cartularia en mortuaria. Eveneens belangrijk voor de boekgeschiedenis zijn de banden
die we om sommige archiefstukken aantreffen. Menige 15de en 16de eeuwse leren
blindstempelband is in een archiefbewaarplaats te vinden. Helaas wordt voor onder
zoeksdoeleinden zelden van dit materiaal gebruik gemaakt. Voor een groot deel ligt dit
aan het feit dat we door middel van inventarissen nauwelijks iets te weten komen over
de materiële toestand van archivalia. Voor het samenstellen van archiefinventarissen is
het inhoudelijke aspect richtinggevend, maar het lijkt niet onverstandig ook iets meer
van de materiële toestand bij het catalogiseren te betrekken.
Meer aandacht voor de materiële kant van archivalia zou ook zeer stimulerend kunnen
werken op een aandachtsveld van de codicologie, dat onlangs nieuwe impulsen heeft
gekregen: het onderzoek van defecte, incomplete middeleeuwse boeken en dan met na
me van de membra disiecta, de verspreide handschriftfragmenten die dienst doen of
dienst gedaan hebben als boekbindmateriaal. Het belang van fragmentenonderzoek
wordt reeds geruime tijd onderkend14 en is onlangs nog eens stevig onderbouwd door
een artikel van E. Pellegrin.15 Het belang voor de Nederlanden moge onder andere blij
ken uit het feit dat nagenoeg al onze Middelnederlandse letterkunde fragmentarisch is
overgeleverd.16 Zowel in binnen- als buitenland zijn de laatste jaren diverse publicaties
over fragmentenonderzoek verschenen.17
Het fragmentenonderzoek is in Nederland met nieuwe elan bezield geraakt door de ten
toonstelling 'Het middeleeuwse boek in Groningen', niet in het minst door de aardige
14 H. Hauke, 'Überlegungen zur Bearbeitung von Fragmenten', in: W. Neuhauser (ed.), Bei-
trage zur Handschriftenkunde und mittelalterlichen Bibliotheksgeschichte. Referate der 7. 7a-
gung österreichischer Handschriftenbearbeiter in Innsbruck/Neustift (SüdtirolJ, Juni 1979,
Innsbruck 1980 Innsbrucker Beitrage zur Kulturwissenschaft), pp. 27-32, met name p. 27.
Vergelijk ook: H. Heiwig, 'Makulaturforschung', in: H. Heiwig, Handbuch der Einband-
kunde, dl 1, [Hamburg] 1953, pp. 155-158 en de literatuur in de noten op pp. 205-206.
15 E. Pellegrin, 'Fragments et Membra Disiecta', in: A. Gruijs/J. P. Gumbert (eds), Codicolo-
gica dl 3: Essais typologiques, Leiden 1980 Litterae textuales), pp. 70-95.
16 P. F. J. Obbema, 'De overlevering van de Middelnederlandse letterkunde', in: A. Demytte-
naere e.a., Literatuur en samenleving in de middeleeuwen, Wassenaar 1976, pp. 101-117, met
name p. 102 vv.
17 Voor Nederlandse studies verwijzen wij naar de publicaties van Gerbenzon (noot 21), Geurts
(noot 19) en Hermans (noot 18).
Van de buitenlandse literatuur noemen wij slechts:
A. Bruckner, 'Einige Bemerkungen zur Makulaturforschung in den Archiven', in: Gottesreich
und Menschenreich. Ernst Staehelin zum 80. Geburtstag, Basel/Stuttgart z.j., pp. 13-22;
H. Butzmann, 'Gedanken und Erfahrungen bei der Katalogisierung von Handschriftfragmen
ten', in: J. P. Gumbert/M. J. M. de Haan (eds), Essays presented tot G. I. Lieftinck I: Varia
Codicologica, Amsterdam 1972 Litterae textuales), pp. 87-98;
H. Hauke (noot 14);
H. Hauke, 'Die lateinischen Handschriftfragmente der Bayerischen Staatsbibliothek', in:
Bibliotheksforum Bayern 9 (1981) Heft 1/2 themanummer: Handschriften in Bayern);
E. Pellegrin (noot 15);
R. Watson, 'Medieval Manuscript Fragments', in Archives 13 (1977), pp. 61-73.
[114]
catalogus die bij genoemde expositie verscheen.18 In het kielzog van Groningen is ook
op de onlangs gehouden tentoonstelling van middeleeuwse boeken uit het Zutphens-
gemeentearchief19 ruim aandacht besteed aan handschriftfragmenten. Dat materiaal
was veelal afkomstig van 15de en 16de eeuwse archiefbescheiden, voornamelijk reke
ningen. De interesse van de membra disiecta-onderzoeker beperkt zich niet alleen tot de
grote fragmenten, maar strekt zich ook uit tot de restjes middeleeuws boek die we kun
nen aantreffen als hartstrookje in een katern, bindlint, opvulsel van banden etc. Met
behulp van fragmentenonderzoek is het waarschijnlijk mogelijk bijdragen te leveren tot
de reconstructie van bibliotheekfondsen en scriptoria, waarvan de boeken nu groten
deels als verloren moeten worden beschouwd. De herkomst van de Zutphense membra
disiecta is waarschijnlijk in en om deze IJsselstad te situeren. De eenvoudige verwerking
van het materiaal zou erop kunnen duiden dat het binden der archivalia niet werd uit
besteed aan professionele boekbinders, maar dat locale huisvlijt ten grondslag lag aan
het naaien en binden der katernen. Bovendien zijn er verscheidene Zutphense oorkon
den als bindmateriaal verwerkt.20
Uitgaande van de moderne ontwikkelingen in de codicologie bestaan er bij de medewer
kers van de afdeling Hulpwetenschappen der Geschiedenis van de Nijmeegse universi
teit concrete plannen de komende jaren een inventarisatie van handschriften en hand
schriftfragmenten in de provincie Gelderland tot afronding te brengen. Deze doelstel
ling kan genoemde afdeling niet alléén realiseren, daar is ook de hulp van specialisten
en archiefdiensten bij nodig. Nu is het geenszins de bedoeling de archiefbeheerders met
nog meer werk op te zadelen dan dat ze al hebben. Veeleer is iedereen gebaat bij een
open samenwerking, zoals die thans gepraktiseerd wordt tussen de gemeentearchieven
van Zutphen en Nijmegen enerzijds en de afdeling Hulpwetenschappen der Geschiede
nis anderzijds.
Wat zou zo'n samenwerking nu moeten inhouden?
1) Signaleren en inventariseren van handschriften en vooral van handschriftfragmen
ten, met name die welke een 'verborgen' bestaan leiden in archiefdepöts en in archief
bescheiden. Het signaleren van membra disiecta zou kunnen plaatsvinden tijdens het
inventariseren van archivalia. De signaleringen zouden geregistreerd kunnen worden in
archiefinventarissen, in afzonderlijke publicaties of in fichiers.
2) Het beschrijven en identificeren van de handschriften en de fragmenten zal deels
door de archiefambtenaren kunnen gebeuren, deels door codicologen en studenten
handschriftenkunde en deels door specialisten op een bepaald vakgebied. Een hulpmid
del bij deze tijdrovende bezigheden zijn de diverse handleidingen die reeds zijn versche-
J. M. M. Hermans (red.), Het middeleeuwse boek in Groningen. Verkenningen rond frag
menten van handschrift en druk, Groningen 19801, 19812.
19 De expositie werd te Nijmegen gehouden van 5 t/m 28 november 1981 en te Zutphen van 12
december 1981 t/m 31 januari 1982.
Catalogus: A. Geurts (red.), Middeleeuwse boeken uit Zutphen, Nijmegen 1981.
20 Zie: A. Geurts (noot 19), pp. 141-142 (nrs 32 en 33) en 144 (nr 38).
[115]