Personalia
Archiefraad
Voor het tijdvak van 1 september 1981 tot 1 september 1986 is mr. C. W. D. Vrijland
benoemd tot lid van de Archiefraad. Hem is per 1 januari 1982 eervol ontslag verleend
als griffier van de Hoge Raad.
Promotie
Op 30 juni 1981 promoveerde de heer H. M. Brokken, rijksarchivaris van de Derde af
deling van het Algemeen Rijksarchief (Rijksarchief'in Zuid-Holland), aan de Rijksuni
versiteit te Leiden tot doctor in de letteren op een proefschrift over Het ontstaan van de
Hoekse en Kabeljauwse twisten.
Nieuw lid
J. D. Jansen, Jacobskerksteeg 21, 3511 BZ Utrecht.
Mevrouw P. L. Leget-Kuijlen, Dr. Hermanslaan 36, 5348 JK Oss.
Bedankt als lid
C. L. Majoor, Koningin Emmalaan 17, 2264 SH Leidschendam.
Overleden
De heer J. L. J. G. M. Ceulemans, verbonden aan het Gemeentearchief van Nijmegen,
op 20 september 1981 op 38-jarige leeftijd.
Dr. S. Hart, oud-gemeentearchivaris van Amsterdam, op 27 september 1981 op 70-
jarige leeftijd.
Dr. mr. F. J. Duparc 1907-1981
De voormalige raadadviseur voor culturele zaken dr. mr. F. J. Duparc overleed op 13
oktober 1981 te Bladel, dicht bij Eersel, waar hij en zijn echtgenote na zijn pensione
ring waren gaan wonen. De crematie vond plaats op 16 oktober. In de herinnering van
hen, die hem hebben gekend en gewaardeerd, leeft hij voort als een eerlijke en enthou
siaste man, een goed jurist en een erudiete collega. Onder de archivarissen zal hij be
kend blijven als de commentator van de Archiefwet 1962.
Frederic Jules Duparc, die in de dagelijkse omgang de naam Frits voerde, werd op 22
juli 1907 te 's-Gravenhage geboren als zoon van mr. Maurits Izak Duparc (1870-1925),
commies bij de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het ministerie van Binnenland
se Zaken.
Die vader had te Leiden grieks en latijn gestudeerd en jarenlang bijlessen gegeven in de
ze talen, die hij evenals het hebreeuws uitstekend beheerste. Omdat hij zich door het
antisemitisme van de hoogleraar klassieke talen meende gedwarsboomd te voelen, al
thans volgens een curriculum vitae, had hij die studie afgebroken en was in 1895 rech
ten gaan studeren. Na de promotie in deze faculteit was hij met ingang van 1 januari
1899 door Victor de Stuers aangetrokken als medewerker bij de afdeling KW. Hij was
onder meer belast met het bewerken van de aangelegenheden van het archiefwezen en
met het voorbereiden van een archiefwet. Zijn huwelijk, in 1904 aangegaan met Caroli
na Simons (1883-1954), had het hem mogelijk gemaakt om in zijn huis op stijlvolle wij
ze gasten te ontvangen. Zo ontmoette F. J. Duparc, de oudste zoon en na het overlij
den van zijn, de moeder dierbare jongere broer het enige kind, reeds vroeg culturele
prominenten als Schmidt Degener, Hofstede de Groot, Jan Veth, H. E. van Gelder,
Knuttel, Van Beresteyn, Kalf, Fruin, Japikse, Bijlsma en anderen.
Frits Duparc idealiseerde zijn vader, die in 1916 chef van de afdeling KW was gewor
den. Hij had van hem onder meer de liefde voor de grote griekse en latijnse schrijvers
overgenomen en de belangstelling voor het archiefwezen en de archiefwetgeving. Even
als zijn vader cultiveerde hij een principiële verdraagzaamheid en een absoluut respect
voor de ander, los van iedere ideologie.
Frits Duparc behaalde in 1925 het einddiploma gymnasium A. Op 29 september 1926
slaagde hij te Leiden voor het candidaatsexamen rechten, op 26 april 1929 voor het can-
didaatsexamen geschiedenis en op 5 juni 1931 voor het doctoraal examen geschiedenis.
Zijn hoofdvak was nieuwe geschiedenis, oud-vaderlands recht een van zijn bijvakken.
Op 8 december 1933 promoveerde hij bij Colenbrander tot doctor in de letteren en wijs
begeerte op het proefschrift 'Willem II, België en Luxemburg'. In 1934 en 1935 werkte
[289]
[288]