Nederlands archiefwezen en computer-wet van de remmende voor sprong Apeldoorn en worden per telefoonlijn doorgegeven. Een probleem kan zijn dat door storingen op de lijnen de computer de verbinding verbreekt. Voor vandaag zijn zes computers van IBM geleend, die thans voor het eerst de informatie via het Rijks Com putercentrum op kleurenbeeldschermen laten zien. Als computerprogramma wordt ge bruik gemaakt van het IBM programmapakket STAIRS/TLS, dat de mogelijkheden kent van zoeken van woorden in de tekst en van zoeken van trefwoorden via een the saurus. In acht groepen wordt het systeem bezichtigd en beproefd. Nog een groep belangstellenden rond een beeldscherm. De voorzitter van de VAN-stuurgroep automatisering, dr. F.C. J. Ketelaar hield vervol gens een voordracht. [430] In een, vorig jaar verschenen, handboek van de Internationale Archiefraad over het or denen en beschrijven van archieven,1 wordt in de inleiding de Handleiding van Muller, Feith en Fruin genoemd 'One of the earliest (and some would say the best) accounts of arrangement and description', 'one of the few seminal texts on archives administration', 'a gentle work full of ripe common sense'. Met de Handleiding, met de Archiefwet 1918, namen de Nederlandse archivistiek en het Nederlands archiefwezen een geweldige voorsprong op het buitenland. Een voor sprong waar Romeins wet van de remmende voorsprong op van toepassing is. Van die wet gaf Romein als voorbeeld dat die steden die als eerste openbare gasverlichting in stalleerden, de laatste waren om op elektrische verlichting over te gaan. Zo is het ook met de archivistiek. Onze Handleiding heeft ons de voorsprong in de archivistiek be zorgd, maar is tegelijkertijd een rem op de vernieuwing gebleken. In tegenstelling tot de voorsprong die we hadden, staat de huidige achterstand bij de automatisering in het archiefwezen. Bijna alle andere landen in Europa, in Noord- Amerika, maar ook vele landen in de Derde Wereld, zijn ons daarin ver voor. Onze Belgische collegae wijdden al in 1971 een van hun beroemde colloquia aan het gebruik van de computer.2 Jean Pieyns maakte in 1972 met de computer een inventaris van de Luikse notariële protocollen, twee jaar later publiceerde hij met Hansotte een inventa ris van de Luikse plakaten.3 Al in 1969 besteedde onze Britse zustervereniging tijdens haar jaarvergadering aan dacht aan de mogelijkheden van de computer; vier jaar later vormde de Society of Ar chivists een Computer applications committee.4 In Frankrijk zijn sedert het begin van de jaren zeventig de Parijse notarisarchieven met behulp van de computer toegankelijk.5 Sinds 1972 komt in de Bondsrepubliek Duitsland jaarlijks de automatiseringscommissie 1 Hugh A. Taylor, The arrangement and description of archival materials (K.G. Saur, Miinchen, New York, London, Paris 1980) (International Council on Archives, ICA Hand books Series, volume 2) 9. 2 D. de Stobbeleir-E. Persoons (ed.), Actes du colloque 'L'utilisation des ordinateurs et la re cherche en sciences humaines', speciaal nummer 6 (1971) van Archief- en bibliotheekwezen in België. 3 Jean Pieyns, Catalogue général des protocoles de notaires conserves dans la province de Liè- ge, 2 din. (Archives Générales du Royaume, Bruxelles 1972); Georges Hansotte - Jean Pieyns, Inventaire analytique de la collection des placards imprimés Liégeois, 4 din. (Archives Géné rales du Royaume, Bruxelles 1974). Zie verder de voordracht van H. Coppens, blz. 418. 4 Kenneth Darwin, The use of the computer in indexing records, in: Journal of the Society of Archivists 4 (1970-1973) 218-229; M. Roper, Computer applications committee: a consultati on document, in: Journal of the Society of Archivists 5 (1974-1977) 101-109, met bibliografie (supplement ibidem 443-447). 5 Roper, a.w. (noot 4), 103. [431]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 24