verwerkt worden, en dat er ook nog wel op andere onverwachte
plaatsen dergelijke teksten te vinden zijn. Thans worden alleen de beschikbare losse
fragmenten bewerkt. Uiteraard heeft het wel zin om vast te leggen waar zich nog derge
lijke fragmenten bevinden.
Hierna spreekt de voorzitter woorden van dank aan beide inleiders en sluit de vergade
ring om 15.00 uur. Deze werd door 105 personen bijgewoond.
Jaarrede van de voorzitter van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, drs.
C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije, uitgesproken op de vergadering te
Eindhoven op 18 februari 1982.
Het volgende bericht mag ik U niet onthouden:
'De mobiele eenheid van de politie moest er aan te pas komen om felle betogers tegen te
houden die het gemeentehuis wilden bestormen. Een rustig begonnen betoging dreigde
uit de hand te lopen. Er werd geprotesteerd tegen de overdracht van gemeentelijke ar
chiefbescheiden aan het rijk, die al lang krachtens de K.B.'s van 28 augustus 1919, Stb
546 en 547 en van 2 september 1919, Stb 552 hadden moeten worden overgebracht. Het
gemeentebestuur had de overdracht steeds weten tegen te houden. Alle politieke partij
en hadden opgeroepen om deze "uitverkoop" van gemeentelijke stukken tegen te
gaan, hoewel niemand de archiefbescheiden van inhoud kende. Onder politiegeleide
vond het transport later op de dag plaats.'
Indien U zich afvraagt waarom U dit bericht nergens hebt gelezen, kan ik U gerust stel
len. Ik heb het zelf gemaakt zonder enige gelijkenis met een bestaande situatie te willen
suggereren. Dat gaat in Frankrijk anders. Het overbrengen van archieven van het ene
land naar een ander kan diepe emoties losmaken. Ik denk aan het besluit om de archie
ven van Frans Algerije over te brengen uit Aix-en-Provence naar Algiers1. Het wegge
ven van iets dat tot het cultuurbezit, het patrimonium van een volk behoort, dat boven
dien nog politiek geladen is, heeft talrijke mensen tot de pen en tot een betoging ge
bracht. Een modern middel als microverfilming speelt natuurlijk geen rol.
Voor U en voor ons allen hoop ik, dat het omgaan met archiefstukken emotioneel kan
zijn. Aangrijpend vond ik het verslag van de Russische historicus A. Roginski, die tot
vier jaar strafkamp is veroordeeld omdat hij verzoekschriften om toegang tot archieven
te krijgen zou hebben vervalst. Het verslag geeft de onmogelijke tocht weer die een
historicus moet ondernemen om naar eigen keuze bronnenmateriaal te bestuderen en te
publiceren2. Een actie om ten gunste van deze man te pleiten zal worden ondernomen.
Men kan de vraag stellen hoe het in Nederland met de openbaarheid is gesteld. Naar
mijn mening geeft daaromtrent o.a. een artikel over de plaatsing van atoomwapens in
1 Le Figaro Magazine van 31 oktober, 14, 21 en 28 november 1981.
2 Het Parool van 22 december 1981; NRC Handelsblad van 23 januari 1982.
[99]