De computer vormt een permanente en continue informatiedrager, die steeds naar de laatste stand van zaken is bij te werken (actualiseerbaar, b.v. bij bestandsover zicht, gidsen). De gegevens zijn bovendien cumuleerbaar (integratie van toegangen) en de collectie gegevens is uit te breiden met en te koppelen aan collecties gegevens uit anderssoor- tig en elders berustend materiaal. Er is minder persoonsgebonden informatieverlies (b.v. bij overplaatsing of pensionering). 4 De computer is niet alleen in te zetten bij het toegankelijk maken, maar ook bij de leiding van de dienst en bij het beheer van de archieven. In de Bondsrepubliek kwa lificeert men het gebruik van de computer als noodzakelijk en onvermijdelijk voor een goed archiefbeheer in de ruimste zin. Ten dele hangt dit inzicht wel samen met de andere organisatie van het archiefwezen (beheer van semi-statische archieven), maar de constatering kan ook ons niet onverschillig laten. Wil het Nederlandse ar chiefwezen zijn taken op den duur goed vervullen, dan zal het zolang er sprake is van achterstanden in de taakuitvoering alle mogelijkheden tot modernisering ter dege moeten onderzoeken, en daarin moeten investeren4. (Trouwens, het onvermij delijk toenemen van de automatisering bij de archiefvormers is reden genoeg van de ontwikkelingen op dit gebied kennis te nemen5 en deze toename biedt anderzijds het archiefwezen misschien kansen om gemakkelijker computertoepassingen te rea liseren.) 5 Bij de ontwikkeling van software (programmatuur) is samenwerking noodzakelijk. In de afgelopen jaren is door veel archiefdiensten op dit terrein gewerkt en ervaring opgedaan, echter zoals tijdens het symposium is gebleken, veelal in opmerkelijk iso lement. De zaak is voor zo'n werkwijze echter te omvangrijk, te ingewikkeld, te kostbaar. De moeite en kosten die aan de ontwikkeling van programmatuur worden besteed, moeten en kunnen beter worden gespreid. Tenminste moet dubbel werk worden voorkomen door regelmatige uitwisseling van ervaringen en direct contact tussen collegae die met een automatiseringsprojekt bezig zijn. Juist op dit punt lijkt het symposium een succes te zijn geweest. De contacten moeten ook zo mogelijk de grenzen van het vakgebied en de nationale grenzen overschrijden. Externe computerdeskundigen moeten geraadpleegd worden, en, als dat lukt, voor onze specifieke behoeften geïnteresseerd. Dat gaat beter wanneer het met overleg en doelgericht gebeurt. Ook beheerders van andere documentaire verzamelingen (bibliotheken, musea, documentatiecentra ook bij overheidsdiensten) hebben ervaringen en misschien behoeften waarbij de ar chiefbeheerders kunnen aansluiten. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de hardware (computers groot en klein, termi nals, tekstverwerkingsapparatuur). Ook hier moet worden getracht door gecoördi- neerd optreden kosten te sparen, vergissingen te vermijden en de toegang tot bestaande apparatuur te vergemakkelijken. 6 De computer, of liever: automatisering, is geen wondermiddel. Er zal in de komen de jaren veel gedacht, georganiseerd en geprobeerd moeten worden, voordat om vangrijke operationele toepassingen mogelijk zullen worden. Steeds zal in het alge meen en per projekt een grondige, ruim opgezette kosten-baten analyse nodig zijn. Een projekt mag daarbij niet tezeer beoordeeld worden op het direkt te verwachten resultaat. Belangrijke overwegingen zullen moeten zijn of een projekt uit te breiden is, of het exemplarisch is, in te passen in andere systemen. Enig elan en enthousiasme voor deze nieuwe kant van het vak en een flinke inventi viteit op ambtelij k-institutioneel gebied voor het leggen van contacten en het vinden van wegen naar de benodigde middelen zijn in de komende jaren evenzeer nodig als een gezond en nuchter oordeel over behoeften en mogelijkheden. Bij opleiding en bijscholing van archiefambtenaren zal aan de mogelijkheden en beperkingen van automatisering in het archiefwezen aandacht gegeven moeten worden. M. van Driel J. Hofman 4 In Nederland heeft het Gemeentearchief van 's-Gravenhage een beheerssysteem in voorberei ding, waarbij de computer gebruikt wordt. 5 Zie b.v. de ontwikkelingen bij V.R.O., zoals door de heer Roedoe in diens voordracht ge noemd, vgl. NRC-Handelsblad van 30 december 1981; bij CRM, afd. Documentatie en Bibli otheek, in Interaktie van 26 november 1981 en in het algemeen het tijdschrift Overheids documentatie. [442] [443]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 30