eisen aan de programmatuur. Anderzijds is het zo dat een groot gedeelte van de bedoel de werkzaamheden bestaat uit het copiëren, sorteren en numeriek of alfabetisch rang schikken van stukken tekst. Deze activiteiten kunnen bij uitstek aan een computer wor den overgelaten. Voorwaarde daarbij is dat het de archivaris is die stap voor stap beslist wat er gaat gebeuren, die uitmaakt hoe dit zal verlopen en die uiteindelijk zal beslissen of het bereikte resultaat bruikbaar is. Doordat aan iedere inventaris een ordening ten grondslag ligt, ongeacht het daarbij fei telijk gehanteerde ordeningsbeginsel, is het mogelijk de computer voor een bepaald on derdeel van het geheel de bijbehorende documentatie-eenheden te laten selecteren. Als selectiecriteria daarbij kunnen gelden: oude registratuurcodes die de oorspronkelijke structuur van het archief weerspiegelen, bepaalde redactionele vormen die men wil groeperen of ad hoe door de archivaris bij het maken van de voorlopige beschrijvingen aangebrachte merktekens. Dit alles veronderstelt dat de programmatuur, behalve uitgebreide selectie- en sorteer- faciliteiten, nog aan twee andere vereisten voldoet. Op de eerste plaats moet het moge lijk zijn de door de archivaris met behulp van de computer aangebrachte ordening in de vorm van definitieve inventarisnummers vast te leggen. Daarnaast moet in de mogelijk heid voorzien worden om vóór elke groep bij elkaar horende beschrijvingen het titeltje aan te brengen waarmee de betreffende afdeling van de inventaris wordt aangeduid.16 4 De eindprodukten 4.1 Lijstproduktie Wat de ten behoeve van de Archiefafdeling gedrukte eindprodukten van RAPIDE be treft, dienen te worden onderscheiden: de plaatsingslijsten, de inventarissen, de re gisters en de indices (zie voorbeeld 1). De plaatsingslijst is niets anders dan een numeriek gesorteerde lijst van alle met betrek king tot één archief of verzameling gemaakte beschrijvingen. Daarbij is geen sprake van een ander onderling verband dan de volgorde waarin de betreffende archiefstukken in het depot bewaard worden. In de inventaris daarentegen weerspiegelt een aangepaste lay-out de door de archivaris bij het inventariseren van het archief aangebrachte struc tuur. Bovendien is een inventaris van een inleiding voorzien waarin o.a. een verant woording van de inventarisatie gegeven wordt. Er zijn geen redenen waarom een door de computer geproduceerde output wat uiterlijke vormgeving betreft wezenlijk zou moeten verschillen van de totnogtoe door middel van conventionele druktechnieken ge zette inventarissen. Als aan de documentatie-eenheden van een bepaald archief descriptoren toegekend zijn, kan de computer gevraagd worden op grond daarvan een register op geografische namen, een register op namen van instellingen, een register op onderwerpen of een re gister op persoonsnamen van het betreffende archief te construeren. Daarin wordt dan onder de respectieve ingangen verwezen naar de betreffende inventarisnummers. Op ba sis van het kenmerk datering kan zelfs een chronologisch register worden gemaakt. Weer andere mogelijkheden tot ontsluiting bieden door de computer gemaakte indices op bijv. de redactionele vormen of op alle woorden die in het kenmerk inhoud voorkomen met uitzondering van de in een zogeheten stop list opgenomen irrelevante woorden als lid woorden, voorzetsels enz. Dergelijke indices kunnen dan met of zonder de context van de als ingang gebruikte term worden afgedrukt..17 Tenslotte zij nog vermeld dat door middel van de hier genoemde technieken de oude droom van de Generalindex, waarin alle in een bepaald depot berustende archiefstukken opgenomen zijn, realiseerbaar wordt. 4.2 On-line bevraging Het meest spectaculaire gedeelte van het hier voorgestelde archiefautomatiseringsproject is wellicht het on-line zoeken (zie voorbeeld 2). Zodra de vraagprocedure opgeroepen is, volstaan enkele eenvoudige commando's om het zoekproces te besturen: f (find) voor het zoeken en 1 (list) voor het weergeven van de gevonden resultaten. Zoals hiervóór al ver meld is, kan het zoeken al dan niet tot één of meerdere RAPIDE-collecties beperkt wor den en kunnen als zoekterm opgegeven descriptoren tot een samengestelde vraag gecom bineerd worden. Revolutionair ten opzichte van andere informatiezoeksystemen, maar onzes inziens wezenlijk in het kader van archiefautomatisering is dat ook chronologisch gezocht kan worden, al dan niet in combinatie met andere descriptoren. Zijn er door RAPIDE aan de gestelde vraag beantwoordende documentatie-eenheden ge vonden, dan kan het antwoord op verschillende niveaus bekeken worden. Het eerste ni veau biedt een overzicht van alle RAPIDE-collecties die relevante documentatie- eenheden bevatten met per collectie het aantal daarvan. Dan kan men per collectie (bijv. archief A of verzameling B) een numeriek overzicht krijgen van de daaronder horende re levante documentatie-eenheden (i.e. archiefstukken). Tenslotten kan men door één of meer van deze nummers op te vragen de bijbehorende be schrijvingen op het beeldscherm bekijken en al dan niet besluiten tot het ter inzage aan vragen van bepaalde archiefstukken. Mocht een lijst te lang uitvallen voor on-line raad pleging of mocht men een antwoord graag willen bewaren, dan kan altijd een op de af- drukeenheid van het URC te printen lijstje besteld worden. Het hierboven geschetste is geen utopisch wensenpakket. Evenmin mag gezegd worden dat het KDC met de hier geschetste werkwijze al voldoende ervaring opgedaan heeft om te zeggen dat het er dé oplossing van al zijn archief- en andere documentatieproblemen van verwacht. Wij zijn de organisatoren van het Tweede Nederlands-Duits Archiefsymposi um en de redactie van het Nederlands Archievenblad erkentelijk dat wij ons automatise ringsproject al in een vroeg stadium hebben kunnen voorstellen. Wij rekenen erop dat de gedachtenwisseling over archiefautomatisering die men de eerstkomende jaren in Neder land, mede op initiatief van de recent ingestelde Stuurgroep Automatisering, mag ver wachten, aanleiding zal zijn tot een verdere verfijning van de hier gepresenteerde aanpak. P. Soetaert, wetenschappelijk hoofdmedewerker KDC 17 Voor het produceren van lijsten met behoud van de context kan gebruik gemaakt worden van de standaardpakketten KWIC (KeyWord In Context) en KWOC (KeyWord Out of Context) [479] 16 Bijv.: I. Algemeen bestuur A. Notulen of: I. Stukken betreffende zijn persoonlijk leven A. Dagboeken [478]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 48