vocabularium, waarbij alleen de onderlinge verbanden tussen hoofd- en bijkomende trefwoorden aan een beperkte syntaxis worden onderworpen. Volgens deze laatste sluit een vrij vocabularium nauwer aan bij de inhoud van het archiefmateriaal. Het opzetten en het instandhouden van een thesaurus en zelfs van een gecontroleerde trefwoorden lijst acht hij een veel te omslachtige en te dure onderneming.17 Een alternatieve methode om informatieverlies te beperken is de toevoeging van een systematische code aan de trefwoorden, waardoor vrij gekozen trefwoorden opnieuw gegroepeerd kunnen worden in systematische rubrieken. Mocht de archiefwereld in de toekomst opteren voor een 'archiefthesaurus' dan zou die per definitie universeel moeten zijn. Behalve voor een beperkt aantal basisbegrippen (maximaal 2000 tot 4000 begrippen) zou de thesaurus niet ex abstracto maar vanuit de opeenvolgende inventarisaties moeten worden opgebouwd. Aanvankelijk zal het voor een thesaurus noodzakelijke systeem van verwijzingen naar engere, ruimere en verwan te termen kunnen worden opgevangen door eenvoudige zie- en zie-ook-verwijzingen. Essentieel is ook dat alle historische begrippen en streekgebonden benamingen worden opgenomen. 2.5 In directe verbinding met de computer Voor een archiefdienst die in rechtstreekse verbinding met de computer kan werken, openen zich heel nieuwe perspectieven. De archivaris zal zijn inventarisatie in dialoog vorm uitvoeren en zijn bestanden permanent aanvullen en corrigeren. Door de ontwik keling van nieuwe technieken zal hij zijn bestand voortdurend kunnen ondervragen, b.v. met bestaande programmapaketten zoals GOLEM van Siemens, STAIRS van IBM. Door de koppeling van alle bestanden in één grote databank komt de oude droom, een Generalindex van het archief, een stuk dichter bij zijn realisatie.18 3 Optimalisering van de computerinzet in het archief Ligt een dergelijke automatisering ook binnen het bereik van de archiefwereld? Niet tegenstaande de verwachte prijsdaling voor opslag en verwerking van electronische da ta, waarop reeds in de inleiding werd gewezen, blijft de computer in de nabije toekomst toch een relatief duur werkinstrument en zal hij bijgevolg een optimale inzet van men sen en middelen vergen. 17 A. ARAD en L. BELL, Archival Description, p. 6-9; H. ROMEYK, EDV und Archiv, p. 34- 35. Een bruikbaar model voor een universele thesaurus levert F. BELKE, Der gemeinsame Thesaurus der gesetzgebenden Körperschaften des Bundes und der Lander (PARTHES). Ein Strukturmodell für die dokumentarische Erschliessung in: Der Archivar, 29 (1976), kol. 55- 58; R. GROSS, The application of thesauri in the State Archives of GDR, in: ADPA, vol. 2, nr. 1 (1976), p. 11-15. 18 K. ARNOLD, Geschichtswissenschaft und Elektronische Datenverarbeitung. Methoden, Ergebnisse und Möglichkeiten einer neuen Hilfswissenschaft, in: Historische Zeitschrift, Beiheft 3 (Neue Folge): Methodenprobleme der Geschichtswissenschaft, 1974, p. 127-128. [416] 3.1 In de aanvangsfase eenvoudige projecten met ruime respons Het ligt voor de hand dat bij de inschakeling van de computer bij het inventarisatiewerk eerst bescheiden projecten worden aangepakt. Een programma voor de indicering van DTB-boeken en van de Burgerlijke stand zou een goede start kunnen zijn. De voorde len spreken voor zichzelf: 1. de definitieve conservering van de originelen is gewaarborgd; 2. voor historici en genealogen worden de consultatiemogelijkheden, al dan niet on line, enorm uitgebreid door de cumulatie van gegevens in tijd en ruimte; 3. opent het archief hiermee perspectieven om samen te werken met het wetenschappe lijk onderzoek, in het bijzonder de historische demografie, en met de in volle ont wikkeling zijnde geautomatiseerde personenregistratie van de overheid, waarop ik nog terugkom. De in te voeren elementen zijn beperkt en, behalve leesmogelijkheden voor de oudere re gisters, stellen zich geen problemen van inhoudelijke interpretatie en is subjectieve for mulering haast uitgesloten. Zoals hiervoor vermeld, loopt een DTB-indiceringsproject in het Rijksarchief te Luik onder de leiding van collega Pieyns. In dit zogenaamde NAMADE-project worden ca. 1.500.000 vermeldingen uit de klappers van 239 parochies van de arrondissementen Luik en Verviers verwerkt.19 Door uit te gaan van de klappers i.p.v. de originele akten kon het invoeren der gegevens volledig aan een ponstypiste wor den toevertrouwd en kunnen relatief snel bruikbare resultaten verwacht worden. Een ander project van collega Pieyns is al even eenvoudig als belangrijk, zowel voor de archivaris als voor de studiezaalbezoeker, nl. de cumulatieve index van alle door het Belgische Rijksarchief gepubliceerde inventarissen.20 Kwantitatief uitgedrukt betekent dit de verwerking van 526 inventarissen met ongeveer 85.000 bladzijden tekst en 2,6 miljoen referenties. Oorspronkelijk lag het in zijn bedoeling uit te gaan van de volledige tekst der archiefbeschrijvingen. Toen echter uit de eerste testen bleek dat met een ex haustieve bewerking der inventarissen de resultaten nog vele jaren op zich zouden laten wachten, werden de door de auteurs zelf geredigeerde naam- en zaakindices als ba sismateriaal genomen. Hierdoor kon de tussenkomst van een archivaris tot een mini mum herleid worden. In de recordbouw heeft hij eveneens naar de grootste eenvoud gestreefd (afb. 6): de identificatie van de inventaris onder de vorm van een nummer, het hoofdwoord en de verwijzing naar het inventarisnummer of de bladzijde. Voor het hoofdwoord zijn 3 ele menten voorzien: 1° het eigenlijke hoofdwoord (een persoonsnaam, een naam van een instelling of een plaatsnaam) dat de plaats in de alfabetische ordening bepaalt; 2° secundaire hoofdwoorden die bijkomende ordeningscriteria leveren; 3° verklarende informatie zonder rangschikkende functie. 19 J. PIEYNS, Une expérience de recherche documentaire par ordinateur dans les tables des registresparoissiaux: Namade, in: Miscellanea Archivistica, 10 (1975), p. 53-74; IDEM, Note sur les fichiers nominatifs sur support informatique, in: ADPA, vol. 2, nr. 2 (1977), p. 15-21. 20 IDEM, Une banque de données archivistiques et historiques: la table cumulatieve des inven- taires d'archives beiges, in: ADPA, vol. 3, nr. 2 (1980), p. 21-43. [417]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 17