Discussies In de hierna volgende discussie komt o.a. naar voren, dat het vervaardigen van com mentaren zowel bij middelbare als bij hogere archiefambtenaren in goede handen is (naar aanleiding van vraag W.A.A. Mes). Een andere vraag betrof de commentaren in de bundel bij stukken, welke volgens de vernietigingslijsten vernietigd kunnen worden (drs. A.J.M. den Teuling). Prof. Klep zegt, dat herwaardering van sommige stukken behoud mogelijk moet maken. Er wordt opgemerkt, dat hierbij ook financiële motie ven betrokken moeten worden, immers bewaren kost geld (opmerking drs. D. J. Winse- mius). In negen groepen is gedurende een gedeelte van de middag over de volgende punten ge discussieerd: 1. Zijn broncommentaren wenselijk en nuttig, d.w.z. uitgebreide, eventueel geïl lustreerde toelichtingen per bron op de 19e en 20e eeuwse seriële en algemeen aan wezige bronnen, bestaande uit de omschrijving van de bron, bronkritiek, vindplaat sen, aanvullende bronnen, gemaakt gebruik enz. Zie Bronnencommentaren blz. 1 en in het algemeen de voorbeelden. 2. Zo ja: a. in deze vorm, eventueel met aanpassingen b. of in een andere vorm, welke? Zie Bronnencommentaren blz. 13-15. Het forum. Van links naar rechts profdr. P. M. M. Klep, drs. M. vanDriel, drs. C. O. Abaron Schimmelpenninck van der Oije, drs. G. J. Mentink en P. J. M. de Baar, die het verslag maakte. 3. Eloe moeten de produktie, opslag, verspreiding georganiseerd worden? Zie aldaar blz. 3 onder 2. Prioriteitstelling bij de produktie: welke bronnen het eerst? Zie aldaar blz. 8-12. Elk der groepen had een rapporteur en een discussieleider. Dat waren per groep H.B.N.B. Adam drs. B. Woelderink, drs. P.A.W. Dingemans drs. I.W.L.A. Ca- minada, J. den Draak drs. R.C. Hol, drs. A.C.M. Kappelhof drs. J.N.T. van Al- bada, mr. W.J. Meeuwissen mr. F. Keverling Buisman, W.J. Meijerink mr. P. Brood, W. van Muiken H.J.M. Mijland, J.W. van Petersen mr. C. van Heel, drs. H.D. Wessels dr. L.P.L. Pirenne. De rapporteurs hebben van de discussies in elk der groepen een samenvatting gemaakt, welke aan het forum is overhandigd. Het forum bestond naast prof. Klep uit drs. M. van Driel, drs. G.J. Mentink en de voorzitter van de VAN. Na de studiedagen hebben de rapporteurs uitgebreider verslag gedaan van hetgeen besproken is in de groepen. Hierna volgt een samenvatting van de discussie van 5 november en van de latere verslagen. De eerste vraag luidde of de broncommentaren wenselijk en nuttig zijn. Het merendeel van de aanwezigen beantwoordde deze vraag positief. Als argumenten werden aange voerd: dat de archivaris beheerder is van informatie, zodat het maken van commentaren zeker tot zijn taak behoort; dat de commentaren een voortzetting zijn van en een aanvulling op de formele inventa ris; dat de commentaren zowel voor de archivaris als voor de onderzoeker nuttig zijn; dat voor series de commentaren een betere ontsluiting zijn; dat de commentaren een opslagplaats zijn van de kennis van de inventarisator; dat zij 'verstopte' bronnen kunnen blootleggen; dat zij de dienstverlening kunnen verbeteren en de drempelvrees voor de inventaris kun nen verlagen; dat zij de bronnenheuristiek verbeteren; dat zij een didaktisch hulpmiddel zijn. Wel werd het geluid vernomen, dat de inventaris niet in de verdrukking mag komen, zelfs voor dient te gaan. Anderen namen een middenpositie in. Zij brachten naar voren, dat de commentaren wel mogelijk zijn voor archieven die anders gesloten blijven, en dat de commentaren nevenprodukten van de inventarisatiearbeid kunnen zijn. Tegenstanders brachten als argumenten naar voren, dat de inventaris, die toch de structuur, de organisatie van de archiefvormende instel ling aangeeft, het belangrijkste is, reden waarom de produktie van inventarissen niet mag worden opgehouden door andere projekten; dat de wisselende vraagstelling van het publiek ons niet tot tijdelijk geldige produkten mag dwingen; en dat de commentaren toch niet 'neutraal' zijn. [400] [401]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 9