Afscheid van de heer P. J. Yperlaan als directeur Musea,
Monumenten en Archieven
De heer P. J. Yperlaan heeft wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
per 1 december 1981 zijn functie van Directeur Musea, Monumenten en Archieven bij
het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk neergelegd. Op 26 no
vember werd hem in de Rolzaal in het gebouw van de Grafelijke Zalen op het Haagse
Binnenhof een afscheidsreceptie aangeboden. De scheidende directeur werd toegespro
ken door de staatssecretaris van CRM, de heer H. A. de Boer, en door de voorzitter van
het bij zijn afscheid gevormde Erecomité, de heer drs. Y. P. W. van der Werff.
De heer Yperlaan deed in 1969 zijn intrede bij de toenmalige directie Oudheidkunde en
Natuurbescherming. Tevoren was hij werkzaam geweest bij de Koninklijke Nederland
se Motorrijders Vereniging en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart.
Ook was hij directeur van de Nationale Luchtvaarschool.
Toen hij bij het departement kwam werkte hij met vijf mensen. Nu zijn het er dertig
met nog eens 1600 in de buitendiensten. Wellicht daaraan is de vertaling van MM A in
mankracht, middelen en animo' te danken. Ook wordt wel gesproken van de 'olievlek
van Yperlaan'. Naar omvang gerekend is MMA de eerste directie van het departement
van CRM.
Wat de rijksarchiefdienst betreft dienen uit zijn ambtelijke loopbaan te worden geme
moreerd de bouw en de opening van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage en de
verwezenlijking van nieuwe archiefbewaarplaatsen in Leeuwarden, Assen en Zwolle.
Voor het Nederlandse archiefwezen in het algemeen blijven van groot belang zijn sti
mulerend werken aan de Nota Archiefbeleid en zijn inzet als regent van de Mor
renstichting. Dat alles onder het motto 'petje af voor het verleden, jasje uit voor de toe
komst'.
Tot opvolger van de heer Yperlaan is benoemd de heer dr. Th. J. Meyer.
De kursus 1981-1982 van de rijks archiefschool*
Leerlingen
Aan de kursus 1981-1982 nemen 12 adspirant hogere en 54 adspirant middelbare
archiefambtenaren deel. De opleiding hoger archiefambtenaar wordt door één toehoor
der gevolgd.
De samenstelling van de groep adspirant hogere archiefambtenaren is als volgt: 8 histo
rici, 3 doctorandi vrije studierichting en één geograaf. Aan 5 leerlingen werd voor de
aanvang van de kursus een tentamen Latijn afgenomen op grond van artikel 30 lid 2
van het Archiefbesluit.
De gemiddelde leeftijd is 28 jaar.
Deze adspirant hogere archiefambtenaren zijn praktisch werkzaam bij: het algemeen
rijksarchief (3); bij de rijksarchieven in Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg en
de gemeentearchieven in Rotterdam, Arnhem, 's-Gravenhage, Groningen en Katwijk.
De vooropleiding van de adspirant middelbare archiefambtenaren is: H.B.S. (2);
M.M.S. (1); H.A.V.O. (8); Atheneum (6); gymnasium (5); S.O.D. 1 (1); S.O.D. 2 (4);
V.V.A. (5); H.B.O. Maatschappelijk Werk (1); M.O. A Nederlands (2); M.O. A Ge
schiedenis (8); M.O. A Aardrijkskunde (2); kandidaats Rechten (3); kandidaats Ge
schiedenis (3); kandidaats Kunstgeschiedenis (1); doctoraal Kunstgeschiedenis (1) en
doctoraal Geschiedenis (1).
Van deze deelnemers hebben 3 bovendien een pedagogische academie bezocht.
De gemiddelde leeftijd is eveneens 28 jaar.
De leerlingen zijn verdeeld over 5 klassen, waarvan één klas op maandag les heeft (de
hogere opleiding), twee klassen op woensdag en twee klassen op vrijdag.
De adspirant middelbare archiefambtenaren zijn praktisch werkzaam bij: het algemeen
rijksarchief (9); bij de rijksarchieven in Groningen (2), Overijssel (1), Utrecht (2), Gel
derland (1), Noord-Brabant (1) en Limburg (1). Voorts bij de gemeentearchieven Eind
hoven, Apeldoorn (2), 's-Gravenhage, Groningen (2), Gouda, Haarlem, Waalwijk,
Rotterdam, Leiden, Naaldwijk, Dordrecht (2), Amsterdam, Goes, Zutphen, Kampen,
Utrecht (2), Delft, Maastricht, Zaanstad, Zwolle, Roermond, Deventer, Breda, Hoorn,
Vlissingen, Nijmegen, Tilburg, het streekarchivariaat Tiel, Buren, Culemborg, het
streekarchivariaat Z.W. Utrecht, streekarchivariaat Oost-Gelderland en Langs Aa en
Dommel, streekarchief Nassau-Brabant alsmede de Provinciale Archiefinspectie in
Zwolle.
Vergelijk de mededelingen over de kursus 1980-1981 in N.A.B. 84 (1980), blz. 545-548.
[302]
[303]