baat bij de volledige analyse van b.v. notarisprotocollen of van boedelbeschrijvingen door de sociaal-historicus, terwijl deze laatste wat graag de hem door het archief gebo den computerfaciliteiten zal benutten voor een uitputtend onderzoek. De samenwer king moet dan wel vastgelegd worden in een contract waarin de latere raadpleging door de toekomstige onderzoekers en de eisen van de archiefdienst inzake beschrijving wor den geregeld. Een bijkomend voordeel van een dergelijke samenwerking zou zijn dat voortaan de blijvende bewaring van door historici en andere wetenschapslieden op ba sis van archiefmateriaal opgebouwde bestanden, is gewaarborgd. Concluderend zou ik de vraag of automatisering in het archief haalbaar is, positief dur ven beantwoorden, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan: 1° Om te beginnen moet de keuze vallen op eenvoudige projecten die aanspreken bij een brede gebruikersgroep. 2° Bij het bepalen van prioriteiten moet de inventarisatie van grote reeksen gelijkvor mige archieven van gelijkvormige instellingen absolute voorrang krijgen. 3° Er dient te worden gestreefd naar de inschakeling van de inventarisatie- en indice- ringsactiviteit in een algemeen geautomatiseerd archiefbeheer. 4° Men moet zich degelijk voorbereiden op de toekomstige integratie van de door de overheid neergelegde computerarchieven in de archiefdatabank. 5° De samenwerking tussen archieven onderling en van archieven met wetenschappelij ke onderzoeksinstituten dient te worden geïntensiveerd. H. Coppens Het Parlementair Automatiseringscentrum (PARAC) Vervolgens deelde mevrouw drs. J.W. Breman een en ander mee over het Parlementair Automatiseringscentrum (PARAC). Het PARAC is in 1976 opgezet onder leiding van wijlen Tweede Kamervoorzitter dr. A. Vondeling, omdat de Kamerleden behoèfte had den het bij hen binnenkomende materiaal te kunnen blijven overzien. Zij stapelden im mers de stukken alleen maar op, totdat vernietiging onontkoombaar werd. De regering wordt bijgestaan door een uitgebreid ambtelijk apparaat, doch de Kamer heeft even zeer behoefte aan gespecialiseerde informatie mede om de regering te kunnen controle ren. Het PARAC is opgericht om het parlement te ondersteunen met documentaire in formatieverzorging. Voor een deel bracht dit het automatiseringsvraagstuk met zich mee, reden waarom de computer is ingevoerd. Bovendien wilde men eigenlijk alle in formatie opslaan. Daartoe is het materiaal naar zijn aard gesplitst in verschillende gege vensverzamelingen, en wel Kamerstukken, moties, brieven, Handelingen, Kamervragen en wetten. Ook is het de bedoeling het boekenbezit en de persdocumentatie te ontslui ten. Er volgt een demonstratie van de mogelijkheden van raadpleging van het eigen parle mentaire materiaal door medewerkers van het PARAC en van de afdeling Registers, die de invoer voor de computer verzorgt. Deze afdeling is daarvoor tijdelijk onder het PA RAC gaan ressorteren. De gegevens bevinden zich bij het Rijks Computercentrum te Mevrouw drs. J. W. Breman, hoofd van het Parlementair Automatiseringscentrum, geeft uitleg achter een der beeldschermen. [429] [428]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 23