in de 17e en de 18e eeuw dat het notarieel archief van deze stad (bewaard op het Ge
meentearchief aldaar) veel internationale belangstelling krijgt.
Elk taalimperialisme is ons vreemd. Het tegendeel lijkt wel eens het geval, direct na de
onafhankelijkheid van onze meest vernederlandste kolonie, Suriname, gingen er in dat
land stemmen op om het Nederlands te vervangen door Engels of Spaans. Protesten
vanuit Nederland werden niet gehoord, eerder geluiden van sympathie. Wanneer men
dat plan weer eens opneemt, zal een interessant stuk Nederlands taalgebied verloren
gaan. Dat is jammer maar er is één troost. Het project zal veel geld gaan kosten. Onge
twijfeld zal Nederland zich schuldig voelen dat het de Surinamers heeft opgescheept
met een zo onbelangrijke taal als het Nederlands. Daarom zal het project bekostigd en
begeleid gaan worden door en vanuit Nederland. Voor wie later dit unieke project wil
bestuderen zullen de archieven van het departement van Ontwikkelingssamenwerking
onmisbaar blijken te zijn. Hij zal er Nederlands voor moeten kennen.
G. W. van der Meiden
SUMMARY
Dutch as worldlanguage
Dutch has not developed into a worldwide used language, but nevertheless it is a fact
that literature and archives in Dutch are of great importance for the historiography all
over the world. At first for the Netherlands themselves with tradecentres as Antwerp
and Amsterdam, the revolt against Spain, Anabaptists, Calvinism, Golden Age and Ba-
tavian Revolt. Furthermore for the history of East- and West-India and the former
settlements of the United East India Company in Asia, like Sri Lanka (Ceylon), and of
the relations with India, China, Japan and Iran. For the study of the history of Brasil,
Tobago, Guyana and West-Africa knowledge of Dutch is necessary over a longer of
shorter period. Investigators in European history need the Dutch language to read the
papers the Dutch ambassadors send to their principals in patria.
The General State Archives in The Hague possess for large periods and territories from
the Asian history the only European entry. These archivesare equal in value and some
times more important thans those in England and Portugal, where the elder parts are
almost totally lost.
The central position of Amsterdam in economy and trade of the 17th and 18th century
brings research workers from all continents to the City Archives of that place to consult
the notarial records for the relations between their countries and Amsterdam.
Boekbespreking
Inventaris van het Archief van de Remonstrants-gereformeerde Gemeente te Delft,
1628-1973 en de collectie Petrus Augustus de Genestet (1829-1861) door F. de Wijs; Ge
meentearchief Delft 1976.
Inventarissen van kleine niet al te spectaculaire archieven lopen het gevaar dat zij na de
eerste verspreiding over archieven en andere direct geïnteresseerden al gauw weer uit het
gezichtsveld verdwijnen. Er is daarom alle aanleiding om, zij het wel heel laat, alsnog
enige aandacht te schenken aan deze publicatie van het gemeentearchief Delft. Te meer,
omdat het eigenlijk om twee afzonderlijke inventarissen gaat en er dus verschillende
groepen van belangstellenden voor zullen zijn.
De uitgave is goed verzorgd, zelfs voorzien van illustraties. Over de wenselijkheid of het
nut van afbeeldingen in een inventaris kan verschillend gedacht worden. De meeste
plaatjes zijn hier zeker functioneel. Dat geldt ook wel voor de fraaie tekening van de
doop van een negerin in de Delftse remonstrantse kerk (1794), maar over die gebeurte
nis wordt nu juist verder niets medegedeeld. Dat de prent (er bestaat ook een gravure
van: Muller 5272) en de bijbehorende eveneens afgebeelde (1 blz. 18e eeuwse tekst) be
schrijving uit de topografische atlas komen wekt zelfs het vermoeden, dat er in het ar
chief niets over deze toch merkwaardige doopbediening voorkomt. De inleiding zou de
plaats zijn om hierover opheldering te verschaffen. De inleiding is overigens een goed
geschreven en informatief stuk waarin ook niet geschroomd wordt een bekend naslag
werk als Tideman's biografische naamlijst te corrigeren (terecht). De doop van de
negerin blijft echter een probleem wanneer we lezen, dat in 1793 een zestal leden het
merendeel van de gemeente vormde. De tekening toont daarentegen een stampvolle
kerk.
Hoewel de collectie de Genestet met doorlopende nummering aan het eind van de ar
chiefinventaris is opgenomen, is daaraan een afzonderlijke inleiding met apart noten
apparaat gewijd. Het blijkt, dat in 1957 door een der nabestaanden het Delftse re
monstrantse archief als de meest geëigende bewaarplaats voor deze verzameling werd
gezien. Er is toen blijkbaar geen poging gedaan om te komen tot één de Genestet collec
tie, want het was al bekend, dat er ook elders (in het letterkundig museum) belangrijk
materiaal voor zo'n collectie berustte. Achteraf moet deze gang van zaken wel betreurd
worden. Mw. (Cossee-)de Wijs stond nu voor een voldongen feit en heeft de heterogene
verzameling beschreven zoals waarschijnlijk de familie het graag gewild heeft, uitvoerig
en gedetailleerd, zodat de familierelaties en het nagedachtenis-karakter goed tot hun
[279]